task 2 the retina Flashcards
Rhodopsin
Visuele pigment in staafjes
Melanopsin
Fotopigment dat gevoelig is voor ‘ambient’ (omringend) licht
Cornea
Transparante bedekking van voorkant oog (hoornvlies)
Near point
Afstand die je lens niet meer kan accomoderen als je het dichterbij brengt
Presbyopia
‘old eye’. Afstand voor near point wordt groter als iemand ouder wordt.
Myopia/nearsightedness
Onmogelijkheid om objecten ver weg duidelijk te zien.
Refractive myopia
Cornea of lens buigt licht te veel
Axial myopia
oogbal is te lang
Hyperopia/fairsightedness
Objecten ver weg duidelijk waarnemen maar dichtbij niet. Focus voor parallel stralen ligt achter de retina omdat de oogbal vaak te kort is.
Transduction
Transformatie van ene vorm energie in andere
Macular degeneration
Kegelrijke fovea verwoest.
Retinitis pigmentosa
Aanpassing aan de retina die door wordt gegeven aan de andere generaties. Deze conditie valt de periphere staafjes receptoren aan en resulteren in slecht beeld in peripheral gezichtsveld
Stappen waarnemen
1: Licht
2: Absorptie
3: Isomerisatie
4: Cascade enzymen
5: Hyperpolarisatie en depolarisatie
6: NT veranderen elektrische signaal
Visual pigment bleaching
Veranderen in vorm en afscheiden van opsin veroorzaakt het molecuul om lichter van kleur te worden
Visual pigment regeneration
Retinal wordt terug gevormd en vastgemaakt aan de opsin
Receptive field
Retinal regio waarover een cel in het visuele systeem beïnvloed kan zijn door licht (excited of inhibited)
Simple cortical cells
Cellen met side-by-side receptive fields. Deze zouden het best reageren op verticale bars.
End-stopped cells
Reageren het best op lijnen van specifieke lengte of bewegende hoeken
Sensory coding
Hoe de vuuring van neuronen verschillende karakteristieken representeert van de omgeving
Specificity coding
Idee dat bepaald objecten gepresenteerd zijn door groepen te vuren.