Tentamen 25-6-2021 opg. 2 Flashcards

1
Q

Op welk onderliggend uitgangspunt van onze constitutionele orde, verband houdend met het legaliteitsbeginsel, wordt op gedoeld wanneer er gesproken wordt over de ‘rechtszekerheid’ in relatie tot ‘een machtiging voor de minister’?

A
  • Primaat van de wetgever: ‘Voor de wetgever houdt dat primaat van de wetgever in dat hij zelf de voornaamste (rechts)politieke keuzen over de inhoud van het recht in wettelijke regelingen behoort te maken, en die keuzen niet kan overlaten aan het bestuur of aan de rechter. In praktische zin houdt het beginsel volgens de commissie-Polak in dat de structuur van een wetgevingscomplex als geheel, alsmede de hoofdlijnen, de voornaamste duurzame normen en de reikwijdte-bepalende elementen, in een wet in formele zin moeten worden neergelegd. Aan lagere regelgevers kan dan, binnen de kaders die de wet stelt, worden overgelaten uitvoeringsregels op te stellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met welke notie dreigt de nadruk op ‘effectiviteit’ dan in strijd te komen en waarom?

A

De menselijke maat, door de Tijdelijke commissie uitvoeringsorganisaties omschreven als ‘recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid, wet- en regelgeving’. Dit kan al snel op gespannen voet komen te staan met het streven naar groter efficiëntie. Om deze reden betrekt de Raad van State bij zijn beleidsanalytische toets tevens ‘de neveneffecten en lasten voor burgers, private organisaties en bedrijven’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly