gender en seksualiteit Flashcards

1
Q

sex =

A
  1. de geslachtscategorie waartoe mensen behoren

2. de seksuele activiteit van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gender =

A

de psychische, sociale en culturele verschillen tss mannen en vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

constructivisme

A

een theorie over gedragsverschillen tss man en vrouw die de nadruk legt op de culturele basis van geslachtsverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

scripttheorie

A

een theorie over gedragsverschillen tss man en vrouw die seksueel gedrag opvat op een dramaturgische manier: men leert de mannelijke en vrouwelijke genderrol spelen op basis van scripts (=richtlijnen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

genderdysforie =

A

mensen die geboren worden met geslachtskenmerken van een ander geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

testiculair femeniseringssyndroom =

A

mannen met vrouwelijke geslachtskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

androgenitaal syndroom =

A

vrouwen met mannelijke genitaliën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

preverbale tekens voor het onderscheiden v m/v

A
  • baby’s worden op een versch manier behandelt door mannen dan door vrouwen
  • verschillende geur
  • visuele verschillen
  • -> baby’s registeren dit onbewust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

latentiefase

A

een fase na de oedipale fase waarbij seksuele activiteit wordt opgeschort tot biologische veranderingen erotische verlangens opnieuw activeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

patriarchaat =

A

de mannelijke dominantie in het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

glazen plafond =

A

de onzichtbare barrière die het vrouwen onmogelijk maakt om door te stoten naar hogere functies (op de arbeidsmarkt)
= verticale segregatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly