Exam Flashcards

1
Q
  1. Een verdachte heeft in staat van totale dronkenschap een misdrijf gepleegd. Zijn verdediging bestaat hoofdzakelijk uit het feit dat zijn advocaat vindt dat zijn cliënt (de verdachte) ontoerekenbaar was ten tijde van het plegen van het misdrijf. Is de kans groot dat de rechter besluit dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar was toen hij onder invloed van alcohol het misdrijf pleegde?
A

Nee, de rechter zal deze verdachte verantwoordelijk houden voor zijn daad.correct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Na een geslaagde keizersnee merkt de behandelend arts tegen de leden van het medisch team op: “Wat een prachtige keizersnee was dat, ik ga mijn initialen eronder zetten.” Vervolgens kerft hij met het operatiemes zijn initialen in de buik van de vrouw. De arts wordt vervolgd ter zake mishandeling. Als excuus voert hij een na het incident vastgestelde hersenafwijking aan, die zijn persoonlijkheid en zijn gedrag zou beïnvloeden. Door (deskundige medici) de rechtbank wordt vastgesteld, dat er tijdens het plegen van het feit daadwerkelijk sprake was van een hersenafwijking, die veroorzaakt werd door een tumor. De tumor is inmiddels verwijderd en de arts functioneert weer normaal. Op grond van welke strafuitsluitingsgrond zal de rechtbank de verdachte kunnen ontslaan van rechtsvervolging?
A

Verminderd toerekeningsvatbaar wegens ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens.correct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. In een supermarkt doet een klant terwijl de caissière zijn boodschappen verwerkt een greep in de kassalade. De klant grijpt in het vakje waar de briefjes van vijftig euro liggen. De medewerkster reageert alert en duwt in een reflex de lade met kracht dicht om zo de diefstal te voorkomen. De hand van de klant komt echter klem te zitten en is, zo later blijkt, hierdoor gebroken. De klant doet aangifte van zware mishandeling tegen de medewerkster. Op welke strafuitsluitingsgrond kan de medewerkster zich mogelijk succesvol beroepen?
A

Noodweercorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Een moeder ziet dat haar dochter voor de school zomaar wordt neergestoken door een man. Haar dochter overleeft deze aanval niet. Een week later zijn de resultaten van het bloedonderzoek, dat bij de verdachte is gedaan binnen en de moeder krijgt van de politie te horen dat de verdachte behoorlijk onder invloed was van drugs, ten tijde van het neersteken van haar dochter. De moeder zoekt de volgende dag de verdachte op en schiet hem met een pistool dood.
    Is het waarschijnlijk dat de rechter in dit geval een beroep van de moeder op de strafuitsluitingsgrond noodweer en/of noodweerexces zal honoreren?
A

noodweer NEE / noodweerexces NEEcorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. In welk van de onderstaande voorbeelden is sprake van ontoerekeningsvatbaar?
A

Als de verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens heeft.correct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Een jachtopzichter wordt in het veld aangevallen door een dollehond die niet van hemzelf is. Hij voelt zich genoodzaakt de aanvallende hond te doden. De hond werd niet door andere personen aangezet tot aanvallen. Op welke strafuitsluitingsgrond zou de jachtopzichter met succes een beroep kunnen doen?
A

Overmachtcorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Een jongeman bedreigt een voorbijganger met een mes en eist diens portemonnee. Om zich te verdedigen geeft de voorbijganger de jongeman een kaakslag, waardoor deze bewusteloos op de grond valt. Op welke strafuitsluitingsgrond zal de voorbijganger zich kunnen beroepen?
A

Noodweercorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Er is sprake van … indien iemand een strafbaar feit begaat als gevolg van een dwang/drang van buitenaf waaraan hij redelijkerwijs geen weerstand kon bieden.
A

Overmachtcorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Wie stelt of stellen bij de uitspraak ter terechtzitting uiteindelijk vast of de strafuitsluitingsgrond “ontoerekeningsvatbaarheid” van toepassing is?
A

alleen de rechtercorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Bij een discotheek worden vernielingen gepleegd. Ter plaatse gekomen politieagenten zien iemand met een steen een ruit ingooien. De politieagenten houden de verdachte hierop aan maar deze verzet zich hevig. Uiteindelijk kan een brigadier door flink geweld te gebruiken tegen de verdachte deze aanhouden. Kort daarop wordt de verdachte voor een dienstdoende hulpofficier van justitie geleid. De verdachte is gewond geraakt bij de aanhouding en is hevig verontwaardigd. Hij wil aangifte doen van mishandeling tegen de brigadier die hem met geweld heeft aangehouden. De officier van justitie besluit tot vervolging en het komt tot een rechtszaak. De rechter oordeelt uiteindelijk dat de brigadier het geweld juist heeft toegepast.
    Welke strafuitsluitingsgrond is op deze brigadier van toepassing?
A

wettelijk voorschriftcorrect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een opsporingsambtenaar past zijn strafvorderlijke bevoegdheden toe op iemand die geen verdachte is. Zijn optreden is dan?

