Extra vragen gehele blok Flashcards

1
Q

Match de cijfers bij de stoornis

  1. Depressie
  2. Bipolaire-I
  3. Bipolaire-II
  4. Hypomanische episode
  5. Manische episode
  6. Cyclothyme stoornis
  7. Dysruptive Mood Disregulation Disorder
  8. Unspecified Bipolar and related disorders
  9. Dysthymie

A. Diagnose wordt gebruikt in situaties waarin de clinicus ervoor kiest de reden dat niet aan de criteria voor een specifieke bipolaire en verwante stoornis, en omvat presentaties waarbij er onvoldoende informatie is om een meer specifieke diagnose te stellen (bv. In spoedeisende hulp).

B. Duurt minimaal 4 dagen

C. Stoornis met minstens 1 week een prikkelbare of uitgelaten stemming, vervolgens depressie van minimaal 2 weken.

D. Diagnose mag niet gesteld worden vóór de leeftijd van 6 jaar of na de leeftijd van 18 jaar.

E. Iemand heeft tijdens periode van stemmingsstoornissen, gedurende minimaal 4 dagen, een verhoogde energie en activiteit. Heeft een opgeblazen gevoel van eigenwaarde, is praatlustiger dan gewoonlijk, is overmatig betrokken bij activiteiten die een groot potentieel hebben voor pijnlijke gevolgen, voelt zich uitgerust na 3 uur slaap. Verstoring van de stemming en veranderingen van functioneren zijn waarneembaar door anderen. De episode is niet ernstig genoeg om een duidelijke beperking te veroorzaken in sociaal of beroepsmatig functioneren.

F. Ten minste twee weken aanwezig, 5 symptomen nodig in totaal waaronder sowieso verlies van interesse en sombere stemming.

G. Biologische oorzaak is dat BDNF-spiegels zijn verlaagd, dat een beschermende functie heeft voor neuronen en zorgt voor de groei van neuronen.

H. Minimaal 2 jaar last van hypomanische én depressieve symptomen (die niet voldoen aan de criteria voor episodes). Niet meer dan 2 maanden zonder symptomen.

I. Ook wel Persisterende Depressieve Stoornis. Minimaal twee jaar last van depressieve stemming én minimaal 2 bijkomende symptomen.

J. Een duidelijke periode van abnormaal en aanhoudend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming en abnormaal en aanhoudend verhoogde activiteit of energie, die ten minste 1 week duurt en het grootste deel van de dag, bijna elke dag (of elke duur als ziekenhuisopname noodzakelijk is). Minimaal drie symptomen hiernaast. Ernstig genoeg om belemmeringen in sociaal of beroepsmatig functioneren te kunnen stellen.

K. Symptomen van depressie zijn onvoorspelbaar en wisselen frequent tussen periodes van hypomanie.

A

A. = 8
B. = 4
C = 2
D = 7
E = 4
F = 1
G = 1, 2 & 3 (Stemmingsstoornissen)
H = 6
I = 9
J = 5
K = 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg de biologische verklaring uit voor een pre-menstruele depressieve stoornis.

A

Vrouwen zijn gevoeliger voor hormonen tijdens de premenstruele fase. In de premenstruele fase hebben vrouwen een veranderende of dalende oestrogeen spiegel. Dit gaat gepaard met hypoactiviteit van de HPA-as, wat zorgt voor A-typische depressie. (Meer/minder eetlust, meer/minder slapen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is BDNF? Wat veroorzaakt de vermindering en wat kan ervoor zorgen dat er meer BDNF wordt aangemaakt?

A

BDNF is een biologische factor die een rol speelt in het veroorzaken van een stemmingsstoornis.
BDNF stimuleert de neurogenese, het aanmaken van nieuwe neuronen en gliacellen in de hippocampus. Daarnaast draagt het bij aan de uitgroei van dendrieten. Stresshormonen zorgen voor de verminderde aanmaak van BDNF.

BDNF kan worden verhoogd met antidepressiva, elektroconvulsietherapie of lichamelijke inspanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 4 rouwtaken volgens W. Worden?

A
  1. Accepteren van de realiteit van het verlies
  2. Aanvaarden van emoties horende bij het verlies
  3. Je leven herinrichten na het verlies
  4. De overledene emotioneel een plaats geven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Catecholamine theorie?

A

Theorie over biologische oorzaak van depressie. Depressie komt door functioneel te kort aan noradrenaline. (Hier is niet veel bewijs voor en kritiek hierop is dat er meerdere neurotransmitters zijn betrokken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de biologische stappen die lopen van psychische of lichamelijke stress, naar een flight/fight/freeze respons.

A

Wanneer lichamelijke of psychische stress wordt waargenomen, reageert de hypothalamus met de afgifte van het corticotropinevrijmakend hormoon (CRH) –> Stimuleert hypofyse tot afgifte van adrenocorticotroop hormoon (ACTH). –> Geeft een signaal aan de bijnierschors om cortisol af te scheiden. –> Maken flight/fight/freeze respons mogelijk.

Depressieve mensen bijnieren produceren overmatig cortisol. Normaal oefent cortisol een remmende invloed uit op afgifte van crh en acth maar bij mensen met een depressie zit hier een disfunctie in. Hierdoor verhoogd afgifte van CRH en ACTH.
Antidepressiva werkt in op die negatieve feedbackfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie afkortingen van de 3 typen monoaminen: Noradrenaline, serotonine en dopamine en wat moduleren zij?

