TENTAMEN PP Flashcards
PP - Vraag 1
Persoonlijkheidstrekken en -stoornissen worden ondergebracht in drie clusters
a. Noem 4 persoonlijkheidstrekken die voorkomen bij cluster B persoonlijkheidsstoornis
Onbetrouwbaar, impulsief, agressief, leugenachtig (onbeheerst, impulsief, leeg voelend, afwijzend, theatraal, aandacht vragend, hyper emotioneel arrogant, hooghartig, grootheidsgedachten)
b. Noem twee voorbeelden van een persoonlijkheidsstoornis in cluster B
Antisociale, borderline, (histrionische, narcistische)
PP- Vraag 2
Een van de onderdelen van het psychiatrisch onderzoek, is dat van de cognitieve functies
a. Hoe zou je de oriëntatie kunnen onderzoeken?
Oriëntatie in tijd en ruimte.
Weet u welke dag het is vandaag?
Weet u waar u bent?
b. hoe zou je het korte termijn geheugen kunnen onderzoeken?
Geef zowel bij a en b twee voorbeeldvragen die je kan stellen.
Korte termijn = enkele minuten
- Weet u welke vraag ik u als eerste stelde?
- Weet u nog hoe ik heet?
c. Op welke manier verschillen geheugenstoornissen bij vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer van elkaar?
De ziekte van Alzheimer, wordt gekenmerkt door de opeenhoping van twee abnormale eiwitten in de hersenen. Deze plaques verstoren de communicatie tussen hersencellen, wat leidt tot geheugenverlies en cognitieve achteruitgang. Vasculaire dementie daarentegen treedt op wanneer er schade is aan de bloedvaten in de hersenen, vaak als gevolg van een beroerte of verminderde bloedstroom. Deze schade kan het geheugen, het denkvermogen en het redeneervermogen aantasten.
d. Een delirium gaat gepaard met verstoring van cognitieve functies Dementie ook. Noem twee onderscheidende kenmerken tussen dementie en delirium.
1 - Delirium is acuut en dementie is progressief (gebeurt over een langere tijd)
2 - Delirium heeft een specifieke lichamelijke oorzaak meestal, gaat meestal weg als lichamelijke klacht weg is / dementie is lastig aan te tonen, gaat niet meer weg
e. Een depressieve stoornis kan ook cognitieve problemen geven. Noem 2 cognitieve problemen waar mensen doorgaans over klagen.
Geheugen, concentratie (en aandacht)
PP Vraag 3
a. Angst is een normaal verschijnsel in de kindertijd. Wanneer kunnen we van overmatige angst spreken? Noem drie kenmerken.
Overmatige angst – angst is overmatig indien:
- Er een grote discrepantie bestaat tussen de aanleiding en de omvang van de angst
- Deze leidt tot ernstige vermijding
- De reactie op een angstige prikkel niet van voorbijgaande aard is
- Het kind er zichtbaar onder lijdt
- Het normale functioneren ernstig wordt beperkt
b. Bij ADHD komt vaak comorbiditeit voor (tegelijkertijd voorkomen van meerdere aandoeningen). Het is van belang om hier aandacht aan te besteden, onder andere vanwege de invloed op de prognose. Geef drie voorbeelden van comorbiditeit bij ADHD.
- Gedrags-, leer-, motorische ontwikkelings-, ASS, verstandelijke handicap, tic, stemmings-, angststoornissen, enuresis, slaapproblemen
c. ADHD wordt vaker gediagnosticeerd bij jongens dan bij meisjes (en wordt ook minder snel bekend bij meisjes) Noem een tijdens het onderwijs besproken psychiatrische stoornis waarbij de diagnose vaker bij meisjes wordt gesteld.
