college fysiologie en pathofysiologie Flashcards

1
Q

Wat vraag je in de anamnese?

A
roken
komt het in de familie voor
klachten uitvragen:
- pijn?
- benauwd?
- moe?
- gewicht?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe ziet het lichamelijk onderzoek eruit

A

luisteren naar de ademhaling of je een piep hoort
luisteren naar het hart
kloppen op de rug of je vocht hoort
voelen of de lymfeklieren in de hals zijn opgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welk aanvullend onderzoek is er?

A
biopt
bloed afnemen
CT scan
PET scan
fietsergometrie
niet invasieve onderzoeken
invasieve onderzoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de niet invasieve onderzoeken

A

Bronchoscopie
EUS
EBUS
endo-echoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een bronchoscopie?

A

slangetje via de stembanden in luchtwegen met cameraatje bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een EUS/EBUS

A

bronchoscopie met echo. EUS is via de slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

endo-echoscopie

A

kijkonderzoek in de slokdarm, maag en 12 vingerige darm. met echo apparaatje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de invasieve onderzoeken?

A

thoracoscopie
mediastinoscopie
CT-geleide punctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een thoracoscopie?

A

onderzoek waarbij je een gat in de long maakt en express een klaplong veroorzaakt. Aan de binnenkant kijken of je een afwijking vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mediastinoscopie

A

EUS en EBUs middels snee in de borstbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CT-geleide punctie

A

via CT scan punctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbereiding slecht nieuwsgesprek

A
tijd inplannen
rustige ruimte
piepers/telefoon uit
familie aanwezig
eventueel verpleegkundige voor vragen die later komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Slecht nieuwsgesprek

A
meteen het nieuws vertellen
pauze/nieuws laten verwerken
rustig vertellen wat de bevindingen zijn
behandelopties
eerlijk over prognose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afronding slecht nieuwsgesprek

A

vragen of er nog onduidelijkheden zijn

of er op dit moment vragen zijn en anders vragen laten opschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke weg legt zuurstof af van de buitenlucht tot in de organen en het koolzuurgas terug?

A

mond/neus –> luchtpijp –> bronchiën –> alveoli –> capillairen –> longader –> linker boezem –> linker kamer –> aorta –> lichaam –> CO2 afgegeven door weefsels –> aders –> onderste/bovenste holle ader –> rechter boezem –> rechter kamer –> longslagader –> capillairen –> alveoli –> bronchiën –> luchtpijp –> mond/neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom bestaat de long uit miljoenen kleine blaasjes?

A

door veel kleine luchtblaasjes is er meer uitwisseling nodig en dat is effectiever. Ook is het systeem zo minder kwetsbaar voor beschadiging

17
Q

Hoe beschermen de longen zich tegen ingeademde schadelijke stoffen?

A

neus en keel
slijmvliezen en trilharen in luchtwegen
afweersysteem

18
Q

leg uit hoe de neus en keel de longen beschermen tegen ingeademende schadelijke stoffen?

A

De neus en keel zijn beschermd met een slijmvlies. Wanneer we bij het ademen schadelijke stoffen binnenkrijgen blijven ze voor een groot deel hangen in het slijmvlies.
Daarnaast heeft de neus haartjes dei stofdeeltjes tegenhouden

19
Q

hoe beschermen slijmvliezen en trilharen in de luchtwegen de longen tegen ingeademde schadelijke stoffen?

A

De longen hebben een slijmlaag die de vervuilde lucht opvangen. Ook zijn er trilhaartjes die zorgen dat de bovenliggende vervuilde slijmlaag omhoog gaat waar het opgehoest wordt of ingeslikt wordt.

20
Q

Hoe beschermt het afweersysteem tegen ingeademde schadelijke stoffen?

A

in de longblaasjes zitten witte bloedcellen (macrofagen) die de stoffen opruimen die er niet horen.

21
Q

Asbestvezels

A

zijn heel klein en worden nergens tegen gehouden. Prikken door de longblaasjes heen en hopen op in het longvlies. zorgt voor een chronische onstekingsproces die een normale cel in een kankercel kan omzetten

22
Q

welke schadelijke stoffen kunnen we inademen

A

asbest
koolstof mono-oxide
sigarettenrook

23
Q

wat is koolstof mono-oxide

A

dat ruiken, proeven en voelen we niet. Bindt nog sneller aan hemoglobine dan zuurstof.

24
Q

wat is het bijzondere van sturing van de ademhaling?

A

zowel bewust als onbewust.

25
Q

zelfregulatie van de sturing van de ademhaling

A

bijvoorbeeld bij het inhouden van adem of heel bewust heel diep of snel ademen

26
Q

Autoregulatie van de sturing van de ademhaling

A

het ademhalingscentrum in de medulla houdt de zuurgraad en de concentratie CO2 in de gaten. Vanaf het ademhalingscentrum lopen zenuwen naar de ademhalingsspieren die het tempo kunnen veranderen

27
Q

Welke spieren gebruiken we om in te ademen?

A

middenrif

hulpademhalingsspieren

28
Q

wat zijn de hulpademhalingsspieren?

A

halsspieren
tussenribspieren
buikspieren

29
Q

Wat zijn componenten van het ademhalingssysteem?

A

perifere arteriële chemoreceptoren
centraal chemoreceptoren
intra pulmonaire receptoren
borstkast en spier mechanreceptoren

30
Q

Wat zijn perifere arteriële chemoreceptoren?

A

aortic bodies en carotic bodies.

meten hoeveel zuurstof er in het bled zit. Gaan pas reageren als de 02 echt heel laag is

31
Q

wat zijn centrale chemoreceptoren?

A

Die zijn gevoelig voor CO2. Wanneer de hersenen merken dat het lichaam te zuur wordt sturen ze een ademhalingsprikkel.

32
Q

Wat zijn intra pulmonale receptoren?

A

receptoren in de luchtwegen in de buurt van de capillairen. Responderen op chemicaliën in de bloedsomloop en op hartfalen

33
Q

Wat zijn borstkast en spier mechanoreceptoren?

A

sensoren die reageren op lengteverandering, spanning en beweging.

34
Q

Waarom ademen COPD patiënten met de hulpademhalingsspieren?

A

Bij COPD zijn de luchtwegen verslapt. Bij inademen gaat de luchtweg goed open en worden de longblaasjes groot, maar bij uitademen valt de luchtweg dicht en blijft er lucht gevangen. Wanneer er dan weer ingeademd wordt blazen de longblaasjes nog meer op. De lucht moet ergens heen en gaat ruimte innemen in het middenrif –> middenrif naar beneden gedrukt waardoor het minder naar beneden kan en moeilijker is om naar beneden te drukken. De ademhaling gaat meer via de hulpademhalingsspieren wat veel meer energie kost. Meer energie verbranden waardoor ze afvallen

35
Q

Wat zijn de twee cruciale plekken bij de luchtwegen?

A

het kruispunt naar de spijsvertering

eenrichtingsverkeer

36
Q

hoezo kan een lichaam niet langer dan 10 minuten zonder adem?

A

omdat zuurstof niet opgeslagen kan worden en zonder zuurstof is er geen verbranding

37
Q

operatie van long; wat is de zwaarste operatie en welke structuren gaat de chirurg door?

A

rechts, omdat deze drie kwabben heeft.

structuren: huid –> borstspier –> ribben (bovenlangs) –> borstvlies –> longvlies –> longholte

38
Q

Welke prikkels kan de long waarnemen en welke niet?

A
wel:
rook 
verslikking
niet:
koolmonoxide 
zuurstofgebrek
pijnsensatie