gedichten Flashcards

1
Q

ronddeel

A

kort gedicht opgebouwd uit 2 rijmklanken en 3X terugkeren van dezelfde versregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

elegie

A

klaaglied, klaagzang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sonnet

A

14 regels
2 kwatrijnen (4)
2 terzinen (3)
- volta
- rijmvorm : abba abba cdc dcd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

episch gedicht

A

nadruk ligt op beschrijving van gebeurtenissen en handelingen van personages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lyrisch gedicht

A

gedichten die een persoonlijk gevoel uiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dodendans / dans macabre

A

zinnebeeldige voorstelling in de kunst van de macht van de dood over de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg uit: leven van P.C. Hooft

A
  • aristocraat (adel)
  • vader = burgemeester van Amsterdam
  • Amsterdam : rechten studeren
    -> hoofdrechter
  • poëzie, toneel en proza geschreven
  • vertegenwoordiger van de renaissance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef kenmerken van de renaissance

A
  • wedergeboorte van de K.O.
  • harmonie (bv.sonnet)
  • antropocentrisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

alliteratie

A

herhaaldelijk gebruik van beginmedeklinkers

bv. leentje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

assonantie

A

gelijkheid van klank

bv. raam en staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

enjambement

A

een zin loopt door over 2 of meerdere versregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

parallellisme

A

2 of meer zinnen met dezelfde structuur (maar inhoud verandert)

bv. spreken is ziekte, zwijgen is goud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oxymoron

A

2 samengevoegde elementen die mekaar tegenspreken

bv. oorverdovende stilte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

personificatie

A

menselijke kenmerken geven aan niet levende dingen

bv. tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

shakespeareaanse sonnet

A

14 regels
3 kwatrijnen
1 couplet
- volta
rijmvorm: abba cdcd efef gg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly