stoppen met roken Flashcards

1
Q

waarvoor zijn roken risicofactoren

A

hart- en vaatziekten
COPD
vele soorten kanker
(ook via meeroken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er met sigarettenrook in het lichaam?

A

De schadelijke stoffen komen in de longen. Door de rook ontstaat er een ontstekingsreactie in de longen tegen de rook. De schadelijke stoffen komen ook in het bloed waardoor ook elders in het lichaam ontstekingsprocessen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

roken en hart- en vaatziekten

A

De stoffen uit sigaretten worden opgenomen in het bloed. Deze hechten zich aan de wand van de slagaders en veroorzaken een ontstekingsreactie waardoor het proces van atherosclerose versneld gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoezo hebben rokers een hogere kans op een aneurysma?

A

Bij een ontstekingsreactie in de wand wordt deze fragieler en kan deze uitzetten waardoor de kans op knappen toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

roken en longkanker

A
90% van de longkanker is gerelateerd aan roken. hoger risico door:
- aantal sigaretten iemand heeft gerookt
hoe oud begonnen
hoe lang iemand rookt
vrouwen gevoeliger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de behandeling van longkanker?

A

operatie
radiotherapie
chemo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een lichamelijke verslaving?

A

ontwenningsverschijnselen treden op wanneer wordt gestopt met gebruik van nicotine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is geestelijke verslaving?

A

wanneer het stoppen samengaat met sterke verlangens naar roken. Vaak gekoppeld aan specifieke situaties die herinneren aan de gewoonte om te roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is tolerantie

A

gebruiker heeft steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiekn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nicotine

A

is het belangrijkste psychoactieve bestandsdeel in tabak en zeer verslavend. wordt snel opgenomen als je inhaleert en heeft zowel stimulerende als kalmerende effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de stimulerende effecten van nicotine?

A

versterkt concentratie en aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de kalmerende effecten van nicotine?

A

verlicht angst/pijn/somberheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar komt het prettige gevoel bij roken bij rokers vandaan?

A

mede omdat het de ontwenningsverschijnselen van de vorige laat verdwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het effect van nicotine op het lichaam?

A

zorgt voor afgifte adrenaline –> kick
bloeddrukstijging omdat kleine bloedvaten samentrekken
verlaging afgifte hormoon insuline –> minder eetlust
versnelt de stofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn ontwenningsverschijnselen van roken?

A
slapeloosheid
sterke drang tot roken
geïrriteerd 
rusteloos
moeite concentreren
angst
somber
obstipatie
verhoogde eetlust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat vergroot de kans om te stoppen met roken

A

advies van de zorgverlener
intensief traject
hulpmiddelen
motiverende gespreksvoering

17
Q

motiverende gespreksvoering voor iemand die NIET gemotiveerd is om te stoppen met roken

A

de 5R’s
relevantie –> waarom stoppen zinvol kan zijn voor pers
risico’s –> brengt roken mee
beloning (reward) –> voordelen stoppen
belemmering (roadblock) –> barierres voor stoppen
herhaling van deze strategie (repetition)

18
Q

motiverende gespreksvoering wanneer iemand WEL gemotiveerd is om te stoppen met roken

A

5A’s
vraag ernaar (ask) –> of iemand nog rookt
adviseer –> om te stoppen en stem af op pers situ
stel vast (assess) –> in hoeverre bereid? en wanneer?
assisteer –> samen plan maken en ondersteunen
organiseer (arrange) –> vervolgafspraak om terugval te voorkomen

19
Q

welke hulpmiddelen om te stoppen met roken heb je?

A

boek, folder, online
nicotinevervangende middelen
overige medicatie
alternatieve therapieën

20
Q

wat zijn effectieve vormen om te stoppen?

A
individuele gesprekken
telefonische ondersteuning
nicotinevervangende middelen
bepaalde groepstrainingen
bepaalde zelfhulp materialen
21
Q

wat zijn primaire rookpreventies?

A
verbod op reclame, promotie
hoge prijzen
rookverbod
voorlichting
enge plaatjes op pakjes
22
Q

welke persoonlijke factoren helpen de kans op effectief stoppen?

A

mensen die specifieke plannen maken
motivatie/intentie
aantal stoppogingen