Taak 5 IPT en Evidence-based Flashcards

1
Q

Wat is IPT?

A

kortdurende psychotherapie die door Klerman en Weissman specifiek ontworpen is voor de behandeling van depressie.
Ook effectief bij meer bipolaire stoornis, post-partumdepressies, dysthyme stoornis, boulimia nervosa en eetbuistoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is IPT ontstaan?

A

De naamgeving van IPT is ontleend aan het werk van Sullivan. Sullivan benadrukte dat psychiatrische symptomen hun betekenis krijgen in de interactie met belangrijke anderen.

Een andere belangrijke bron voor IPT is de attachmenttheorie van Bowlby. Centraal staat in deze theorie dat het hebben van affectieve banden een intrinsieke behoefte is die niet te herleiden is tot een andere drift. De hechtingstheorie stelt dat mensen die in hun vroege jeugd geconfronteerd zijn met een ingrijpend verlies (meestal van de moeder) een verhoogde kwetsbaarheid hebben voor depressieve klachten en angstklachten bij latere verlieservaringen.

Brown beschrijft de relatie tussen life events en depressie. Verschillende ingrijpende gebeurtenissen kunnen een depressie uitlokken. Deze relatie is echter niet rechtstreeks, maar ligt gecompliceerder.

Hammen maakt onderscheid tussen life events die door toeval ontstaan (overlijden en ramp) en specifieke life events. Bij specifieke life events speelt de persoon zelf een rol, zoals echtscheiding en verlies van werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Effectiviteit van IPT

A

Combinatie IPT en medicatie is effectiever dan beide afzonderlijk van elkaar.
Los van elkaar even effectief (gebleken bij vrouwelijke depressieve patiënten)
IPT even effectief als CGT
Effect medicatie komt sneller tot stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet de opbouw van de behandeling eruit?

A

Bij IPT wordt aangenomen dat het hebben van affectieve banden een noodzakelijke voorwaarden is voor gezond psychisch functioneren. In IPT wordt de motor tot verandering gevormd door het optimaliseren van het interpersoonlijk functioneren.

Men kan 3 niveaus van interventie onderscheiden bij de behandeling van depressie:
- Het symptoomniveau;
- Het niveau van coping mechanismen;
- Het niveau van persoonlijkheidspathologie;
–> IPT richt zich op de eerste 2 niveaus. Verandering van de persoonlijkheid wordt niet nagestreefd.
12-16 sessies(kortdurend)
3 fase; diagnostiek en uitleg, behandeling en afsluiten van de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 behandelfocussen

A

rouw
interpersoonlijk conflict
rolverandering
interpersoonlijk tekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe start iedere sessie?

A

Elke sessie start met de standaardzin: ‘Hoe is het deze week met u gegaan?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Focus Rouw uitleg

A

Bij de focus ‘rouw’ is er een directe relatie tussen het ontstaan van de depressie en het overlijden van een belangrijke ander (of verliezen aan dementie of handicap). Doel van de behandeling is vermindering van depressieve symptomatologie door het rouwproces weer op gang te helpen (sessies 4 t/m 7) en het op termijn vinden van een zinrijke vervanging voor de verloren relatie (sessies 8 t/m 11).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is contentaffect en procesaffect

A

De therapeut gaat van relatief veilige zaken naar meer belaste emotionele ervaringen. Het helpt als aan de patiënt wordt geleerd dat het veel uitmaakt hoe men met emoties omgaat. Hiermee wordt laten zien dat men kan wisselen tussen contentaffect (de inhoud van het verhaal: ‘wat deed u toen en daar’) en procesaffect (hoe is het voor u nu u het hier vertelt?) en hoe dit helpt om te leren dat het veel uitmaakt hoe me met emoties en emotionele gebeurtenissen omgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Focus interpersoonlijk conflict

A

Het eerste doel bij deze focus is het conflict te identificeren en te actualiseren. In het conflict moet één duidelijk identificeerbare ander zijn en het moet liefst ook een duidelijk onderwerp hebben.
De therapeut zal met de patiënt proberen, na identificatie van het conflict en nadat is nagegaan wat de wensen van een patiënt zijn, het conflict weer in de onderhandelingsfase te brengen.

Samen met de patiënt worden verschillende opties besproken waarop, in die concrete situatie, verschillend gereageerd kan worden. De optie die optimaal lijkt, kan dan worden geoefend in een rollenspel. De patiënt moet het gevoel krijgen over meerdere mogelijkheden te beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

communicatieanalyse

A

De communicatieanalyse is een belangrijke techniek en zeer effectief bij depressieve patiënten die vaak in algemeenheden spreken. De therapeut gaat na of de communicatie adequaat en voor de partner begrijpelijk is. Hierbij let hij op disfunctionele communicatiepatronen als:
- Gedachtelezen (‘ik hoef niet te zeggen wat ik vind, want dat weet mijn vrouw wel van mij’);
- Zegels sparen (alle grieven opsparen en ze dan in één keer spuien als het boekje vol is);
- Zwijgen;
- Vaag blijven;
- Over de band spelen (door bijv. wel tegen een collega te klagen, maar niets tegen de baas te zeggen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Focus 3 rolverdeling

A

Bij deze focus is er een belangrijke verandering geweest in het leven van de patiënt voorafgaand aan de depressie  meestal overgang tussen verschillende levensfasen (uit huis gaan, geboorte, pensionering), maar soms ook veranderingen als echtscheiding, verhuizing, verandering in of van werk, krijgen van ernstige ziekte of handicap.
wat is verloren gegaan en wat voor een affect roept het verlies op.

afscheid nemen is vaak overgeslagen, rouwproces moet op gang komen over hetgeen wat verloren is.

