Taak 4 nieuwe behandelingen Flashcards

1
Q

MBCT

A

een behandeling die CGT combineert met meditatie. Belangrijkste oefeningen die worden gedaan (naam van oefening en ongeveer wat het inhoudt).
- Body scan;
- De rozijn;

Cognitieve therapie helpt mensen met depressie om bewust te worden van hun gedachten die ze denken wanneer ze depressief zijn. Vroeger dacht men dat deze gedachten alleen aanwezig waren als symptoom van depressie. Cognitieve therapie leert dat ze wel een symptoom van depressie kunnen zijn, maar ze kunnen depressie ook verergeren. De gedachten kunnen ervoor zorgen dat de depressie langer aanhoudt, mensen gaan in de gedachten geloven. Hoe meer ze de gedachten geloven, hoe depressiever ze ervan kunnen worden.
Wanneer mensen genezen zijn moeten ze zich zelf ook kunnen beschermen voor terugval. Meditatie kon de mensen leren om de gedachtes aan te pakken. Mindfulness is een programma van 8 weken, waarbij mensen 2 uur per week een sessie bijwonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ACT

A

ACT pleit dus voor een therapie waarin gedragsverandering centraal staat, niet via het veranderen van cognities, maar door het creëren van een nieuwe leergeschiedenis; ofwel het veranderen van contigenties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zes hoekstenen van ACT

A

In het model kunnen cliënten bewegen van een op de controle gebaseerde leefwijze (controle, fusie, etc.) naar een staat van psychologische flexibiliteit, gebaseerd op waarden (acceptatie, defusie, etc).

  1. controle vs acceptatie
  2. fusie vs defusie
  3. piekeren vs contact met het hier en nu
  4. descriptieve zelf vs observerende zelf
  5. regels vs waarden
  6. vermijding vs toegewijde actie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

effectiviteit ACT

A
  • Bovenstaand model werd onderzocht d.m.v. een pilotstudie onder 26 cliënten;
  • Uit de testen bleek dat na het volgen van de ACT-training, experientiële vermijding significant was afgenomen. Daarnaast waren actie, bereidheid en mindfulness significant toegenomen.
  • In vervolgonderzoek werd de hypothese dat er een significante toename zichtbaar zou zijn op acceptatie tussen de voor- en de nameting bevestigd, evenals de hypothese dat er een significante afname zichtbaar zou zijn van het niveau van de klachten (ook uit resultaten van de subschaal Symptom Distress).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Overeenkomsten ACT en MBCT

A

Bij beide wordt gestimuleerd om afstand te nemen van je gedachtes (bijv. door er een personage van te maken ACT, of door een ontspanningsoefening te doen MBCT). Beide theorieën zeggen: het idee dat we onze gedachten kunnen beïnvloeden klopt niet. ACT en MBCT zijn daarom ook niet echt klachtgericht.
Overeenkomsten tussen MBCT en ACT:
- Parallelle ontwikkelingsgeschiedenis;
- Integratie van mindfulness-praktijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verschillen ACT en MBCT

A

De empirische ondersteuning voor ACT als behandeling voor unipolaire depressie wordt als “bescheiden” beschouwd, terwijl MBCT wordt gezien als een “sterke” methode om terugval te voorkomen.
ACT is gebaseerd op een filosofische theorie, terwijl MBCT niet op een specifieke theorie is gebaseerd.
ACT en MBCT verschillen in hun benadering van mindfulness-oefeningen en in de manier waarop ze worden geleverd.
ACT is ontwikkeld als een transdiagnostische benadering, terwijl MBCT specifiek is bedoeld voor mensen met een geschiedenis van depressie.

zie eigen samenvatting voor uitbreiding!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Effectiviteit MBCT

A

Ze leren hier mediteren, om dit zelf op een dagelijkse basis te kunnen toepassen. Het halveert het aantal episodes bij mensen die eerder al 3 of meer episodes hebben meegemaakt. Meditatie helpen mensen om alert te blijven en symptomen vroegtijdig te herkennen en aan te pakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil tweede en derdegeneratie

A

Het voornaamste verschil tussen de 2e en 3e generatie is dat cognities niet worden gezien als oorzaken, maar als gedrag dat wordt veroorzaakt door de leergeschiedenis van een persoon in interactie met zijn huidige omgeving, reinforcement contigenties. Hierdoor richt men zich in de praktijk niet rechtstreeks op cognities en emoties, maar concentreert men zich op waar die cognities en emoties vandaan komen en waar de handvatten liggen om het gedrag van de cliënt te veranderen op weg naar duidelijke doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschil in pijn en lijden

A

Pijn wordt veroorzaakt door een directe oorzaak in het hier en nu. Als er echter geen directe aanwijsbare oorzaak is voor de pijn die iemand ervaart, dan spreken we van geverbaliseerde pijn, oftewel lijden. Dit lijden ontstaat doordat mensen in staat zijn om, naast directe beleving, ook vrij te fantaseren over wat er allemaal zou kúnnen gebeuren. Deze gedachten (fantasie) kunnen vervolgens een eigen leven gaan leiden, dit kan voor psychische problemen zorgen.
- Taal kan van pijn –> lijden maken.

Experiëntiële vermijding is de kern van alle psychische problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Experiëntiële vermijding en functionele disclassificatie

A

Experiëntiële vermijding zou een bruikbaar begrip zijn voor een functionele disclassificatie van psychische problemen. Een functionele disclassificatie legt de nadruk op functioneel pathologische processen, waar de huidige descriptieve (syndromale) classificatie de nadruk legt op een cluster van symptomen. Experiëntiële vermijding zou kunnen worden beschouwd als een voorbeeld van een functionele classificatie, omdat vele vormen van psychopathologie kunnen worden geïnterpreteerd als gevolg van ongezonde vermijdingstechnieken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

cognitieve fusie

A

cognitieve fusie: gedrag wordt steeds meer gereguleerd door een ingewikkeld netwerk van talige relaties dat in ons hoofd bestaat, in plaats van door directe ervaringen. Een gedachte als ‘ik ben waardeloos’ wordt gezien als een feit, i.p.v. als een gedachte die opkomt. Deze fusie met gedachten leidt tot experiëntiële vermijding, waarmee wordt bedoeld dat bepaalde interne ervaringen, zoals lichamelijke sensaties, emoties, gedachten of herinneringen, maar ook externe ervaringen worden vermeden. Ook ons vermogen tot zelfevaluatie en het geven van redenen (rationalisaties) worden tot deze processen gerekend. Deze processen, aangestuurd door ons ‘verstand’, leiden uiteindelijk, via experiëntiële vermijding, tot psychische klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Positieve CGT (vierde generatie)

A

Positieve CGT (vierde generatie)
* Integreert oplossingsgerichte therapie met positieve psychologie oefeningen binnen een cognitief
gedragstherapeutisch kader
* Oplossings‐en doelgericht
* Huiswerk: betere momenten
* Opwaartse pijl‐techniek –> positieve gevolgen
* Positieve Psychologie oefeningen:
– Best Mogelijke Zelf, 3 goede dingen, dankbaarheidsbrief, sterktes, acts of kindness, zelf‐compassie,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ICBT (Internet-delivered Cognitive Behaviour Therapy)

A

Tijdens ICBT loggen patiënten gedurende een bepaalde periode regelmatig in op een beveiligde website om online-materiaal te openen, te lezen en te downloaden dat is gerangschikt in een reeks lessen of modules. De patiënten krijgen huiswerkopdrachten die ze moeten afronden voordat de volgende module beschikbaar is. Ze vullen ook regelmatig computergestuurde vragenlijsten in die relevant zijn voor hun problemen, waardoor een therapeut de voortgang, veiligheid en resultaten kan volgen.
2 dimensies om ICBT te categoriseren:
- Het betreffen van therapeutcontact;
o Wél sprake van therapeutcontact;
 Real-time (synchrone) interactie; Contact via telefoon, video;

          	Vertraagde (asynchrone) interactie; Beveiligde e-mailcommunicatie; 
  • Focus op de behandeling van psychische stoornissen of het voorkomen op de ontwikkeling ervan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voordelen therapeut internetinterventies

A

“Deelnemers aan internetinterventies die ook contact hebben met een therapeut, hebben beter resultaat. Sommige patiënten zijn geneigd om voor ongeleide behandelingen te kiezen, maar geleide behandelingen hebben belangrijke voordelen. Een therapeut kan bijvoorbeeld een diagnose stellen en helpen bepalen of een behandeling geschikt is voor de patiënt. De behandeling kan vervolgens op maat worden gemaakt en individueel worden afgestemd met behulp van ervaren clinici. Bovendien kan ondersteuning tijdens internetgebaseerde cognitieve gedragstherapie (ICBT) asynchroon plaatsvinden, wat betekent dat clinici collega’s en andere experts kunnen raadplegen voordat ze antwoorden en feedback geven aan patiënten. Er zijn ook aanwijzingen dat ondersteuning de therapietrouw verhoogt en uitval voorkomt. Ten slotte kunnen therapeuten patiënten helpen om toegang te krijgen tot andere diensten die nodig kunnen zijn. De manier waarop begeleiding wordt geboden, is dus van groot belang voor het behalen van betere resultaten.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nadelen therapeut internetinterventies

A

Er is nog onduidelijkheid over de optimale frequentie en vorm van ondersteuning bij internetgebaseerde cognitieve gedragstherapie (ICBT). Ten eerste is er geen duidelijke relatie tussen de hoeveelheid ondersteuning en het behaalde resultaat, en behandelingen met veel ondersteuning lijken niet beter te werken dan behandelingen met weinig ondersteuning. Ten tweede is het onzeker of gelijke resultaten kunnen worden behaald met minder gestructureerde interventies. Ten derde zijn begeleide interventies wel kosteneffectief, maar het verstrekken van begeleiding is duurder dan geautomatiseerde behandelingen. Kleine effecten van ongeleide behandelingen kunnen dan nog steeds kosteneffectief zijn. Ten slotte is er nog beperkte kennis over de therapeutfactoren die van belang zijn bij face-to-face behandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly