socialisatie Flashcards

1
Q

socialisatie =

A

een kind moet eerst gevormd worden voordat het kan bijdragen tot de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

socialisatie vh kind houdt in:

A
  1. ontwikkelen ve zelfbewustzijn
  2. gewoonten vd cultuur verwerven
  3. vaardigheden onder de knie krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

socialisatie is essentieel voor:

A
  1. het voortbestaan vd samenleving

2. het individu: verwerft een eigen identiteit dmv het socialisatieproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken vd repressieve socialisatie:

A
  1. slecht gedrag straffen
  2. goed gedrag materieel belonen
  3. gehoorzaamheid vh kind staan centraal + noodzakelijke controle hierop
  4. non-verbale communicatie
  5. communicatie als bevel
    = oudersgerichte socialisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kenmerken vd participatieve socialisatie

A
  1. goed gedrag belonen
  2. goed gedrag wordt symbolisch beloond
  3. autonomie vh kind staat centraal + algemeen toezicht
  4. verbale communicatie
  5. communicatie als dialoog
    = kindgerichte socialisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cultivering vd zintuigen

A

kinderen worden geboren met een bepaalde capaciteit (vd zintuigen) en de cultuur waarin de worden opgevoed bepaald hoe ver hun zintuiglijk vermogen wordt ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ontwikkeling vh spelen volgens Mildred Parten

A
  • solitair spelen
  • parallel spelen
  • associatief spelen
  • coöperaatief spelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Moederlijke deprivatie

A

theorie van Bowbly: kinderen waarvan de moeder vroeg sterft hebben last van angstgevoelens die de persoonlijkheidsontwikkeling stoort
=> toont het belang vd moeder/kind relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Theorie over de ontwikkeling vh kind: Freud

A
  • belang v seks en het onderbewuste
  • persoonlijkheid bestaat uit Ich, Es en Über-Ich
  • Oedipus complex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kritiek op Freud

A

(door GH Mead):

  • theorie is ontwikkeld in een specifieke tijd, cultuur en is dus niet makkelijk toe te passen op andere culturen/tijdperken
  • pessimistisch mensbeeld: mens is volgens Freud een tragisch wezen dat wordt bestuurd door spanningen en driften
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

theorie over de ontwikkeling vh kind: GH Mead

A
  • internalisatieprincipe
  • persoonlijkheid bestaat uit: I, Me, Self
  • ontwikkeling zelfbewustzijn door ontwikkeling vd “generalized other” door het spelen van spelletjes met andere kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

age grades =

A

formeel afgebakende leeftijdsgroepen, die steeds collectief overstappen naar een volgende leeftijdsgroepen en gedurende hun leven een vriendschappelijk relatie onderhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

formeel curriculum ve school =

A

je loopt een bepaald traject door en aan het einde heb je bepaalde leerdoelen bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hidden curriculum ve school =

A

Het leren van dingen die niet in het leerplan staan, maar die je door het socialisatieproces vd institutie ‘school’ wel bijleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken v primaire socialisatie

A
  1. vorming vd gehele persoonlijkheid, leerproces tijdens de eerste levensjaren
  2. socialisatie gebeurt ononderbroken
  3. is verplicht en noodzakelijke
  4. is emotioneel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken v secundaire socialisatie

A
  1. zakelijker
  2. dmv secundaire instituties later in je leven iets bijleren
  3. onderbroken socialisatie
  4. vrijwillig
  5. vind plaats op crisismomenten
17
Q

kenmerken van Total institutions door E Goffman

A
  • mortificatie
  • alle aspecten vh leven spelen zich hierbinnen af
  • in gezelschap v anderen
  • strikt dagschema + permanente controle
  • doel: persoonlijkheid heropbouwen
18
Q

panoptische samenleving =

A

een samenleving waarin de machthebbers niet zichtbaar zijn maar wel controle uitvoeren

19
Q

redenen waarom de rol vh kind veranderde

A
  1. toenemende complexiteit en differentiatie vd samenleving

2. door de humanisering was er nood aan scholing (samenleving had nood aan geschoolde mensen)