T9 - Wereldoorlogen Flashcards

1
Q

antisemitisme

A

Jodenhaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

appeasement

A

Beleid dat gericht is op het vermijden van oorlog door toe te geven aan de eisen van de tegenstander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beurskrach

A

Een plotselinge en zeer sterke koersdaling op de aandelenmarkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bezetting

A

Een vreemd gebied met militaire middelen innemen en overheersen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

capitulatie

A

Overgave van een land/leger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

collectivisatie

A

Samenvoeging van verschillende kleine productie-eenheden (bv boerderijen/fabrieken) tot één grote eenheid die gemeenschappelijke eigendom is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

crisis

A

Economische neergang dat zich kenmerkt aan:
- lage winsten
- veel faillissementen
- hoge werkloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

expansionisme

A

Beleid dat gebaseerd is op de behoefte tot uitbreiding van het eigen territorium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fascisme

A

Een antidemocratische en nationalistische ideologie die uitgaat van ongelijkwaardigheid tussen mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geleide economie

A

Economisch stelsel waarbij de overheid een sterke invloed heeft op het aanbod en de prijs van de geproduceerde goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

indoctrinatie

A

Het systematische en eenzijdige onderwijzen van politieke/religieuze ideeΓ«n, met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Isolationisme

A

Politiek die gericht is op de wens van een land om zich niet te bemoeien met buitenlandse aangelegenheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

massaorganisatie

A

Een grote vereniging waarbinnen individueel belang ondergeschikt is aan het groepsbelang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

massavernietigingswapens

A

Wapens die in korte tijd een groot aantal slachtoffers veroorzaken (bv gifgas/atoombommen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

militarisme

A

Voorliefde voor alles dat met het leger te maken heeft, bv voor uniformen, medailles, parades en discipline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nationaalsocialisme

A

Een ideologie die dezelfde kenmerken heeft als het fascisme, maar die zich daarvan onderscheidt door een extreme vorm van racisme (antisemitisme).

17
Q

paramilitair

A

Groepen die zich bewapend hebben en gewapende acties uitvoeren, maar niet tot het leger behoren.

18
Q

planeconomie

A

Economisch stelsel waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd wordt (meestal vastgelegd in vier-/vijfjarenplannen).

19
Q

rassenleer

A

Een theorie die veronderstelt dat er superieure en minderwaardige rassen zijn.

20
Q

razzia

A

Een onverwacht door de politie/leger uitgevoerde drijfjacht met het doel groepen mensen op te pakken.

21
Q

totalitair

A

Een regeringsvorm waarbij alle persoonlijke belangen ondergeschikt worden gemaakt aan het staatsbelang.

22
Q

veelvolkerenstaat

A

Een staat waarin meerdere volkeren onder hetzelfde bestuur leven.

23
Q

wapenwedloop

A

Een strijd tussen twee of meer landen die elkaar proberen te overtreffen op het gebied van wapentechnologie/het bezit van aantallen wapens.

24
Q

wereldoorlog

A

Een oorlog tussen veel staten die op mondiale schaal gevoerd wordt.