Task 9 Speech perception Flashcards

1
Q

Articulators

A

Tong, lippen, tanden. kaak en gehemelte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Formants

A

Concentratie van akoestische energie rond een bepaalde freq in een geluidsgolf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Formant transition

A

Snelle verspringing van freq voorafgaand of gevolgd door formants

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 basiscomponenten van productie van spraak

A
  • Ademhaling
  • Phonation
  • Articulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Transitional probabilities

A

Manier waarop geluiden elkaar volgen in een taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Indexical characteristics

A

Dragen informatie van sprekers over zoals hun leeftijd, geslacht, geboorteplaats, emotionele status en of ze sarcastisch of serieus zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Factoren die akoestische variabiliteit van spraak signalen veroorzaken

A
  • Variabiliteit van context

- Variabiliteit van verschillende sprekers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

McGurk effect

A

De perceptie van het eigenlijke geluid wordt veranderd door het visuele beeld hierbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Audiovisual speech perception

A

Invloed van visie op spraak perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Phonemic restoriartion effect

A

Participanten konden correctie positie van hoest niet plaatsen in de zin en merkte de missende letter van het woord niet op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Motor theory of speech perception

A

Horen van bepaalde spraak geluiden activeert motor mechanismen die de bewegingen van de articulators controleren zoals de tong en lippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Broca’s aphasia

A

Moeizame spraak en kunnen alleen in korte zinnen spreken, wel capabel in begrijpen wat andere zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wernicke’s aphasia

A

Kunnen vloeiend spreken maar wat ze zeggen is extreem niet georganiseerd en niet betekenisvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly