Tekst 5 De Nerviërs Flashcards
1
Q
mos
A
moris: gewoonte, gebruik
2
Q
reperire
A
io, eri, ertum: vinden, vernemen
3
Q
aditus
A
us: toegang
4
Q
pati
A
ior, passus sum: toestaan, lijden
5
Q
luxuria
A
ae: weelderigheid, overdaad
6
Q
virtus
A
virtutis: deugd, dapperheid
7
Q
patrius
A
a, um: vaderlijk, van de voorouders
8
Q
confirmare
A
o: versterken, bevestigen
9
Q
condicio
A
onis: voorwaarde