stimulatie Flashcards
soorten stimulatie
- ENMS elektrische prikkeling van een perifere motorische zenuw = intacte spier
- elektrische prikkeling van de spier ikv denervatie
- elektrotherapie ikv pijndemping
contractie van skeletspieren
- actiepotentiaal
- alles of niks
- voortgeleiding tot op motorische eindplaat = motorisch punt - soorten contractie
- enkelvoudige contractie = contractie gevolgd door rustpauze
- tetanische contractie = inkorten van pauze tot continue contractie
—> doel van ENMS stimulatie
soorten spiervezels
- ST slow twitch
- type 1 = rode vezel
- maximale contractie = 30ms
- totale contractie = 100ms
- stimulatie voor atrofie
- vb: immobilisatie of specifieke spieren = lage rug - FT fast twitch
- type 2 = witte vezel
- maximale contractie = 15ms
- totale contractie = 30ms
- stimulatie voor verdere versterking
- vb: 2e deel atrofie, compensatoire hypertrofie of specifieke spieren = peronei na distrotie
soorten tetanisatie
= afh van frequentie
1. getande tetanisatie
- lagere frequentie
- spier krijgt nog rustperiodes
- ook summatie maar minder sterk omhoog
2. gladde tetanisatie
- hogere frequentie
- spier krijgt geen rust meer = verdwijnen van rustperiodes
- continue summatie van spieren in gladde lijn
parameters gladde tetanisatie
- ST
- 25-45 Hz
- lange tetanische contractie
- contractie = relaxatie tijd - FT
- 60-85 Hz
- kortere tetanische contractie
- contractie < relaxatie
summatie
= ontwikkelen van kracht
- synchroon laten samentrekken van motorische units
- zoveel mogelijk vezels laten contraheren
- temporele summatie
- summatie door frequentie = parameters
- ideale frequentie voor gladde tetanisatie - spatiële summatie
- summatie door intesiteit
- hogere intesiteit = meer vezels
–> met limieten wanneer alle vezels bereikt zijn
- altijd zo hoog mogleijke intesiteit naar verdraagbaarheid van patiënt gebruiken
- uitgedrukt in mA = miliampere
elektroden ENMS
- gebruik 1 grote & 1 kleine elektrode = stroomkring volledig maken
- plaatsen van kleine op motorisch punt = proximale 1/3 v/d spier = meest prikkelbaar punt
–> m. quadriceps = distale 1/3 van spier - voorkeur naar kleefelektrodes
- getatniseerde spier in elongatie houden tijdens behandeling
voor- & nadelen van ENMS
- voordelen
- geen mentale of submaximale inspanningen bij tetanisatie + geen pijn inhibitie
- geen cardiovasculaire belasting
- trainingseffecten door niet-fysiologische schema’s = meestal 20min
- gebruik bij CVA verlammingen - nadelen
- hoge intensiteit = belasting huid
- prikkeling pijnreceptoren & pijnvezels
- lokaal fenomeen = veel elektrodes
- weinig RCTS
pulsvorm bij ENMS
- laagfrequente stroom = gebruiken
- TENS-stroom = Transcutane Electro Neuro Stimulatie
- difasische gecompenseerde stroom
- hoekig
- fase onder 0 voor recuperatie van huid
- frequentie afh van ST/FT
- BL = 150-250microsec
- OL = 250-400 - middenfrequente stroom = interferentiële stroom
- niet gebruiken
- zelfde frequentie maar sinusoïdaal
schema ENMS
rheobase & chronaxie
intensiteit/tijd curve = prikkelbaarheids curve
omgekeerd evenredige verhouding
- rheobase = minimum intensiteit voor oneindig lange prikkel = minimun intensiteit voor ENIGE reactie te zien
- chronaxie = 2 x rheobase
- ideale prikkel
- tussen maat voor goede tijdsduur & niet te hoge intensiteit
- hoger bij onderste lidmaat als BL
verloop & herstel denervatie van spier
- verlamming vanuit perifeer
- trauma
- ziektes - degeneratie van distaal na trauma
- regeneratie
- sprouting van proximale deel naar distale schede
- regeneratie snelheid = 1mm/dag = 3cm/maand
- alles of niets per zenuw vezel
–> kan leiden tot partiele denervatie van gehele zenuw - therapie
- spiersysteem onderhouden
- geen effect op regeneratiesnelheid
verschillen zenuwschade