A

onrechtmatig, mag alleen bij/tegen verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op basis van de Grondwet heeft de verdachte een belangrijk recht. Welk recht is dit?

A

Eigen keuze van advocaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De verdenking van de verdachte kent verschillende gradaties. Welke gradatie wordt er ook wel beschreven als een ‘aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’?

A

Ernstige bezwaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een minderjarige verdachte is aangehouden voor een strafbaar feit. Hij is voorgeleid bij de (h)OvJ en deze besluit dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek. Het is echter 19.00 uur. Er wordt contact gelegd met piket advocaat en deze is niet in de gelegenheid om deze avond de verdacht nog bij te staan in een consultatie. Wat moet er nu gebeuren met de verdachte?

A

De verdachte wordt heengezonden en ontboden op de volgende dag. Het recht op bekostigde consultatie- en verhoorbijstand blijven bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering gaat over de verdachte. Artikel 2 hiervan zegt?

A

De verdachte is degene tegen wie de vervolging is gericht.
Artikel 27 lid 1 Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.
lid 2. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een redelijk vermoeden van schuld houdt in dat ook anderen in alle redelijkheid het vermoeden van schuld moeten inzien. Wanneer het geval dus niet redelijk is dan ontbreekt welke factor?

A

Objectieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De cautie houdt in?

A

Dat een verdachte geen antwoord hoeft te geven op vragen die gesteld worden n.a.v. de betrokkenheid bij het strafbare feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Binnen het formele recht, ook wel het strafprocesrecht genoemd, heeft een persoon een cruciale rol. Wie is dat?

A

De verdachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Een verdachte is in te delen in 3 categorieën. A, B en C. Welke categorie kan geen afstand doen van het recht op consultatiebijstand?

A

Categorie A zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Er is een minderjarige verdachte aangehouden. Wat moet de (h)OvJ doen t.a.v. de ouders/voogd van deze verdachte?

A

De ouder/voogd z.s.m. in kennis stellen tenzij er zwaarwegend belang is dit niet te doen. Dan meld hij/zij de vrijheidsbeneming bij de Raad van Kinderbescherming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Het vermoeden dat een verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd vloeit voort uit?

A

Feiten of omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Volgens het Wetboek van Strafvordering heeft de advocaat van een verdachte vrije toegang tot zijn cliënt. Wanneer kan hier inbreuk op gemaakt worden?

A

Als de advocaat op bezoek komt buiten de bezoektijden die in het huisreglement van het arrestantencomplex staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Voor verdachten kennen we in Nederland verschillende categorieën. Welke categorie verdachte is niet strafrechtelijk vervolgbaar?

A

0 tot 12-jarige verdachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Een verdachte is?

A

Niet verplicht mee te werken maar moet gedogen en mag niet tegenwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Een verdachte is gehoord door de recherche over de betrokkenheid bij een strafbaar feit. De verdachte wil 2 dagen na dit verhoor zijn eigen verklaring nog een keertje doorlezen. Hij vraagt aan de rechercheur om dit toe te staan. Wat moet de rechercheur nu doen?

A

De verdachte inzage geven in zijn verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Een burger ziet op heterdaad een strafbaar feit. De verdachte heeft het goed, wat hij zojuist heeft weggenomen, nog in de hand. Mag de burger dit goed in beslag nemen?

A

Nee, op heterdaad mag hij/zij alleen aanhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Als opsporingsambtenaar ben ik bevoegd om zaken in beslag te nemen wanneer?

A

de in beslag te nemen zaak voor waarheidsvinding kan dienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Volgens het besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar heeft een Boa opsporingsbevoegdheid in?

A

het gehele land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Jeroen wordt vervolgt voor een poging inbraak bij een bedrijf. De maximale straf is 6 jaar. Wat is de maximale straf die de rechter Jeroen kan opleggen?

A

4 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wanneer een goed in beslag genomen wordt en vervolgens in opdracht van de rechter vernietigd moet worden, noemt men dit?

A

Onttrekken aan het verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wanneer gaat de termijn ophouden voor onderzoek in?

A

nadat de (h)OvJ de verdachte hiertoe een bevel geeft

32
Q

Over voortgezette toepassing spreekt men wanneer?

