tentamen kennis (12-06) (kwaliteit) Flashcards

1
Q

indicator

A

zijn meetbare elementen van het handelen in de praktijk, waarvoor bewijs of waarover consensus bestaat dat ze gebruikt kunnen worden om de kwaliteit van zorg en veranderingen daarin te evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 typen indicatoren

A

structuur, proces en uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

structuurindicator

A

geeft informatie over de randvoorwaarden waarbinnen de zorg wordt geleverd.
voorbeelden: aantal zorgverleners per 1000 patiënten, multidisciplinair overleg, aanwezigheid protocollen & faciliteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

procesindicator

A

geeft informatie over kwaliteit van het zorgproces
voorbeelden: indicatiestelling, verwijsbeleid, voorschrijfbeleid & vaccinatiegraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uitkomstindicator

A

geeft informatie over effectiviteit van geleverde zorg
voorbeelden: heropnames, postoperatieve wondinfectie, % mortaliteit & patiëntervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voor- en nadelen van procesindicatoren

A

voordelen:
minder gevoelig voor confounders
concrete informatie voor verbeterprogramma’s
nadelen:
relatie met uitkomst is beperkt
hangt af van doel evaluatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voor- en nadelen en uitkomstindicatoren

A

voordelen:
relevant voor welzijn patiënt
geeft inzicht in behaalde doelen
geschikt voor externe verantwoording
nadelen:
niet te herleiden tot individueel beleid
frequentie
confounders (schijnvariabelen)
sommige uitkomsten komen later pas aan het licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stappenplan meten

A

1) selecteren indicatoren (relevantie)
2) gegevens verzamelen (automatisch)
3) berekenen indicatorscores (vergelijken)
4) definiëren benchmark (bovenste 25%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn goede indicatoren

A
  • validiteit: construct, inhoud & criterium
  • betrouwbaarheid: inter & hertest
  • gevoeligheid voor verandering
  • vergelijkbaarheid: stratificatie & case-mix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SMART veranderingsdoelen

A

specifiek
meetbaar
acceptabel
realistisch
tijdsgebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

limitaties indicatoren

A
  • stimuleren van verandering?
  • perverse prikkels: weten dat het gemeten wordt
  • onbedoelde gevolgen: tunnelvisie, manipulatie & meetfixatie (minder oog voor zaken die niet gemeten worden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

perspectieven voor het maken van afwegingen

A
  • (welvaarts) economisch perspectief: optimale verdeling van middelen (efficiëntie & effectiviteit)
  • managerial perspectief: rationalisatie, standaardisatie en voorkomen van verspilling (effectiviteit & doelmatigheid)
  • veiligheidsperspectief: niet schaden (veiligheid)
  • professioneel perspectief: autonomie om te handelen volgens standaard (effectiviteit & veiligheid)
  • patiëntperspectief: persoonsgerichte zorg (patiëntgerichtheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

donabedian (kwaliteit)

A

hoogst mogelijke nettovoordeel volgens waarderingen van individuen en samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kwaliteitswet zorginstellingen (kwaliteit)

A

doelmatige en patiëntgerichte zorg die is afgestemd op reële behoefte van patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Institute of Medicine

A

kans op gewenste gezondheid vergroten en consistent zijn met huidige professionele kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Campbell

A

toegang hebben tot de gezondheidsstructuren en zorgprocessen, of de ontvangen zorg effectief is

17
Q

interne kwaliteitsindicator

A

indicatoren die je inzet om inzicht te krijgen in hoe een organisatie functioneert en met als doel de zorg te verbeteren
- zelfsturing en verbetering van zorgprocessen
- inzicht in structuur, proces & uitkomst
- bedrijfsvoering

18
Q

externe kwaliteitsindicator

A
  • externe verantwoording (aan overheid of inspectie)
  • onderlinge vergelijking
  • beleidsmatige aandacht
19
Q

indicatoren in een kwaliteitssysteem

A
  • meten
  • toetsen (voldoen aan bepaald niveau?)
  • verbeteren (niet goed? doelen stellen)
  • evalueren (kwaliteit verbeterd?)
20
Q

perspectieven voor het maken van afwegingen

A
  • (welvaarts) economische perspectief: optimale verdeling van middelen
  • managerial perspectief: rationalisatie, standaardisatie en voorkomen van verspilling
  • veiligheidperspectief: niet schaden
  • professioneel perspectief: autonomie om te handelen volgens standaard
  • patiëntperspectief: persoonsgerichte zorg