Taak 6: Ethische en juridische aspecten Flashcards
Wat is euthanasie?
Opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkenene (door een arts) op diens uitdrukkelijke verzoek.
Benoem de 6 zorgvuldigheidseisen die behoren tot de Wet Toetsing Levensbeëindiging.
De criteria van de wet zijn van toepassing bij wilsbekwame patiënten, ongeacht of de patiënt lijdt aan een lichamelijke aandoening of een psychische stoornis.
De 6 zorgvuldigheidseisen:
- De arts is tot de overtuiging gekomen dat er sprake was van een vrijwillig en
weloverwogen verzoek van de patiënt.
- De arts is tot de overtuiging gekomen dat er sprake was van uitzichtloos en
ondraaglijk lijden van de patiënt.
- De arts heeft de patiënt voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond
en over diens vooruitzichten.
- De arts is met de patiënt tot de overtuiging gekomen dat er voor de situatie
waarin deze zich bevond, geen redelijke andere oplossing was.
- De arts heeft ten minste één andere, onafhankelijke arts geraadpleegd die de
patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de eerste
vier zorgvuldigheidseisen.
- De arts heeft de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig
uitgevoerd.
Waar of niet waar: Vanaf 16 jaar hoeven de ouders niet betrokken te zijn bij het verzoek van de patiënt voor levensbeëindiging.
Niet waar: Tot 18 jaar moeten de ouders/voogd betrokken zijn bij het verzoek voor levensbeëindiging van de patiënt.
Er zijn regionale commissies voor de toetsing van meldingen van gevallen van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Uit hoeveel en welke mensen bestaan deze commissies.
De commissie bestaat uit een oneven aantal leden waaronder minstens:
- Eén rechtsgeleerd lid (tevens voorzitter)
- Eén arts
- Eén deskundige inzake ethische of zingevingsvraagstukken.
De rest van de commissie bestaat ook uit deze mensen.
Welke (extra) regels gelden er voor euthanasie in de GGZ?
- De Wet Toetsing Levensbeëindiging vormt het wettelijk kader.
- Levensbeëindiging op verzoek is buitengewoon medisch handelen (verzoek is weloverwogen, sprake van ondraaglijke pijn).
- Levensbeëindiging op verzoek moet worden onderscheiden van suïcidaal gedrag.
- Levensbeëindiging op verzoek met als primaire grondslag een psychische stoornis, vergt een multidisciplinaire benadering
- De familie en naasten van de patiënt dienen in elke fase van het proces betrokken te worden.
Wat maakt dat iemand met suïcidaal gedrag niet in aanmerking komt voor euthanasie?
Een cliënt die suïcidaal gedrag vertoont moet geholpen worden. Dit gedrag is impulsief en daardoor wordt de cliënt niet als wilsbekwaam gezien.
Benoem de 4 fases bij het verzoek van levensbeëindiging in de GGZ.
- Verzoeksfase
- De beoordelingsfase
- De consultatiefase (SCEN-arts + psychiater erbij)
- De uitvoeringsfase.
Welke diagnose moet er gesteld worden als iemand met een depressie de mogelijkheid wilt hebben voor euthanasie?
Treatment Resistent Depression
Noem een aantal tegenargumenten waarom men geen euthanasie zou moeten bieden voor mensen met een depressie.
- Er is geen betrouwbare manier om cliënten te kunnen identificeren met TRD. De precieze definitie wordt nog over gepraat. (les)
- TRD wordt waarschijnlijk gesteld wanneer één therapie niet werkt en 2 soorten antidepressiva. (les)
De argumenten van voorstanders van geassisteerd sterven berusten op noties van B-behandelresistente depressie^ die problematisch zijn. (artikel)
Ten tweede, een individuele patiënt met een depressie kan niet gerechtvaardigd zijn om te geloven dat de kans op herstel minimaal zijn. (artikel)
Ten derde moet de therapeutische betekenis van hoop moet erkend worden; wanneer de geestelijke gezondheidszorg de deur openzet voor het toegeven van hopeloosheid, bestaat het gevaar van een self-fulfilling prophecy. (artikel)
Tenslotte zien voorstanders van hulp bij sterven in de geestelijke gezondheidszorg de gevaren over het hoofd voor de geestelijke gezondheidszorg door het institutionaliseren van hulp bij sterven. (artikel)
Wat is een SCEN-arts?
SCEN-artsen zijn huisartsen en medisch specialisten die speciaal zijn opgeleid om deskundige en onafhankelijke steun en consultatie te geven aan collega-artsen over euthanasie.
Moeten worden geraadpleegd bij de consultatie fase door een andere arts (of psychiater).
