Systemische ziekten Flashcards
1
Q
Syndroom van sjörgen
A
Ontstoken klieren en uitgedroogde slijmvliezen in mond, ogen en andere plekken in lichaam
2
Q
Behandeling syndroom van Sjörgen
A
- Pilocarpine > pupilvernauwing en stimulatie speekselproductie en zweetproductie
- hydroxychloroquine
3
Q
Kenmerken SLE
A
- ANA positief
- IgG en complement
- UV-gevoeligheid
4
Q
Antifosfolipiden syndroom kenmerken
A
- aPL in bloed
- Verhoogde stollingsneiging
- Intra-uteriene vruchtdood
5
Q
Testen antifosfolipidensyndroom
A
- lupus anticoagulant
- anti-cardiolipine
- anti-beta 2 glycoproteine
6
Q
Behandeling antifosfolipidensyndroom
A
Coumarines en heparines (antistolling)
7
Q
Systemische sclerose kenmerken
A
- Fenomeen van Raynaud (afname bloedtoevoer extremiteiten)
- gewrichtspijn
- stikklachten
- dyspnoe
- refluxklachten
- Huidafwijkingen
8
Q
Auto-antistoffen systemische sclerose
A
- ANA
- Anti-Scl70 (diffuse variant)
- Anti-centromeer (gelimiteerde variant)
9
Q
Pathofysiologie systemische sclerose
A
- immuuncelactivatie
- vasculopathie
- fibrose
10
Q
behandeling systemische sclerose
A
Nier > ACE-remmers
Longen > mycofenolzuur
Maag/darm: metoclopramide/domperidon
Huid: prostacycline
11
Q
Sarcoïdose kenmerken
A
- granulomateuze ontstekingsziekte
- Productie ACE en IL-2 receptoren
- Activatie vit D > hypercalciëmie
12
Q
Blau syndroom
A
- Genetische vorm sarcoïdose
- Autosomaal dominant
- Granulomateuze ontstekingen in huid, ogen en gewrichten
- Fout in CARD15/NOD2
13
Q
Löfgren’s syndroom
A
- Acute vorm sarcoïdose
- bihilaire lymfomen
- artritis
14
Q
indicaties behandeling sarcoïdose
A
- vitaal orgaanschade
- hpercalciëmie
- risico mortaliteit
15
Q
behandeling sarcoïdose
A
- corticosteroïde
- hydroxychloroquine
- MTX, AZA, TNF blokkade