Angststoornissen
d. Bij de normoverschrijdend gedragsstoornis is er sprake van een repetitief en persisterend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of belangrijke bij de leeftijd passende maatschappelijke normen of regels worden geschonden. Noem drie van de vier. symptoomclusters die hierbij horen
Agressie jegens mensen en dieren
Vernieling van eigendommen
Bedrog of diefstal
Ernstige overtredingen van regels
Specificering:
Ernst (licht/matig/ernstig)
Indien met beperkte prosociale emoties (gebrek aan
empathie)
PP - Vraag 4
Mohammed van 39 jaar is gelukkig gehuwd met zijn vrouw. Samen hebben ze twee kinderen. Al 15 jaar dringt de gedachte of hij homoseksueel kan zijn zich aan hem op. Hij krijgt dit maar niet uit zijn hoofd. Hij is er dagelijks zeker een paar uur mee bezig; hij piekert erover, krijgt dit niet onder controle en probeert dan aan iets anders te denken. Ter geruststelling bidt hij. Ook bekijkt hij zo onopvallend mogelijk verschillende mannen op straat van top tot teen om te zien of hij enige opwinding voelt. Dit blijkt vervolgens nooit het geval. Alle acties ten spijt blijven deze gedachten zich maar aan hem opdringen.
a. Welke diagnose kan er worden gesteld?
Obsessieve compulsieve stoornis (OCD)
PP - Vraag 4
Mohammed van 39 jaar is gelukkig gehuwd met zijn vrouw. Samen hebben ze twee kinderen. Al 15 jaar dringt de gedachte of hij homoseksueel kan zijn zich aan hem op. Hij krijgt dit maar niet uit zijn hoofd. Hij is er dagelijks zeker een paar uur mee bezig; hij piekert erover, krijgt dit niet onder controle en probeert dan aan iets anders te denken. Ter geruststelling bidt hij. Ook bekijkt hij zo onopvallend mogelijk verschillende mannen op straat van top tot teen om te zien of hij enige opwinding voelt. Dit blijkt vervolgens nooit het geval. Alle acties ten spijt blijven deze gedachten zich maar aan hem opdringen.
b. Stel dat Mohammed pas na 15 jaar voor het eerst hier hulp voor zoekt; Hoe zouden we dat kunnen verklaren?
Schaamte, afweer = compulsie (bidden)
PP - Vraag 4
Mohammed van 39 jaar is gelukkig gehuwd met zijn vrouw. Samen hebben ze twee kinderen. Al 15 jaar dringt de gedachte of hij homoseksueel kan zijn zich aan hem op. Hij krijgt dit maar niet uit zijn hoofd. Hij is er dagelijks zeker een paar uur mee bezig; hij piekert erover, krijgt dit niet onder controle en probeert dan aan iets anders te denken. Ter geruststelling bidt hij. Ook bekijkt hij zo onopvallend mogelijk verschillende mannen op straat van top tot teen om te zien of hij enige opwinding voelt. Dit blijkt vervolgens nooit het geval. Alle acties ten spijt blijven deze gedachten zich maar aan hem opdringen.
c. Wat is de eerste keuze psychologische behandeling?
Psychotherapie:
- CGT: disfunctionele cognities rondom de angst aanpakken
- Exposure: in vivo/ imaginaire exposure of om praktische redenen met VR. Exposure kan zowel opbouwen (= graduele exposure) als afbouwend zijn (= Floading)
PP - Vraag 4
Mohammed van 39 jaar is gelukkig gehuwd met zijn vrouw. Samen hebben ze twee kinderen. Al 15 jaar dringt de gedachte of hij homoseksueel kan zijn zich aan hem op. Hij krijgt dit maar niet uit zijn hoofd. Hij is er dagelijks zeker een paar uur mee bezig; hij piekert erover, krijgt dit niet onder controle en probeert dan aan iets anders te denken. Ter geruststelling bidt hij. Ook bekijkt hij zo onopvallend mogelijk verschillende mannen op straat van top tot teen om te zien of hij enige opwinding voelt. Dit blijkt vervolgens nooit het geval. Alle acties ten spijt blijven deze gedachten zich maar aan hem opdringen.
d. Indien medicatie wordt voorgeschreven: wat voor soort medicatie is dan de eerste keuze
SSRI