Psychodynamische therapie Flashcards
Wat betekent het volgende begrip:
Afweer
Proces om (onbewuste) emotionele pijn te vermijden
Noem een aantal afweermechanismen en beschrijf ze
- Intellectualiseren (rijp) (gevoel heel rationeel benaderen)
- Projectie (gevoelens toeschrijven aan ander)
- Reactie formatie (tegengestelde reactie -> relatie instandhouden)
- Splitting (onrijp) (Negatieve gevoelens naar een persoon scheiden van positieve gevoelens / zwart-wit denken / Als mama koekje geeft is ze aardig, als mama geen koekje geeft is ze een slecht mens)
Welke afweermechanismen zijn er nog meer
Ontkenning
Vermijding
Sporten
Obsessies/compulsies
Wat zijn driften?
Onbewuste drijfveren (wensen, impulsen, herinneringen) kunnen ook botsen
Wat zijn, binnen het psychisch functioneren, het primaire en secundaire proces
Primair -> instinctief, primitief denken, onbewust gestuurd door innerlijke driften (wetteloos).
In therapie: laten associeren, uitdrukken in een beeld.
Secundair -> Logisch denken, reflecteren (stuurt het gezond volwassen spreken en handelen)
Beschrijf overdracht, tegenoverdracht en hoe je ze in therapie kunt gebruiken
Overdracht: CL projectie TP (hoe neutraler de TP, hoe meer O)
Tegenoverdracht: TP projectie CL
Verleden en onbewuste kleurt subjectieve waarrneming = je bril
Duiden ervan -> emotioneel inzicht. Bewustwording geeft andere keuzemogelijkheden. (bij procesgerichte, inzichtgevende therapie. bij klachtgericht niet handig)
Wat is de conflict theorie
Persoonlijkheid wordt gevormd door tegenstrijdige gevoelens en verlangens (instrapsychische conflicten) en hoe we daarmee omgaan (afweer en coping).
Wat is de object-relatie theorie
Relatie (hechting) met verzorger/opvoeder (object) wordt verinnerlijkt en bepaalt ons beeld (wordt model) van ‘de volwassene’
Verstoorde relatie -> verstoord model
Oftewel: je bent product vj opvoeding.
Beschrijf Attachment en benoem grondlegger
Noem een tegenhanger en verdieper van deze theorie
Bowlby -> hechting (mn met moeder) is essentieel voor overleving en bepaalt ons interne werkmodel (subjectieve realiteit). Kan gezond of ongezond zijn.
Klein -> Niet alleen werkelijke interactie met opvoeder, maar ook onbewuste wensen/fantasieën bepalen interne modellen.
Fairbairn -> Mensen vormen ‘internal objects’. Inadequate (traumatiserende) ouders vormt pathologisch model voor relaties (toxic relationships door geinternaliseerde ‘misbruik’relatie ouders)
Wat is projectieve identificatie volgens Melanie Klein
Onrijp mechanisme (kindertijd), ZEER sterke vorm van projectie -> negatieve gevoelens jegens moeder wegmaken vanwege afhankelijkheid.
De cliënt probeert zich te bevrijden van de slechte delen door het af te splitsen en in de ander te plaatsen.
Als kind normaal, als volwassene niet meer
VB: Eigen boosheid toeschrijven aan de moeder.
Noem een aantal kernbegrippen van de psychodynamische psychotherapie
Therapeutische alliantie = kwaliteit werkrelatie, overeenstemming behandeldoel is cruciaal
Overdracht (+ duiding) en TO (neutrale TP leidt tot meer O)
Weerstand (houdt verandering tegen). Juist exploreren, want signaal (onbewuste naar boven halen: onderliggende angsten en historie daarvan)
Intersubjectiviteit (wat is van mij wat is van de ander, (therapeutische) relatie vanuit meerdere hoeken bekijken.
Enactment (bewust in TP: rollenspel, onbewust: misbruikte wordt misbruiker
Beschrijf het therapeutisch proces
Empatisch reageren → Interpreteren (hypothese maken en onbewuste informatie naar boven halen) → Verhelderen, steunen, adviseren → Gezamenlijk afsluiten en evalueren
Wat is containing
Verdragen van emotionele pijn (tegengesteld aan afweer). Vaak doel van therapie
Wat is good enough mothering
Winnicot -> responsief voor gevoelens en behoeften kind. Met graduele toevoeging frustratietolerantie.
Te weinig? -> Vals zelf (overaangepast)
Wat zei Kohut
Ouder spiegelt emoties van kind -> kind leert gevoel mag er zijn