- perifere zenuwschade
- macrofagen kuisen op
- sprouting van proximale naar distale
- regeneratie van 3cm/maand = reïnnervatietermijn - centrale zenuwschade
- vrijstelling inhibitoren van groei
doel elektrostimulatie bij denervatie
- doel
- verlamde spiermyofibrillen regelmatig laten contraheren
- voorkomen fibrose vorming van actine & myosine
- enkel spiertwitchen mogelijk - parameters
- 200 contracties per sessie
- 0,33Hz
- 50-100msec
- 2-3sec rust
- 2 grote kleine elektroden aan spierpees overgangen
4 mogelijke situaties
- volledige denervatie binnen termijn
- nut van elektrotherapie
- voorkomen fibrose aan alle spiercellen
- gebruik van rechthoeksstroom - volledige denervatie buiten termijn
- elektrotherapeutisch zinloos - onvolledige denervatie binnen termijn
- enkel gedenerveerde spiercellen contraheren
- gebruik van driehoeksstroom
–> intensiteit voor gedenerveerde spier ligt hoger: driehoek stroom waarbij chronaxie van gedenerveerde spieren eerst geraakt wordt door trage insluip = zie grafiek - onvolledige denervatie buiten termijn
- hypertrofie van geïnnerveerde spiercellen = ENMS
- gebruik van difasische gecompenseerde stroom
praktische richtlijnen
- intensiteit opdrijven tot enkelvoudige contractie
- 150-250 contracties
- kleine elektrodes op de spierbuik
- afwezigheid motorisch punt op denervatie
- nieuw motorische punt = midden van spier
–> bipolaire stimulatie = elektrodes op beide overgangen spierpees - lange rust = 2/3 sec
soorten pijndemping
= stimulatie van afferente zenuwvezels
- acuut = pricipe van gate control
- spinaal niveau
- dikke tactiele Aβ vezels
- hoge frequentie & lage intensiteit TENS
–> pijn gevoel vervangen door tactiel
- grote elektrodes = groot opp proberen raken
- intensiteit tussen sensibel & motorische grens - chronsiche = endorfine release
- supraspinaal niveau
- dunnen ociceptieve Aδ- en C- vezels
- lage frequentie & hoge intensiteit TENS
- intensiteit tussen motoriek -> pijn & nociceptie grens - burst tens
soorten afferente zenuwen
van groot -> klein
- motoriek = gemyelineerd
- sensoriek
- A afla/beta = gemyelineerd
–> tast, positie, perveptie
- A delta = licht gemyelineerd
–> koude & pijn
- ongemyelineerd
–> warmte & pijn - autonoom
- licht gemyelineerd
- niet gemyelineerd
parameters gate control
- frequentie
- bifasisch gecompenseerde stroom
- basisfrequentie = 100Hz
- inbouwen van spectrum tegen gewenning = 100-130Hz
- 1-1 schema = 1 seconde houden & 1 seconden zwel/daling
- 6-6 schema
- 1-30 schema = 1 seconde houden & 30 seconden zwel/daling - duur
- basisduur = 50microsec
- dalen naar 30 als gevoelig
- stijgen naar 70 als ongevoelig - intensiteit = tussen sensibele & motorische drempel
- tijd = 20min
methoden om gewenning te voorkomen
- frequentie spectrum: 100-130Hz
- verhogen van intensiteit maar onder motorische drempel
- verhogen van pulsdoor
parameters endorphine release
= chronische pijn
- productie van enkefalines & beta-endorfines stimuleren
- kleine elektrode op pijnpunt + grote om kring te sluiten
- basisfrequentie = 2-5Hz
- bifafisch met basisduur 200microsec
- net onder pijngrens
- 20 min
aandachtspunten
- quadriceps motorisch punt = distale 1/3
- bij compex ook intensiteit tussen schokken goed instellen
- behandeltijd altijd 20min buiten bij EMS = 7min
- altijd CC-stomen kiezen
- polariteit gymna
- pijnbestrijding, EMS & gelijkstromen = 2 witte kabels met A
- driehoekpulsen = 1 rode kabel met + onder
–> volledige denervatie = beter bipolair stimuleren - rood = positieve, aanvoerende pool op kleine elektroden
elektroden
ENMS = 1 kleine op motorisch punt & 1 grote in de buurt
EMS = 2 kleine op spierpees overgangen
gatecontrol = zoveel mogelijk opp.
endorphine = 1 kleine op pijnlijste punt & 1 grote in de buurt