A

tijdens een onderzoek aan een auto nieuwe strafbare feiten worden ontdekt waarvoor de verdachte wordt aanhouden.

33
Q

Bij noodweer spreekt men over de noodzakelijke verdediging van eigen of iemand anders lijf, eerbaarheid of goed. Waaraan wordt de noodzakelijke verdediging o.a. getoetst?

A

subsidiariteitsbeginsel

34
Q

In Nederland kan een verdachte worden gestraft als?

A

Dader of medeplichtige

35
Q

Bij de verdenking van een verdachte m.b.t. het plegen van een misdrijf dient de opsporingsinstantie te bewijzen dat er sprake is van?

A

Opzet of verwijtbaarheid

36
Q

Als opsporingsambtenaar ben ik bevoegd om zaken in beslag te nemen wanneer?

A

Het goed vatbaar is

37
Q

Het wel bekende onderzoek aan jasje, tasje en dashboardkastje mag worden toegepast wanneer men?

A

Men een onderzoek in/aan de kleding instelt ter vaststelling ID.

38
Q

Na het plegen van een strafbaar feit doet de verdachte bij aanhouding een beroep op een strafuitsluitingsgrond. Wie bepaald of dit terecht is?

A

De rechter

39
Q

Iemand wordt gehoord als getuige van een misdrijf. Deze getuige liegt tegen de opsporingsambtenaar. De getuige ondertekent zelfs de verklaring. Nu maakt de getuige zich schuldig aan?

A

Niets

40
Q

De uitspraken van de Hoge Raad worden gebundeld en kunnen gebruikt worden in latere rechtszaken. Dit noemen we?

A

Jurisprudentie

41
Q

Welke uitspraak is juist?

A

Herzieningen worden behandeld bij de Hoge Raad

42
Q

Een inbreker besluit om een aantal goederen uit een opslagloods te gaan stelen. Hij wacht tot het donker is en dan gaat hij op pad. Bij het pand aangekomen trekt hij een bivakmuts over zijn hoofd. Hij zet vervolgens een breekijzer tussen de sponning en de deur en breekt de deur open. Hij gaat naar binnen en met zijn zaklamp schijnt hij in het rond. Zijn oog valt op een stapel dozen met nieuwe iPads. Hij pakt 5 dozen en loopt naar buiten en legt de dozen in de kofferbak van zijn auto. Daarna loopt hij weer naar binnen om de rest te gaan halen. Wat hij niet wist is dat er een stil alarm is afgegaan en de politie is gewaarschuwd. Deze komen ter plaatse en op het moment dat hij met nog 5 dozen naar buiten komt ziet hij de agenten staan. Hij laat de dozen uit zijn handen vallen en neemt een dreigende houding aan naar de agenten. Hij roept; “Oprotten als je leven je lief is. Ik maak je af als je dichterbij komt.” Aan welke strafbare feiten maakt de verdachte zich schuldig?

A

Diefstal d.m.v. braak of verbreking en ambtsdwang.

43
Q

Willem, medewerker van de Nederlandse Bank, geeft aan Karel en Sjors zeer uitgebreide en gedetailleerde informatie over een transport van goud staven. Hij geeft aan dat het hem verbaast dat er nog nooit een overval heeft plaatsgevonden. Karel en Sjors besluiten om met deze informatie het volgende transport te overvallen en de goud staven buit te maken. In welke rol is Willem betrokken bij dit strafbare feit?

A

Uitlokker

44
Q

Tijdens het opsporingsonderzoek besluit de OvJ de verdachte op grond van algemeen belang, niet te vervolgen. De OvJ maakt gebruik van zijn?

A

Opportuniteitsbeginsel

45
Q

Een buitengewoon opsporingsambtenaar houdt een bestuurder van een bromfiets staande. Hij heeft een gevoel dat deze jongen onder zijn zadel verdovende middelen vervoert. Hij zegt tegen de jongen dat hij een controle aan de bromfiets wil instellen. Hij wil kijken of deze voldoet aan de gestelde eisen. Hij zegt tegen de jongen dat deze verplicht is mee te werken. Hij controleert de remmen, het profiel op de banden, de verzekeringspapieren/plaatje, het rijbewijs van de jongen en als laatste wil hij weten wat er onder het zadel zit. Hij verplicht de jongen om het zadel te openen. De jongen maakt het zadel open in daar ligt een doorzichtige zak met daarin kleine zakjes wiet. De opsporingsambtenaar houdt de jongen aan en neemt de bromfiets in beslag. Heeft de opsporingsambtenaar juist gehandeld?

