Clothes + materials Flashcards
Lesson 5
1
Q
swimsuit
A
het badpak
2
Q
bra
A
de bh
3
Q
the blouse
A
de bloes
4
Q
boxer shorts
A
de boxershort
5
Q
pants
A
de broek
6
Q
tie
A
de das
7
Q
gloves
A
de handschoenen
8
Q
shirt
A
het hemd
9
Q
the jacket
A
de jas
10
Q
jeans
A
de jeans
11
Q
dress
A
het kleedje
12
Q
the suit
A
het kostuum
13
Q
long socks
A
de kousen
14
Q
the boots
A
de laarzen
15
Q
the hat (winter one)
A
de muts
16
Q
underwear
A
de onderbroek
17
Q
tights
A
de panty
18
Q
hat (summer one)
A
de pet
19
Q
pijama
A
de pyiama
20
Q
belt
A
de riem
21
Q
skirt
A
de rok
22
Q
sandals
A
de sandalen
23
Q
shoes
A
de schoenen
24
Q
short pants
A
de short
25
scarf
de sjaal
26
panties (underwear for women)
de slip
27
short socks
de sokken
28
sweater
de trui
29
t-shirt
het t-shirt
30
the vest
het vest
31
swimming pants (for men)
de zwembroek
32
zipper
de rits
33
sleeve
de mouw/ de mouwen
34
button
de knoop
35
the trouser leg
de broekspijp
36
Patterns
de patronen
37
patterns: plain (monocolor)
effen
38
patterns: with flowers
gebloemd
39
patterns: squares
geruit
40
patterns: stripes
gestreept
41
5 pairs of socks
5 paar sokken
42
toiletries
handdoeken
43
I have lost my son/daughter. Have you seen him/her?
Ik ben mijn zoon/dochter kwijt. Hebt u hem/haar misschien gezien?
44
to wear
dragen
45
where are the changing rooms?
Waar zijn de paskamers?
46
a t-shirt with long sleeves
Een T-shirt met lange mouwen
47
t-shirt with short sleeves
Een T-shirt met korte mouwen
48
a sleeveless t-shirt
Een T-shirt zonder mouwen
49
black
zwart
50
white
wit
51
blue
blauw
52
orange
oranje
53
yellow
geel
54
grey
grijs
55
green
groen
56
red
rood
57
purple
paars
58
beige
beige
59
brown
bruin
60
rose
roze
61
In the shop: "I am looking for a pink sweater"
Ik zoek een roze trui.
62
"what is your size?"
welke maat hebt u?
63
"does the sweater fit?"
past de trui?
64
" the sweater is too small. Do you have a bigger size?"
De trui is te klein. Hebt u een maat groter?
65
"the sweater is too big, do you have a smaller size?"
De trui is te groot. Hebt u een maat kleiner?
66
"I don't like the colour. Do you have another colour?"
Ik vind de kleur niet zo mooi. Hebt u een andere kleur?
67
"The sleeves are too long. Do you have another model?/ Can you shorten the sleeves?"
De mouwen zijn te lang. Hebt u een ander model? / Kunt u de mouwen verkorten?
68
" the size is good, but I find the skirt too short. Do you have another model?"
De maat is goed, maar
ik vind de rok te kort. Hebt u een ander model?
69
a gray vest
een grijs vest
70
a rose flowery sweater
een roze gebloemde trui
71
gray blue jeans
een grijsblauwe jeans
72
brown boots
bruine laarzen
73
a beige leather bag
een beige leren handtas
74
a blue t-shirt with a white and black striped tie
een blauw hemd met een wit zwarte gestreepte das
75
striped gloves in wool
wollen gestreepte handschoenen
76
a striped scarf in wool
een wollen gestreepte sjaal
77
a checked dress
een geruit kleedje
78
a striped hat
een gestreepte muts
79
a cotton black t-shirt
een katoenen zwart t-shirt
80
a black handbag in leather
een zwarte leren handtas
81
a purple sweater in wool
een wollen paarse trui
82
a striped sweater in wool with a cap
een wollen gestreepte trui met kap
83
wood
hout
84
paper
papier
85
leather
leer
86
cotton
katoen
87
rubber (material)
rubber
88
wool
wol
89
gold
goud
90
silk
zijde
91
they are chairs in wood
Het zijn houten stoelen
92
it is a paper tissue
het is een papieren zakdoekje
93
it is a handbag in leather
het is een leren handtas
94
it is a t-shirt in cotton
het is een katoenen t-shirt
95
they are rubber boots
het zijn rubberen laarzen
96
it is a sweater in wool
het is een wollen trui
97
it is a golden watch
het is een gouden horloge
98
it is a shirt in silk
het is een zijden hemd
99
it's a bag in plastic
het is een plastic zak
100
I ... , then.... , after that...
Ik, ....., dan ...., darna