tekenen week 5 Flashcards

1
Q

Waarom zijn toleranties nodig?

A
  1. onderdelen kunnen nooit exact met de gewenste maten gemaakt worden
  2. daarom moet bij elke maat worden aangegeven binnen welke grenzen deze gemaakt moet worden
  3. de constructeur kiest de juiste tollerantie rekening houden met de functie en productieproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een nominale maat ?

A

de maat waarmee bijvoorbeeld de diameter van het asje van de motor wordt aangeduid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de werkelijke maat?

A

de gemeten maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn grensmaten

A

de minimale en maximale waarde van een maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een grensmaatafwijking

A

het verschil tussen de grensmaat en de nominale maat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is tollerantie interval ?

A

het verschil tussen de grootste en de kleinste grensmaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe word tollerantie interval ook wel genoemd?

A

tollerantie veld

maattollerantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar vermeld je de maatafwijkingen ?

A
  • onder de nominale maat
  • indien nodig in kleine letters
  • met de zelfde eenheid als de nominale maat
  • er word ook een maatafwijking van 0 wordt ingeschreven
  • maatafwijking voor de grootste grensmaat staan boven aan
  • min , max
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar mee worden tolerates vaak uitgelegd ?

A

met een rond gat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke begrippen kun je beter gebruiken dan negative of positieve maatafwijking

A

Bovenste grensmaatafwijking

onderste grensmaatafwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe kun je de speling tussen een gat bepalen ?

A

door de as en het gat samen te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

max speling =

A

grootste gatmaat – kleinste asmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

min speling =

A

kleinste gatmaat – grootste asmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat heeft elke maat ?

A

een toelaatbare afwijking die moet worden vermeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke nen-iso maten gebruik over het algemeen ?

A

NEN-ISO 2768

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat krijgen functionele mate in veel gevallen ?

A

een afwijkende toleranties

17
Q

symbool Basisgrensmaatafwijkingsindicator,

A

g

18
Q

wat bepaald de grootte van het tolerantie interval

A

de standaardtolerantiekwalititeit

19
Q

Basisgrensmaatafwijking A t/m G (gaten) en a t/m g (assen):

A

Geeft altijd positieve speling

Gaten zijn groter en assen zijn kleiner dan de nominale maat

20
Q

Basisgrensmaatafwijking J & K (gaten) en j & k (assen):

A

Maatafwijking ligt rondom de nominale maat

21
Q

Basisgrensmaatafwijking M t/m Z (gaten) en m t/m z (assen):

A

Geeft altijd negatieve speling

Gaten zijn kleiner en assen zijn groter dan de nominale maat