Strafrecht Flashcards
FrontText
BackText
Art. 1 Sr omvang en werking - legaliteitsbeginsel
1Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
2Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.
Art. 2 Sr territorialiteitsbeginsel
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt.
Art. 3 Sr vlagbeginsel
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig aan enig strafbaar feit schuldig maakt.
Art. 9 Sr hoofdstraffen – bijkomende straffen
1De straffen zijn:
a.hoofdstraffen:
1°.gevangenisstraf;
2°.hechtenis;
3°.taakstraf;
4°.geldboete;
b.bijkomende straffen:
1°.ontzetting van bepaalde rechten;
2°.verbeurdverklaring;
3°.openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
2Ten aanzien van misdrijven die worden bedreigd met een vrijheidsstraf of een geldboete of ten aanzien van overtredingen die worden bedreigd met een vrijheidsstraf kan, behoudens in bij de wet bepaalde gevallen, in plaats daarvan een taakstraf worden opgelegd.
3In het geval gevangenisstraf, hechtenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, of een taakstraf wordt opgelegd, kan tevens een geldboete worden opgelegd.
4In geval van veroordeling tot gevangenisstraf of tot hechtenis, vervangende hechtenis daaronder niet begrepen, waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen deel ten hoogste zes maanden bedraagt, kan de rechter tevens een taakstraf opleggen.
5Een bijkomende straf kan, in de gevallen waarin de wet haar oplegging toelaat, zowel afzonderlijk als te zamen met hoofdstraffen en met andere bijkomende straffen worden opgelegd.
Art. 39 Sr ontoerekeningsvatbaar
Personen die een zwakke geestelijke gesteldheid hebben of een psychische stoornis op grond waarvan een misdrijf hen niet kan worden toegerekend, zijn niet strafbaar.
Art. 40 Sr overmacht - noodtoestand
Iemand die een strafbaar feit pleegt omdat hij door overmacht niet anders kon, is niet strafbaar.
Art. 41 Sr noodweer - noodweer exces
Strafbare feiten die volgen uit noodzakelijke handelingen die men doet om zijn lijf of dat van een ander, zijn eerbaarheid of zijn eigendommen tegen een fysiek geweld te verdedigen, worden niet bestraft. Als men daarbij door heftige emoties, bij zelfverdediging verder ging dan achteraf noodzakelijk blijkt, is men niet strafbaar.
Art. 42 Sr wettelijk voorschrift
Als men een wettelijk voorschrift opvolgt, is men niet strafbaar.
Art. 43 Sr ambtelijk bevel
Als men een ambtelijk bevel opvolgt, dat door het bevoegde gezag is gegeven, is men niet strafbaar voor de uitvoering van die opdracht. Als een dergelijk bevel is gegeven door iemand die niet bevoegd is tot het geven van een ambtelijk bevel en de persoon die de opdracht uitvoerde was daarvan niet op de hoogte, dan is hij in de regel niet strafbaar.
Art. 44 Sr Strafverzwaring ambtenaar
Een ambtenaar die bij het plegen van een strafbaar feit ambtelijke regels overtreedt, of zijn positie als ambtenaar daarbij misbruikt, kan een strafverhoging krijgen van eenderde van de straf die anderen voor hetzelfde zouden krijgen. Dat geldt niet bij een boete.
Art. 45 Sr poging
Een poging tot het uitvoeren van een misdrijf is strafbaar zodra de dader laat blijken een misdrijf te willen begaan door te beginnen met de handelingen daarvoor. Pogingen tot misdrijf worden gestraft met dezelfde straf als het misdrijf, waarbij de straf echter met een derde wordt verminderd. Als op het misdrijf, waartoe een poging werd gedaan, levenslang staat, dan krijgt de dader een maximum straf van vijftien jaar.
Art. 46 Sr voorbereiden
Voorbereiding van een misdrijf waarop acht jaar of meer staat, is strafbaar als de dader opzettelijk de nodige voorwerpen, stoffen, informatie, ruimten en vervoersmiddelen aangeschaft heeft; of deze gemaakt heeft of verhandelt met de bedoeling daarna het misdrijf te begaan. De verdachte die veroordeeld wordt wegens het voorbereiden van een misdrijf waarop acht jaar of meer staat, krijgt maximaal de helft van die straf. Betreft het een misdrijf waar levenslang op staat, dan wordt hij met ten hoogste tien jaar gestraft. Eventueel bijkomende straffen worden niet gekort. Bijkomende straffen zijn voor een poging hetzelfde als voor het misdrijf zelf. Met voorwerpen worden ook bedoeld bepaalde rechten en alle soorten goederen.
Art. 46b Sr vrijwillige terugtreding
Als een persoon een poging tot misdrijf doet of een misdrijf voorbereidt, maar op het laatste moment uit vrije wil afhaakt en het misdrijf niet is voltooid, dan is hij niet strafbaar.
Art. 47 Sr daderschap
“1°.zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;
2°.zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.”
Art. 48 Sr medeplichtigheid
1°.zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;
2°.zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf.
Art. 55 Sr eendaadse samenloop
1Valt een feit in meer dan één strafbepaling, dan wordt slechts één van die bepalingen toegepast, bij verschil die waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
2Indien voor een feit dat in een algemene strafbepaling valt een bijzondere strafbepaling bestaat, komt deze alleen in aanmerking.
Art. 57 Sr meerdaadse samenloop
1Bij samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, wordt één straf opgelegd.
2Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld, doch - voor zover het gevangenisstraf of hechtenis betreft - niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.
Art. 77a Sr straffen 12 -17jarigen
Kinderen van twaalf jaar en ouder, maar jonger dan achttien, vallen onder bijzondere regels.
Art. 138 Sr huisvredebreuk
Het is strafbaar om zonder toestemming een woning, een besloten lokaal of een erf dat van een ander is, binnen te dringen en daar te blijven nadat de eigenaar verzocht heeft de woning, de ruimte of het erf te verlaten. Straf: een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een boete van de derde categorie. Onder ‘binnendringen’ wordt verstaan: ’s nachts in een woning komen door braak, inklimming, gebruik van valse sleutel of valse voorwendselen (zoals een vals uniform). Onder dit begrip valt niet als iemand per vergissing in een woning binnenkomt. Als bij binnendringing bedreigingen geuit worden of geweld gebruikt wordt door de binnendringer, kan hij veroordeeld worden tot maximaal een jaar gevangenisstraf of een boete van de derde categorie. Als huisvredebreuk gepleegd wordt door twee of meer personen dan kan de straf met een derde worden verhoogd.