Inleiding Klinische Psychologie

Question 1

Welke 2 hoofdvormen onderscheid je?

Answer 1

Procesgericht - klachtgericht

Question 2

Welke groepen hadden invloed op het ontstaan?

Answer 2

Wetenschappers (bijv. Leibniz -> onbewuste waarnemingen en slaaponderzoek)

Filosofen (bijv. Nietsche -> bij falen ontstaat afweer)

Clinici (Freud, Jung, Adler -> gingen als eerste behandelen)

Question 3

Wat is neoronale herstructurering?

Answer 3

Brein is plastisch en kan leren. Verandering vindt plaats als gevolg van nieuwe ervaringen en gedachten.

Therapie = nieuwe ervaringen bieden!

Question 4

Wie schreef ‘Synaptic self” en waar gaat het over?

Answer 4

Ledoux (2002) Omgeving en ervaring -> lokt reactie uit van het brein. -> plastisch

Question 5

Waarom is evidence based onderzoek zo lastig bij psychotherapie?

Answer 5

• Therapie maar heel klein onderdeel van leven client
• Client is unieke set variabelen
• Veel comorbiditeit

Question 6

Voor het effect van welke factor is wel wetenschappelijk bewijs?

Answer 6

De therapeutische relatie

Question 7

Wat zijn de overeenkomsten tussen psychoth. en PMT?

Answer 7

• zowel proces- als klachtgericht
• draait om bewustwording (awareness/mindfulness)
• maakt gebruik van rollenspel (dramatechnieken)

Question 8

Wat zijn de verschillen tussen psychoth. en PMT?

Answer 8

• Verbaal - met lichaam / PMT = Lichaam - met verbaal
• Tests/vragenlijsten gevalideerd / PMT Nog niet gevalideerd
• Referentiekader is klin.psych. / PMT = Klinische psych en bewegingsw.