Cryo- & thermotherapie Flashcards
1
Q
voorzorgsmaatregel algemeen
A
- algemeen
- patient informeren
- opletten direct contact
- wondes & infectiezones moeten met steriel gaas afgedekt worden
- verwijderen van juwelen
- overwegen gebruik van tussenstop - pre therapie = parameters
- dikte onderhuids vetweesel
- stadium van genezing
- contra-indicaties - peri therapie = tijdens
- confort & veiligheid - post
- efficiëntie
- thuistherapie
2
Q
contra-indicaties
A
- algemeen = cryo & thermo
- ernstige cardiale aandoeningen
- hypoesthesie & neuropathieën (diabetes)
- neurovasculaire aandoeningen
- PVD peripheral vascular dissease
- slechte thermoregulatie - thermo
- koorts
- zonneslag/brand
- acute inflammatie & infactie / gezwellen
- thrombophlebitis
- acute artritis - cryo
- hypothermie
- locale bevrizeing
- zenuwschade & zenuwgeleidingsstoornissen
- ziekte van Raynaud & vaatspasmes
- koude allergieën
3
Q
indicaties
A
- thermo
- Subacute of chronische inflammatoire condities
- Reductie van subacute of chronische pijn
- Subacute of chronische spierspasmen
- Verminderde ROM
- Hematoom (vasodilatatie)
- Reductie van contracturen
- Psychologische ondersteuning: warmte wordt beter verdragen dan koude - cryo
- daling van temperatuur -> dalen van spactiticiteit
- verbeteren doorbloeding -> anti-inflammatoir & reductie van oedeem
- cyrokinesie -> verbeteren motorische prestaties
- daling spasticiteit -> pijnstilling
4
Q
fysische effecten van thermotharpie
A
- effecten ivm bloed
- vasodilatatie
–> verbeterde circulatie
- verhoogde zweetsecretie
- verlaagde viscositeit - effecten ivm pijn
- verhoging pijndrempel
–> pijnpoort theorie
- verminderde gamma-motor-neuron & spierspoel activiteit
–> reductie spierspasmen - andere effecten
- verhoogd celmetabolisme
- verhoogde elasticiteit & plasticiteit van collageen weefsel
5
Q
middelen van thermotherapie
A
- warmte lampen
- warmte pakkingen
- natte warmte
- opwarmen
- 5 min = controle van huid & laten afkoelen
- therapie = 20-30min
- voldoende tussenstof & bewaren in hydrocollator - paraffine baden
- handschoenmethode
- enkele seconden onderdompelen
- 7-12 herhalen in 20-30min - infrarood
- whirlpool & onderdompeling
- ondersteunend medium medium voor ROM
- andere fysische effecten - sauna
6
Q
specifieke veiligheid thermotherapie
A
- paraffine baden
- boden niet aanraken = oorsprong warmte
- misleidende gevoelstemperatuur
- vettige handen & voeten -> vallen
- onderhoud van bad = broeihaard van bacteriën - infrarood
- niet afkoelende warmte
- minimum 60cm & geen beweging
- regelmatig controleren & wakker blijven
7
Q
middelen van cryotherapie
A
- ijsblokjes/zak
- ijsmassage = koude bal binnen houder vb: metaal of ijsblokje
- onderdompeling
- (instant) coldpacks
- door voorkoeling
- instant = chemische reactie - coldspray
- korte koeling maar weinig fysiologische effecten - whole-body cryotherapy
8
Q
fixatie van cryotherapie
A
- nut van fixatie
- hogere druk / betere fixatie = hoger contact opp
- geen ander effect van hogere druk
- significant hoger effect - middelen
- windels
- specifieke houders voor handen, schouders, …
- cryocuffs
- sommige met specifieke drukmeters op cuff
9
Q
crytron & krytur
A
= oude machines
- crytron
- gas van -78°C @ 5bar
- op huid spuiten
- korte tijd = 45sec
- controle van huid termperatuur
–> hoge daling huid <=> matige daling intra-articulair - kryotur
- prober/machet
- continu of gepulseerd
- mogelijkheid van lange applicaties
10
Q
afkoeling van huid & onderhoud
A
- algemeen
- snelle gelocaliseerde afkoeling = nieuwe toestellen
–> niet veel toepassingen
- minder belang van snelheid & lokalisatie = klassieke middelen - huid
- afh van techniek & weefsel zone
- omiddelijk sterke daling huid die gelijkblijft tijdens applicatie
- progressieve stijging na 1-2u
- simultane druk = sneller & diepere invloed op onderhuid - onderhuid
- delayed drop
- progressieve drop
- blijven dalen zelf na wegnemen
–> intermittende applicatie voor huid temperatuur te besparen
11
Q
bewezen effecten cryotherapie deel 1
A
- weefseldoorbloeding
- initiële reactie = vasocontrictie
- vasodilatatie na 10-15min door bescherming van huid
- reactieve hypermie na wegname = grote vasodilatatie
- onvoldoende daling in spieren voor doorbloedingsverbetering - neuromusculaire effecten
- daling van geleidingssnelheid sensorische & motorische prikkeling
- 10°C daling = 40-70% afname van gevoelzenuw
- kritische omslagpunt ≈ 27°C
- daling van spacticiteit
12
Q
bewezen effecten cryotherapie deel 2
A
- pijn
- kan pijn uitlokken = cold induced pain
- snellere afkoeling = grotere reactie
- gewenning = progressieve afkoeling minder hinder
- inhibitie door daling tonus & onderbreken cyclus
- na dalingen van 10-15°C - motorische prestaties
- stimulatie spierocntracties
- langdurige koude = vermindering activiteit
- toename viscositeit & plastische deformatie gewrichts- & andere structuren verklaren inhibitie
- negatieve invloed onder 27°
13
Q
invloed cryo op inflammatie
A
- inflammatie & oedeem
- afh van type inflammatie
- 10-20min intermitterende applicatie
- vermindering van oedeem
- onder 15°C of langdurig = toename idpv afname
–> verhoogde permeabiliteit van subcutale lymfevaten
- elevatie is noodzakelijk - protocol
- kritische temp = 15°
- na 10-15 min applicatie
–> afh van subcutaan vet
- 45-60min wachten tussen applicaties
- gebruik van druklaag
14
Q
cryokinesie
A
- therapie tijdens cryotherapie
- training zonder proprioceptie
- voor betere kwaliteit van beweging
–> niet kwantiteit!
- sneller starten van therapie
–> zo snel mogleijk overgaan naar therapie zonder cryotherapie - toepassen
- bij te hoge pijnprikkel = nog steeds doorkomen
- 12-15min van ijsmassage
–> 3-5min van gevoelloosheid
- herhalingen = sneller gevoelloosheid
- kan voorafgegaanworden door pijn & tintelingen