T3 VOC Flashcards
het gebouw
le bâtiment
het kruispunt
le carrefour
het winkelcentrum
le centre commercial
het departement
le département
de plaats
l’endroit (m)
de omgeving
les environs (m)
het oosten
l’est (m)
de verkeerslichten
les feux (m)
het stadhuis
l’hôtel de ville
het monument
le monument
het noorden
le nord
het westen
l’ouest (m)
de voetganger
le piéton
de brug
le pont
de rotonde
le rond-point
het zuiden
le sud
het traject
le trajet
de autosnelweg
l’autoroute (f)
de hoofdstad
la capitale
de richting
la direction
het plein
la place
de regio/ streek
la région
de (voetgangers)straat
la rue (piétonne)
de afrit
la sortie
het uitzicht
la vue
versperd
barré(e)
bekend
connu(e)
beroemd/ veelbesproken
fameux, fameuse
aankomen
arriver
verdergaan, doorgaan
continuer