systeem aarde H3 Flashcards
albedo
De mate waarin een oppervlak zonne-energie weerkaatst, uitgedrukt in een percentage.
aride zone
Zone met droge klimaten.
atmosfeer
Het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen. Is een van de geofactoren. Heet ook dampkring.
atmosferische circulatie
De verplaatsing van lucht in de atmosfeer (grote windsystemen). Heet ook mondiaal windsysteem.
bodem
De voor de plantengroei belangrijke bovenste lag van de aardkorst (in Nederland tot ongeveer 1,20 m diepte). Is een van de geofactoren.
bodemerosie
Het door erosie verdwijnen van het voor planten belangrijke deel van de bodem.
boreale zone
Overgangsgebied tussen de gematigde en de polaire zone op de continenten, dus op het noordelijk halfrond.
corioliseffect
De afwijking van de windrichting die ontstaat door de draaiing van de aarde.
dierenwereld
Al het dierlijke leven op aarde, zoals bacteriën, plankton, ongewervelde dieren, vogels, reptielen, amfibieën en zoogdieren. Is een van de geofactoren.
drainage
Verlaging van de grondwaterstand door het aanleggen van greppels en afvoerbuizen in de grond.
duurzaam landgebruik
Natuurlijke hulpbronnen zodanig gebruiken dat men tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie, zonder die van de toekomstige generaties gevaar te laten lopen.
energiebalans
De optelsom van de kortgolvige straling (zonlicht) op aarde, de naar het heelal teruggekaatste straling en de langgolvige uitstraling (warmte) van de aarde.
front
Grensvlak tussen relatief warme en relatief koude lucht.
frontale regen
Neerslag die ontstaat bij een front, als relatief warme lucht over relatief koude lucht opstijgt.
gematigde zone
Gebied tussen de subtropische en de boreale zone (tussen de 30 en de 55° N.B. en Z.B.).
geofactoren
Factoren die door hun onderlinge relaties landschapszones vormen. De belangrijkste zijn het klimaat, de gesteenten, het reliëf en de mens.
hogedrukgebied
Gebied met een hogere luchtdruk aan het aardoppervlak dan in de omgeving.
intertropische convergentiezone (ITCZ)
Zone met lage luchtdruk op en nabij de evenaar. Heet ook tropisch minimum of zone van equatoriale lage druk.
irrigatie
Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden.
klimaat
De gemiddelde toestand van het weer over een lange periode (30 jaar) en voor een groot gebied. Is een van de geofactoren.
klimaatgebieden
Grote gebieden op aarde met kenmerkende eigenschappen van temperatuur, neerslag en wind.
klimaatverandering
De verandering op lange termijn van de temperatuur, de neerslag en de wind op aarde.
koolstofdioxide
Kleur- en reukloos gas (CO2).
koude zeestroom
Relatief koude waterstroming in oceanen en zeeën.