A

Nee, hij heeft duidelijk misbruik gemaakt van de bevoegdheden die hij heeft. Dit noemen we ook wel Détournement de pouvoir.

46
Q

Een verdachte is aangehouden. Het strafbare feit is een VH-feit. De identiteit van de verdachte is niet bekend. Hoe lang kan de verdachte worden opgehouden voor onderzoek?

A

Totaal 9 uur (alleen voor VH-feit)

47
Q

Een echtpaar (getrouwd in gemeenschap van goederen) heeft ruzie omdat de man is vreemdgegaan. De vrouw sommeert de man om de echtelijke woning te verlaten. De man pakt wat spullen en vertrekt naar een hotel. De volgende dag gaat hij terug naar de woning en probeert met zijn sleutel de voordeur te openen. Er zit echter een ander slot op de deur. De man verbreekt het slot en gaat de woning binnen. De vrouw die in de keuken staat wordt boos en vordert de man de woning te verlaten. Wanneer is de man strafbaar aan huisvredebreuk?

A

De man is niet strafbaar want het is zijn eigen huis.

48
Q

Als maatregel ter identificatie is toegestaan?

A

Het maken van foto’s en vingerafdrukken

49
Q

Een groep jongeren rijdt na een avond stappen op de fiets op weg naar huis door een willekeurige straat. De persoon die achterop zit schopt van iedere geparkeerde auto de spiegel ervan af. Aan het einde van de straat bedreigt hij ook nog iemand die er iets van zegt. De handelingen van de jongen noemen wij?

A

Voortgezette handeling

50
Q

In de Wet op de Rechterlijke Organisatie en het Wetboek van Strafvordering worden de competenties geregeld. Welke competentie regelt bij welk soort rechtbank de zaak behandelt wordt?

A

de absolute competentie

51
Q

Joost is op weg naar zijn oma. Onderweg ziet hij iemand een bromfiets stelen. Joost besluit eerst naar zijn oma te gaan en pas later deze middag naar de politie voor een aangifte. Vanaf zijn oma op weg naar de politie ziet hij de verdachte lopen. Joost houdt de verdachte aan. Handelt hij juist?

A

Nee, alleen de opsporingsambtenaar met bevel van de (h)OvJ mag in eerste aanleg buiten heterdaad aanhouden.

52
Q

Tijdens een carnavalsavond in het centrum van Amersfoort wordt er door een groep jongeren een bushokje vernield. De jongeren zijn allemaal verkleed. Eén jongen gaat als Robin Hood, één als wolf, één als Donald Duck en de laatste als matroos. De jongen verkleed als Robin Hood staat op de uitkijk terwijl de andere 3 het bushokje slopen. In welke hoedanigheid zijn deze jongeren strafbaar aan openlijke geweldpleging?

A

Medeplegers en medeplichtig.

53
Q

Het voorbereidend onderzoek bestaat uit?

A

het opsporingsonderzoek

54
Q

Wie mogen er, op basis van strafvordering, een machtiging tot betreden van een woning, zonder toestemming van de bewoner, afgeven?

A

de (h)OvJ, Advocaat-generaal

55
Q

Wanneer iemand Buitengewoon Opsporing Ambtenaar wil worden dan heeft hij een titel nodig. De titel verkrijgt hij/zij op basis van?

A

Individuele aanwijzing

56
Q

Waartoe kan een rechter-commissaris beslissen nadat de verdachte aan hem/haar is voorgeleid?

A

Dat de verdachte in bewaring gaat.

57
Q

Wie beslist over de gevangenhouding en gevangenneming?

A

De raadkamer

58
Q

Voor hoe lang kan de OvJ een advocaat/raadsman beperkingen opleggen?

A

6 dagen

59
Q

Wanneer iemand een strafbaar feit pleegt maar hiervoor een hele goede reden heeft, dan heeft hij een?

A

Uitsluitingsgrond

60
Q

Wie is volgens het besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar de direct toezichthouder over de Boa?

A

de korpschef

61
Q

Een opsporingsambtenaar ziet op een markt een man die een dvd wegneemt van een marktkraam zonder daarvoor te betalen en wegloopt. Hij achtervolgt de verdachte en houdt deze op heterdaad aan. Na de aanhouding onderzoekt hij de verdachte in en aan de kleding. In de jaszak van de verdachte bevinden zich zowel de weggenomen dvd als ook twee biljetten van €50,00, een kentekenbewijs van een motorvoertuig en een rijbewijs, beide op naam van de verdachte. Alle aangetroffen goederen worden door de opsporingsambtenaar in beslag genomen. Is de opsporingsambtenaar bevoegd tot het in beslag nemen van de bankbiljetten, het kentekenbewijs en het rijbewijs?

