Studietaak 3 - Hypotheses, theorie en voorspellingen Flashcards

1
Q

Wat is het verificatieprincipe?

A

Het idee van de logisch positivisten dat een bewering alleen betekenisvol is als deze empirisch geverifieerd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het falsificatieprincipe?

A

Het principe van Popper dat stelt dat een wetenschappelijke theorie gefalsifieerd (weerlegd) moet kunnen worden om als wetenschappelijk te gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de twee belangrijkste wetenschappelijke methodes om hypotheses te toetsen?

A

De inductieve methode en de hypothetico-deductieve methode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de inductieve methode in?

A

Een methode waarbij algemene conclusies worden getrokken uit specifieke waarnemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de hypothetico-deductieve methode?

A

Een methode waarbij hypothesen worden opgesteld en vervolgens getest door deductie en empirische observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly