Studietaak 1 - Tijdlijn Flashcards
Perspectief op wetenschap
Waar en wanneer duikt de vraag naar kennisverwerving voor het eerst concreet op in de Europese geschiedenis?
Bij de oude Grieken rond 600 v.Chr.
Welke filosofen worden in dit hoofdstuk besproken en waarom?
Socrates, Plato en Aristoteles, omdat ze nadenken over hoe we kennis van de wereld moeten vergaren.
Wat gebeurde er met de wetenschap in de periode tussen de oudheid en de late middeleeuwen?
In West-Europa werd weinig vooruitgang geboekt in de wetenschap, en oude Griekse filosofie werd steeds meer vermengd met christelijke geloofsbeginselen.
Waarom wordt de periode van het Romeinse Rijk en de middeleeuwen grotendeels overgeslagen in de ontwikkeling van de wetenschap?
In het Romeinse Rijk lag de nadruk op ethiek, recht en politiek, en in de middeleeuwen werd Griekse filosofie vermengd met christelijke geloofsbeginselen.
Wat is het Aristotelisch-Christelijke wereldbeeld?
Een middeleeuws wereldbeeld waarin het universum als een perfecte, goddelijke balans werd gezien, met de aarde als middelpunt.
Waarom werd in de middeleeuwen weinig kritisch nagedacht over de ware aard van de wereld?
Omdat het wereldbeeld vooral diende om de mens voor te schrijven hoe hij zijn plaats in de wereld moest begrijpen in relatie tot God.
Wat was de wetenschappelijke revolutie?
Een periode na de middeleeuwen waarin men het Aristotelisch-Christelijke wereldbeeld losliet en een moderne wetenschappelijke kijk op de wereld ontwikkelde. ( 1500 -1700 wetenschappelijke revolutie)
Wat wordt beschouwd als het beginpunt van de wetenschappelijke revolutie?
De publicatie van De Revolutionibus Orbium Coelestium (Про обертання небесних сфер) door Nicolaus Copernicus in 1543.
Wat beschreef Copernicus in zijn werk?
Een heliocentrisch model waarin de zon, in plaats van de aarde, centraal staat in ons zonnestelsel.
Wat is de wetenschappelijke betekenis van de verschuiving van een geocentrisch naar een heliocentrisch model?
Het was een belangrijke stap in de demystificatie van de wereld en het gebruik van wetenschappelijke methoden.
Wanneer was de basis van het wetenschappelijk denkend gelegd
600 v.Chr. - 200 v.Chr. door oude Grieken
Tijd van praktische filosofie?
200 v.Chr. - 500 n.Chr., Romeinse Rijk
Tijdvak van dogmatisch aristotelisch-christelijk wereldbeeld
500 - 1500, middeleeuwen
Wanneer kwam mechanisering van het wereldbeeld
1500 - 1700, wetenschappelijke revolutie
Wanner was opkomst van het kritisch denken
1700 - 1800, Verlichting
Wanner was Industriële en digitale revolutie
1800 - heden, moderne tijd
Socrates
ca. 470 v.Chr. - 400 v.Chr.
Plato
427 v.Chr. - 347 v.Chr.
Aristoteles
384 v.Chr. - 322 v.Chr.
Francis Bacon
1561 - 1626
René Descartes
1596 - 1650
John Locke
1632 - 1704
George Berkeley
1685 - 1753
David Hume
1711 - 1776