task 3 true colors Flashcards

1
Q

Chromatic colors/hues

A

Blauw, groen en rood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Selectieve reflectie

A

Wanneer golflengtes meer gereflecteerd worden dan andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Achromatic colors

A

Wit, grijs of zwart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Selectieve transmissie

A

Licht in gelijke mate wordt gereflecteerd rond het spectrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Selectieve reflectie

A

Golflengtes worden meer gereflecteerd dan andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Metamerism

A

Situatie waarin 2 fysiologisch verschillende stimuli perceptueel identiek worden gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metamers

A

2 identieke velden in een kleur matching experiment. Metameters lijken hetzelfde omdat ze allebei resulteren in hetzelfde patroon van reactie in de regel receptoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Monochromat

A

Zien in grijstinten. Geen functionerende kegeltjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dichromat

A

2 golflengtes nodig om alle andere golflengtes in het spectrum te matchen. 3 vormen: protanopia, deuteranopia, tritanopia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Protanopia

A

Ontvangen korte golflengtes en als golflengtes worden vergroot wordt het blauw minder verzadigd en zien ze grijs. Boven neutrale punt zien ze geel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deuteranopia

A

Ontvangen blauwe korte golflengtes en ziet geel bij langere golflengtes. Neutrale punt iets verder dan bij protanopia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tritanopia

A

Ziet korte golflengtes bij blauw en rood bij lange golflengtes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Anomalous trichromat

A

3 golflengtes nodig om golflengte te matchen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Simultaneous color contrast

A

Effect dat plaats vindt wanneer omgeving van een gebied met een kleur de verschijning van het omgeven gebied verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Partial color constancy

A

Perceptie van object dat is verandert na aanpassing maar niet zo erg als wanneer er geen aanpassing was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly