taalveranderingen Flashcards
lexicale verandering
verandering in woordenschat (woord erbij/woord verdwijnt)
polyseem
woorden met verschillende betekenis aspecten die met elkaar samenhangen
fonetische verandering
verandering in klank
syntactische verandering
verandering in zinsleer (bv. verdwijnen van dubbele ontkenning)
eerstetaalverwerving
aanleren van 1ste taal (moedertaal), bv. kinder fouten
tweedetaalverwerving
aanleren van de 2de taal
substraatwerking
eerstetaalverwerving overgenomen door tweedetaalverwerving (bv.het surinaams gesproken nederlands)
betekenisverdichting
betekenis verdwijnt
betekenisverruiming
betekenis komt erbij (bv; top)
metafoor
vorm van beeldspraak gebaseerd op overeenkomst/vergelijking (bv. Bram is een wandelende encyclopedie)
metonymie
vorm van beeldspraak gebaseerd op geen overeenkomst
connotatie
verandering in gevoelswaarde
melioratief
positieve verandering in gevoelswaarde
bv. vrouw -> dame
pejoratief
negatieve verandering in gevoelswaarde (slecht hangende betekenis)
bv. vrouw -> wijf
eufemisme
gebruik van verhullende woorden/uitdrukkingen (ter vervanging van aanduidingen die men onaangenaam/kwetsend vind)
bv. dwerg -> heel klein mens