stratificatie en sociale klassen Flashcards
kenmerken vd standenmaatschappij
- deel vh Europese feodaal systeem
- verschillende plichten en rechten (soms in de wet vastgelegd)
- individuele mobiliteit
- 3 standen v Gilles de Rome: aristocratie + lagere adel, clerus, gewone volk
kenmerken vh kastensysteem
- erfelijke basis
- gebaseerd op Hindoe geloof
- hiërarchisch
- endogamie
- restricties op voedsel, beroep, …
varieert van streek tot streek - Brahmanen, Harijans
- geen mobiliteit
kaste =
een homogene sociale eenheid waarvan wordt aangenomen dat zij uit verwanten bestaan
kenmerken van slavernij
- individuen die in pers dienstverband staan en dus letterlijk eigendom zijn van anderen
- varieert van maatschappij tot maatschappij
- geen mobiliteit
kenmerken vd klassenmaatschappij
- op basis van economische middelen
- grenzen zijn vager en breder dan bij andere systemen
- mobiliteit is mogelijk
- anonieme en onbepaalde interacties tussen strata
een sociale klasse =
een grootschalige groepering v mensen die beschikken over eenzelfde economische middelen en die daardoor grote gelijkenissen vertonen in hun levenswijze, hun belangen en hun opvattingen
Klassen volgens Karl Marx
- economische grondslag: bezitten v productiemiddelen (kapitalisten) of niet (proletariaat)
- polarisatie vd maatschappij rond 2 klassen (uitbuiting, vervreemding)
- klasse-an-sich, klasse-fur-sich
- klassenstrijd
- complexiteit vh klassensysteem
Klassen volgens Max Weber
- economische dimensie: klasse
- sociale dimensie: status
- politieke dimensie: partij
klassen volgens Eric Olin Wright
aanhanger v Marx:
- 3 soorten controle (over geldkapitaal, fysieke productiemiddelen, arbeidskrachten)
- kapitalistische klasse: controle over alle
- arbeidersklasse: geen controle
- ambigue klasse: controle over sommigen
- echte kapitalisten bestaan niet meer (managers, aandelen)
klassen volgens Frank Parkin
aanhanger van Weber
- uitsluiting
- usurpatie
- duale sluiting
klassen volgens Davis & Moore
functionalistische theorie:
- stratificatie helpt de maatschappij functioneren
- functionele onmisbaarheid
- stratificatie = beloning
verticale mobiliteit =
opwaartse of neerwaartse beweging maken op de sociale ladder
structurele mobiliteit =
een hele beroepsgroep klimt of daalt op de sociale ladder
individuele mobiliteit =
individu klimt omhoog op de sociale ladder tijdens zijn carrière
horizontale mobiliteit =
van beroep veranderen zonder van sociale status te veranderen