Als een zinvolle vervanging is gevonden, wordt gekeken wat nodig is aan vaardigheden, maatregelen etc. om de eerste stappen te kunnen zetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Focus 4 Interpersoonlijk tekort

A

Interpersoonlijk tekort wanneer de patiënt moeite heeft met het aangaan of onderhouden van betekenisvolle relaties of wanneer iemand met een redelijk sociaal netwerk hier onvoldoende van profiteert. De behandeling is gericht op het vergroten of kwalitatief verbeteren van het sociaal netwerk. Vaak wordt deze focus gekozen als men niet kan uitkomen met een van de andere 3 focussen.

Mensen met deze focus reageren minder goed op IPT  bij patiënten die niet of nauwelijks beschikken over sociaal netwerk heeft IPT een minder grote kans van slagen.

De therapeut gaat meer terug in het verleden om daaruit voorbeelden van geslaagd en minder geslaagd sociaal contact te zoeken; in het heden zijn namelijk weinig contacten waarmee geoefend kan worden. Ook wordt de therapeutische relatie gebruikt als oefengebied en model om dezelfde reden dat er weinig anders voorhanden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fase 3; Afsluiten van de behandeling IPT

A

Nadruk op vorderingen die zijn gemaakt.
Als verdere behandeling noodzakelijk is of kans op terugval te groot is wordt dit besproken.
Recidiverende depressie?  onderhoudsbehandelingen
Minimaal één follow-up afspraak inplannen na 4-6 weken.  onvoldoende effect? Andere behandeling bespreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Houding therapeut IPT

A
  • Steunend
  • Niet-neutrale houding: moeilijkheden worden erkent en kritische zelfbeschouwingen van cl worden aan de kaak gesteld
  • Actief: stimuleren(geen opdracht geven) tot nieuwe gedragsopties uit te vinden en oefenen.
  • Transparantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Problemen die kunnen optreden bij IPT

A
  • Patiënt verslechterd
    IPT effectief in de tweede helft(6weken), er moet geduld zijn. Bij ernstige toename kan medicatie worden toegevoegd, wat een snellere werking heeft.
  • Toename van suïcidaliteit
    IPT draagt bij aan de draagbaarheid van suïcidaliteit, uitleg over suïcidaliteit als symptoom van depressie, hoe te handelen voor cliënt. Niet beheersbaar?  maatregelen treffen, IPT niet mogelijk.
  • Problemen bij keuze focus
    Focus met de meeste emotionele lading wordt gekozen, therapeut sluit aan bij de wens van cliënt.
  • Problemen rond de focus tijdens behandeling
    Indien belangrijke informatie later pas naar boven komt, wordt er gekeken om deze info in te passen in de behandeling, maar als dit te laat is dan wordt er gesproken op verlening van sessies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Effectiviteit IPT

A

Combinatie IPT en medicatie is effectiever dan beide afzonderlijk van elkaar.
Los van elkaar even effectief (gebleken bij vrouwelijke depressieve patiënten)
IPT even effectief als CGT
Effect medicatie komt sneller tot stand

17
Q

Kortdurende psychoanalytische therapie

A

goede therapeutische relatie is essentieel

De hulpverlener zal in de eerste fase van de behandeling vooral op zoek zijn naar uitlokkende factoren die voor de
patiënt een narcistische krenking of bedreigend objectverlies zouden kunnen zijn. Volgens de psychoanalytische theorie beleeft de patiënt de agressieve gevoelens die met dergelijke krenkingen of symbolische verlieservaringen gepaard gaan niet bewust. Ten gevolge van een vroege psychologische ontwikkelingsstoornis richt de patiënt zijn agressie onbewust op zichzelf. Het gevolg hiervan zijn de bij de depressieve stoornis veelvuldig voorkomende zelfbeschuldigingen.

Volgens Freud zijn deze zelfbeschuldigingen cruciaal voor het onderscheid tussen rouw en depressie.

18
Q

Wat is evidence-based medicine?

A

EBM is de integratie van het beste onderzoeksbewijs met klinische expertise en patiëntwaarden.

een optimale afstemming tussen de patiënt, de clinicus en de wetenschap.

uitbreiding zie stuvia

19
Q

Handelen volgens EBP (evidence based practise)

A

Wanneer er sprake is van een deskundige clinicus die op de hoogte van de recentste inzichten over diagnostiek en behandeling van een bepaalde problematiek, en die bij de vakkundige toepassing daarvan rekening houdt met de eigenschappen en wensen van de specifieke patiënt, met als ultiem doel om de best mogelijke zorg te leveren.

20
Q

“Evidence-based werken werd synoniem met het standpunt dat interventies in de zorg gebaseerd moeten zijn op wetenschappelijk bewijs”
tegenargumentaties?

A
  • Academisch onderzoek is niet relevant voor de praktijk;
  • Het gaat om een degeneratie van klinische ervaring en expertise;
  • Iedere patiënt is uniek en kan niet in hokjes worden geplaatst;
  • EBP is een verkapte bezuinigingsmaatregel.

Dit zijn vaak emotionele en aspecifieke argumenten. Ernstiger is dat maar een klein deel van de interventies onomstreden effectief zijn. Als er dus alleen behandelingen uitgevoerd mogen worden die bewezen effectief zijn, krijg je een enorme krimp in behandelingen.

21
Q

‘Het protocol is niet de behandeling, maar slechts een hulpmiddel om de behandeling uit te voeren’. Het protocol kan worden aangepast aan de individuele patiënt en zijn omstandigheden.

A

Face validity = de indruk hebben dat een meting valide is.
Personalized mental health = gepersonaliseerde psychotherapie.
Onze-size-fits-all benadering komt naar voren uit alle misvattingen over EBP.
Therapist drift = behandelaanpak die niet is gebaseerd op empirische steun. Verschijnsel waarbij de therapeut van een ‘doe-therapie’ naar een ‘praat-therapie’ verschuift. Het doet zich voor wanneer clinici er niet in slagen om optimale evidencebased therapie te bieden, ook al beschikken zij over de benodigde hulpmiddelen.

22
Q

contextualiseren en decontextualiseren van de therapeut bij Evidence based behandelen

A

De clinicus verkeert in een spagaat tussen aan de ene kant wetenschappelijke kennis, en aan de andere kant de individuele problemen en kenmerken van de patiënt. De clinicus moet balanceren tussen contextualiseren (de patiënt in het oog houden) en decontextualiseren (algemene behandelprincipes in het oog houden).

23
Q

shared decision making

A

Het is belangrijk dat de therapeut de patiënt goed informeert en bijpraat over de zin en onzin van behandelingen voor problemen. Het proces krijgt hierdoor een shared decision making gestalte.
Uit onderzoek komt naar voren dat een goed geïnformeerde patiënt die goed begrijpt wat de behandeling behelst een betere prognose heeft.

24
Q

Omschrijf het gat tussen wetenschap en praktijk

A

Het lijkt er vaak op dat wetenschappelijk onderzoek dicteert wat er in de praktijk zou moeten gebeuren en dat er daarmee sprake is van eenrichtingsverkeer. Los daarvan vinden veel onderzoeksresultaten niet of pas laat hun weg naar de praktijk van de gezondheidszorg.
Macroniveau: wat de samenleving belangrijk vindt en wat gefinancierd wordt bepaald deels de vraag van cl, behandelmogelijkheden en wetenschappelijk onderzoek

25
Q

De 3 poten van de EBP stoel

A
  1. Best beschikbare onderzoek dat bewijst of en waarom een behandeling werkt;
    - werkzaamheid, effectiviteit en psychologische basisprocessen(geheugen, emoties, schema’s etc)
  2. Klinische expertise – dit kan worden opgesplitst in klinisch oordeel en klinische ervaring.
  3. Cliënt voorkeuren en waarden;
26
Q

artikel 2021 nog toevoegen

A

Deze tekst gaat over onderzoek naar hoe effectief psychotherapie is voor mensen met depressie. Ze vonden dat ongeveer 41% van de mensen die psychotherapie krijgen, een vermindering van hun depressie-symptomen zien na 2 maanden. Dit is beter dan de mensen die geen behandeling krijgen, maar het betekent wel dat meer dan de helft van de mensen die psychotherapie krijgen, geen verbetering zien. Ongeveer 1 op de 3 mensen die psychotherapie krijgen, zien hun depressie helemaal verdwijnen, terwijl dit bij de mensen die geen behandeling krijgen minder vaak gebeurt. Het onderzoek suggereert dat psychotherapie wel kan helpen, maar dat er nog steeds behoefte is aan betere behandelingen en behandelstrategieën om mensen met depressie beter te helpen.

27
Q

Efficacy en Effectiveness

A

Efficacy= efficacious = wanneer een behandeling goed werkt in de klinische omgeving
Effectiveness = of een therapie inderdaad werkt bij de patiënt

28
Q

Kloof tussen de wetenschap en de praktijk: Leg weerstanden uit

A
  1. Naïef realisme
  2. Brede acceptatie van diepgewortelde mythen en misvattingen over menselijke natuur
  3. De toepassing van groepswaarschijnlijkheden op individuen
  4. Omkering van de bewijslast
  5. Onjuiste karakteristieken van wat ebp nou wel of niet is
  6. Pragmatische, educatieve en attitudinale obstakels