A

Nee, de bankbiljetten, het kentekenbewijs en rijbewijs zijn niet voor in beslagname vatbaar.

62
Q

De juiste volgorde als het gaat om de gradatie van verdenking is?

A

Redelijk vermoeden, ernstige bezwaren en heterdaad

63
Q

Een burger ontdekt op heterdaad een misdrijf en wil de verdachte aanhouden. Hij ziet dat de verdachte een moskee in vlucht. In de moskee wordt op dat moment een dienst gehouden. Is de burger bevoegd tot het betreden van deze plaats om de verdachte aan te houden?

A

Nee, de burger mag deze (op dit moment) beschermde plaats niet ter aanhouding betreden.

64
Q

Als een persoon met de Braziliaanse nationaliteit zich in Nederland schuldig maakt aan enig strafbaar feit dan valt dit onder het?

A

Territorialiteitsbeginsel

65
Q

Kan materieel strafrecht voor komen in een gemeentelijke verordening?

A

Ja, want dat zijn wetten in materiële zin.
Gemeentelijke verordeningen bestaan alleen maar uit materieel strafrecht. Het zijn daarnaast ook nog eens wetten in materiële zin. In een APV vindt men dus geen bevoegdheden terug die men eventueel zou mogen toepassen bij een overtreding uit deze APV.

66
Q

Wanneer een opsporingsambtenaar een cadeau aanneemt van een persoon welke hij tijdens zijn rechtmatige werkzaamheden heeft geholpen. Dan noemt men dit?

A

passieve omkoping niet in strijd met de ambtsverrichting

67
Q

Wanneer dient de opsporingsambtenaar een bewijs van ontvangst af te geven bij een in beslagname van een goed?

A

Zo veel mogelijk

68
Q

Formeel strafrecht vinden we onder meer terug in?

A

het Wetboek van Strafvordering en bijzondere wetten
Formeel strafrecht zegt dus iets over de inhoud van de wetgeving en niets over de manier van totstandkoming daarvan. Het formele strafrecht wordt ook wel het strafprocesrecht genoemd. In formeel strafrecht staat namelijk de goede procesorde beschreven. De bevoegdheden van de opsporingsambtenaar, de rechten van een verdachte en de dwangmiddelen die tegen de verdachte en goederen mogen worden uitgeoefend. Deze vinden we terug het Wetboek van Strafvordering en in Bijzonder Wetten.

69
Q

Een meerderjarige verdachte is aangehouden omdat de identiteit van de verdachte niet bekend is. Hoe lang kan de verdachte worden opgehouden ter vaststelling identiteit?

A

6 uur (nachtelijke uren niet meegerekend)

70
Q

Een opsporingsambtenaar controleert een jongen van 16 jaar met zijn bromfiets want hij wil weten of de jongen een brommerrijbewijs heeft. Dit noemen wij een?

A

Controle staande houding op basis van toezicht.

71
Q

Een opsporingsambtenaar ziet een fietser door het rode verkeerslicht rijden. Hij wil de fietser staande houden maar deze gaat er vandoor. 4 uur later ziet de opsporingsambtenaar de fietser wederom rijden. Hij houdt de verdachte staande en stelt de identiteit van de verdachte en geeft hem een bekeuring.

A

De ambtenaar handelt juist, want opsporingsambtenaren zijn ook bevoegd tot het staande houden van verdachte, buiten heterdaad.

72
Q

Joep is 11 jaar en pleegt een diefstal. Hij wordt aangehouden, voorgeleid aan de (h)OvJ en 6 uur opgehouden voor onderzoek waarbij hij ter in beslagname aan het lichaam wordt onderzocht. De 6 uur ophouden zijn verstreken en hij wordt in verzekering gesteld door de (h)OvJ. Welke van deze handelingen is niet juist, gezien de leeftijd van Joep.

A

In verzekering stellen

73
Q

Een persoon die een ambtenaar, voordat hij begonnen is met de uitvoering van ambtshandelingen, dwingt iets te doen of te laten, maakt zich schuldig aan?

A

Ambtdwang

74
Q

Tijdens de behandeling van een hoger beroepzaak bij het Gerechtshof kan de verdediging van, de verdachte, gedaan worden door?

A

De advocaat en de verdachte zelf

75
Q

Wat wordt er verstaan onder de uitspraak; “Er bestaan tegen de verdachte ernstige bezwaren”?

A

Er bestaat een grote mate van waarschijnlijkheid dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd.