Taak 3: Informatieverwerking Flashcards

1
Q

Wat zijn selectieve aandacht, selectief geheugen en selectieve interpretatie en bij welke stoornissen passen deze begrippen?

A

Selectieve aandacht = wanneer aandacht zich selectief richt op een bepaalde aspecten van de aangeboden informatie ten koste van andere aspecten van die informatie. Bij angststoornissen richten mensen selectief hun aandacht voor bedreigende simili/aspecten waar zij bang voor zijn.

Selectief geheugen = Zaken die te maken hebben met de persoon zelf en een negatieve, sombere, emotionele lading hebben, worden gemakkelijker herinnerd dan andere zaken. Past bij depressieve personen gezien zij voornamelijk de negatieve zaken onthouden en niet zo zeer de positieve.

Selectieve interpretatie = Informatie op een zodanige wijze interpreteren dat schema’s worden bevestigd. Bij depressie kan er bijvoorbeeld iets stoms gebeuren en dat kan de persoon dan direct op zichzelf op zijn schema’s betrekken: ‘Zie je wel, deze stomme dingen gebeuren nu altijd bij mij’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de kern van de theorie van Beck?

A

De kern van de theorie van Beck, is de veronderstelling dat psychische lijden niet zozeer ontstaat door de dingen die iemand meemaakt, maar door de manier waarop iemand over deze dingen denkt. (schema’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 4 niveaus van cognities van de theorie van Beck?

A
  1. Basisschema’s (Opvattingen die iemand heeft over zichzelf/de wereld, is onbewust).
  2. Conditionele assumpties (Veronderstelling over oorzaak-gevolgrelaties)
  3. Strategische ideeën (Opvattingen over hoe het beste gehandeld kan worden in gevaar en om goede dingen te bereiken (leefregels)).
  4. Automatische gedachten (Meest toegankelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg de actionmethode uit als voorbeeld van gedragstherapie.

A

Bij de actionmethode wordt er eerst gekeken of het gedrag toenadering of vermijding is, en of het gedrag beter of slechter laat voelen. Dan wordt er gekozen of iemand doorgaat met het gedrag of kiest voor nieuw gedrag. Het gedrag wordt geprobeerd in de komende weken (vb 15 min wandelen), en geïntegreerd. Gedrag moet wel uitgevoerd worden in de routine om te kijken of het beter was dan het andere gedrag. Daarna worden de resultaten besproken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Cognitieve Gedragstherapie?

A

Bij cognitieve therapie wordt gewerkt met de interpretatie van de cliënt en dan worden schema’s aangepast. Gedrag gaat in op activering, deze voeg je samen tot Cognitieve Gedragstherapie. Disfunctionele functies kunnen worden beïnvloed door cliënten met behulp van gedragsexperimenten te helpen om vermijdingsgedrag en veiligheidsgedrag te verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen In Vivo en In Vitro bij exposure therapie?

A

In Vivo is fysieke/lijfelijke exposure. In Vitro wordt de verbeelding gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem drie soorten behandel technieken bij CGT, en benoem een behandelvoorbeeld bij iedere techniek.

A
  • Cognitieve technieken. Vb, maken van G-schema’s.
  • Operante technieken. Vb. Behavioral activation waarbij de cliënt plezierige activiteiten gaat ervaren waardoor bekrachtiging toeneemt en depressieve gevoelens verminderen.
  • Exposure technieken. Vb. Exposure in vivo (lijfelijk) waarbij de cliënt in moeilijkheid oplopende stappen wordt blootgesteld aan de gevreesde stimulus = graduele exposure.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke stelling is niet juist over de basisprincipes van CGT?
A. CGT leert de cliënt hoe deze zijn eigen therapeut kan zijn.
B. Er ligt geen expliciete nadruk op terugvalpreventie en alleen nadruk op het heden.
C. Zowel de cliënt als de behandelaar hebben een actieve houding.

A

B. Er ligt wel nadruk op terugvalpreventie dit wordt doorgaans de therapie verwerkt én er ligt ook nadruk op het heden, het is probleem-georiënteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is voor therapie is Behavioral Activation en bij welke theorie is deze passend?

A

Behavioral Activation (BA) is een gedragstherapie die past bij de leertheorie van Lewinshon die stelt dat depressie gedrag is en het activiteiten niveau afneemt. Door gedragsactivatie en plezierige activiteiten te laten doen zal bekrachtiging toenemen en depressieve gevoelens verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is assimilatie en accommodatie?

A

Assimilatie = nieuwe ervaringen proberen te interpreteren met al bestaande
schema’s.
Accommodatie = aanpassen van bestaande schema’s om nieuwe ervaringen te
kunnen plaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly