Tentamens Flashcards
1
Q
Contra-indicaties immunotherapie
A
- Kinderen < 5 jaar
- Immuundeficiënties
- Bètablokkers
2
Q
Hoe werkt immunotherapie
A
verschuiving Th2-activatie naar Th1-activatie > minder IL-4 en IL-13 productie > minder stimulatie B-cel IgE productie
3
Q
CD4 gehalte bij pulmonale sarcoïdose
A
- CD4 verlaagd in perifeer bloed
- CD4 verhoogd in BAL
4
Q
antistoffen systemische sclerose
A
- anti SCL-70
- anti centromeren
5
Q
Psoriasis
A
- IL-21 en IL-22 > hyperproliferatie
- Th1 > ontsteking
- Th17
6
Q
Giardiasis
A
- Bridge tot waterdunne diarree
- Slijm (geen bloed!)
- flatulentie, boeren, bovenbuik krampen
7
Q
Hepatitis A
A
- door verminderde hygiëne en slechte sanitaire voorzieningen
- meldingsplicht GGD
- faeco-orale overdracht
8
Q
Meest voorkomende verwekker acute faryngotonsillitis
A
Groep A bèta hemolytische streptokokken
- snel progressieve lokale uitbreiding
- acuut reuma
- streptokokken toxisch shock syndroom
9
Q
Verwekkers endocardities bij natieve klep
A
- vergroenende streptokokken
- enterococcus
- s. aureus
10
Q
verwekkers endocarditis bij kunstklep
A
- s. aureus
- coagulase negatieve stafylokokken (s. epidermidis)
11
Q
Criteria syndroom van Sjörgen
A
- lipbiopt
- anti-SS-A
- schirmertest (hoeveelheid traanproductie)
- bengaalsroodkleuring
- ongestimuleerde speekselvloed
12
Q
GPA
A
- ANCA’s tegen PR3 en MPO (in neutrofiele granulocyt)
- C5a zorgt voor extra stimulatie neutrofiele granulocyt
13
Q
Sarcoïdose
A
- spontane ontstekingen
- NOD2
- granulomen door ophoping witte bloedcellen
14
Q
Behandeling behcet
A
- Colchicine
- reumaremmers
- biological anti-TNF (adalimumab)
15
Q
behandeling systemische sclerose
A
mycofenolaat mofetil