A

Noradrenaline/norepinefrine = NA: Betrokken bij werking hart, darmen en alertheid. Verhoogd opwinding en onderdrukt eetlust.

Serotonine = 5HT: Moduleert stemming, slapen en onderdrukt eetlust.

Dopamine = DA: Betrokken bij stemming, slapen en leren, verhoogd plezier gevoel en onderdrukt eetlust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pas de persoon bij het model.

  1. Beck
  2. Lewinsohn
  3. Lazarus
  4. S.C. Heyes (Oprichter gedragstherapie ACT)
  5. Sullivan (Theoretische achtergrond IPT)

A. Cognitief model van depressie: Depressie wordt veroorzaakt en instandgehouden door disfunctionele cognities –> Vast zittende gedachtenschema’s.

B. Psychiatrische symptomen krijgen hun betekenis in interactie met belangrijke anderen.

C. Leertheoretisch model: Depressie = gedrag. Gedragsactivatie nodig om depressie te verminderen.

D. Cognitieve theorie: Iemands kwetsbaarheid voor en ervaringen met depressieve symptomen worden voor een grote mate bepaald door hoe iemand zijn of haar wereld ziet.

E. Pijn wordt veroorzaakt door een direct iets en lijden is wanneer je erover na gaat denken. Doordat je de pijn niet accepteert ga je erdoor lijden. Lijden is een indirect gevolg van de pijn.

F. Stresscopingtheorie: Primary appraisal = inschatting maken van de bedreiging bij potentiële stressfactor, en secondary appraisal = beoordelen of hij over de mogelijkheden beschikt deze bedreiging aan te kunnen.

G. Kern van theorie is de veronderstelling dat psychisch lijden niet zozeer ontstaat door de dingen die iemand meemaakt, maar door de manier waarop iemand over dingen denkt

A

A = 1
B = 5
C =2
D = 1
E = 4
F =3
G = 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je het begrip waarbij je voor een bepaalde uitkomst, terugzoekt wat een bepaalde oorzaak zou kunnen zijn?

A

Representativiteitsheuristiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van ICBT voor de therapeut?

A
  • Antwoorden van vragenlijsten komen automatisch in een systeem, scheelt kosten en tijd om dit na te kijken.
  • Scheelt veel tijd voor de therapeut wanneer cliënt thuis aan de slag kan.
  • Kunnen progressie van de cliënt makkelijk inzien.
  • De therapeut hoeft minder van niveau te zijn dan bij face-to-face behandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is experientiële vermijding bij ACT?

A

Experiëntele vermijding is het uit de weg gaan van ervaringen, kan door letterlijk vermijden maar ook door te controleren of veranderen. Dit is de kern van alle psychische problemen volgens Acceptance and Commitment Therapy.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Match de 6 hoekstenen van ACT bij elkaar.

  1. Controle
  2. Regels
  3. Fusie
  4. Vermijding
  5. Piekeren
  6. Descriptieve zelf

A. Defusie oefeningen
B. Mindfulness
C. Bereidheid
D. Conceptuele zelf
E. Van moeten naar willen
F. Kies ervaren boven vermijden

A

1 = C. Bereidheid
2 = E. Van moeten naar willen
3 = A. Defusie oefeningen
4 = F. Kies ervaren boven vermijden
5 = B. Mindfulness
6 = D. Conceptuele zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de drie pijlers van EBP?

A
  1. Het best beschikbare bewijsmateriaal, onderzoek/wetenschap
  2. Klinische expertise (kennis en ervaring)
  3. Waarden en voorkeuren van de patiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de WGBO?

A

Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Je hebt recht op informatie over je gezondheidstoestand. Ook het recht op geïnformeerde toestemming voor behandeling en opname. Behandelaar moet je informeren, vervolgens mag jij zelf de keuze maken. Beslissingen nemen vanaf 16 jaar in NL.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met welke wet werd het verplicht om je infectie met Corona te melden bij de GGD en om verplicht in quarantaine te zitten?

A

De Wet op Publieke Gezondheid (WPG)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen de BOPZ en de WvGGZ?

A

WvGGZ geldt vanaf 1 jan 2020 en de BOPZ gelde vanaf 1994.
BOPZ ging alleen over verplichte opname, met de komst van de WvGGZ, kan ook ambulante zorg verplicht worden. Gaat niet perse over gevaar criterium maar wel afwenden van een ernstig nadeel. Bij de WvGGZ is er een actievere rol voor familie en naasten.

17
Q

Is er een wet voor patiënten met een verstandelijke beperking en psychogeratische patiënten met betrekking tot dwang acties?

A

Ja, dit is de Wet Zorg en Dwang.

18
Q

Wat wordt er ingezet wanneer een opname van een persoon niet kan wachten ivm een direct dreigende situatie en er een vermoeden is van een psychiatrische stoornis (vb een psychose)?

A

De crisisdienst van de GGZ moet naar de burgemeester om hun maatregel uit te kunnen voeren. Iemand mag vervolgens drie dagen worden opgenomen op deze basis, vervolgens moet de rechter bepalen.