partim Luc Flashcards
pijn
- wat is pijn
- onaangename senosrieke prikkel
- beïnvloed door emotionele ervaringen
- pijn = emotie! - pijn indeling
- acute/chonrische
- weefselstructuur
- structurele/functionele
-> vb: patellofemoraal syndroom bij jonge voruwen = pijn zonder weefselschade
- centrale sensitisatie
acute/chronische pijn
- acute pijn
- meteen na letsel -> weg na 48i
- biologische beschermende functie
- waarschuwing van actieve weefselbeschadigiing
- sterke reactie op klassieke pijnstillers - chronische pijn
- niet nuttig
- 6maand na trauma nog aanwezig & geen kanker pijn
- blijvende nociceptieve input
- is een ziekte op zich
- vaak ten gevolge van slecht behandelde acute pijnsituatie
getroffen weefselstructuur
- nociceptieve pijn
- somatisch = vanuit bot of weke delen
–> knagend & scherp
- visceraal = ingewanden
–> vaak bij maligne & vage, diepe pijn - neuropathische pijnen
- slechte reactie op klassieke pijnstillende medicatie
- te onderscheiden door verschillende pathofysiologische mechanismen
- branderig, tintelent & schieten
- continu of paroxysmaal - doorbraakpijn
- episodische toename van vorige pijn
- seconden tot uren
- end-of-dose fenomeen
- frequent bij kanker patiënten
centrale sensitisatie
- aandoening
- versterking van pijnsignaal binnen CZS
- pijn is niet in verhouding met aandoening
- gegeneraliseerde hypersensitiviteit
- fellicht, geluiden, smaken, geuren
- klachten uitloggen & toenemen - belang OS & ontregeling
- inspanningstollerantie & qpierpijn
- verlaging immuniteit
- uitputting endocrien
- slechte doorbloeding -> vb: spijsverteringsstoornissen
pijnevaluatie
- accurate evaluatie patiënt
- anamnese
- onset
- karakteristieken
- lokatie
- medicatie
- voorgeschiedenis - psychosociole factoren
- culturele factoren
- pijnschalen VAS
opletten bij pijn bij kind!
- groeien is pijnloos
- groeipijn = uisluitingsdiagnose
- adolecente meisjes = geen oorzaak
- bilateraal in rust = redflag
–> leukemie
- familiaal
- regelmatige controles
cortisol
- normale reactie of weefselschade
- fosfolipiden (weefselschade) + arachidonzuur
–> prostaglandines
- leidt tot inflammatie
- vasodilatatie & hogere permeabiliteit - cortisol
- remming reactie
- remming herstel in inflammatoire fase
aberrante oorzaken van pijn
- gebit
- granulomen = afgekapseld abcess van tandwortel
- kan oorzaak zijn van gewrichtsproblemen
- pijn kan van overal komen! - interoleranties
- dysbiose
- bacteriën normaal van moeder krijgen
- na infectie = te weinig
–> slechte opname & spierstijfheid
therapie tijdens acute fase
= preventie van chronisch worden
- therapie met voldoende pijnstilling
- soms heelkundig op hyperactue problemen op te lossen
- patient regelmatig terugzien
- patient wijzen op risico van chroniciteit
fibrose
= non-resolving chronic inflammation
- acute fase
- inflammatie toelaten
- deel van herstelprocess
- warmte, roodheid, zwelling, verlies eetlust, … - chronische fase
- niet meer nuttig
- remmen door vb: NSAID & cortisol
- NSAID ≠ pijnstiller ondanks pijnstillend effect
fractuurheling
- breuk
- hematoom, inflammatie & granulatie
- kraakbeenremoddeling
- verbeniging met callus vorming
vicieuze cirkel artrose
- kraakbeen = verdeler van druk op subcondrale bot
- kraakbeenschade vb: fissuur
- effecten
- vochtophoping
- stijging gewrichtstemperatuur van 32->37°C - vrijkomen cytotoxische lysosymen
- kraakbeen op andere plaatsen beschadigen
…. - subcondraalbot vormt oesteofyten voor breder draagvlag
neovascularisatie in pathologisch kraakbeen
–> zenuwuitlopers = ook pijn ervaren
arachidon reacties
arachidon + COX1 = thromboxaan
arachidon + COX2 = prostaglandines = inflammatie
arachidon + 5LOX = leukotrienes
–> attractie witte bloedcellen & lysosymes
farmacologische therapie
- niet-opioïde analgetica
- niet centraal werkend
- paracetamol
- NSAID
- COX2-remmers - centraal werkende
- opioïde analgetica
- anti-epileptica - niet centraal werkende
- antidepressiva
- lokale pijnbestrijding vb: manuele therapie
schema elektrotherapie
- continue applicatie = galvanisch effect creeëren
- pijndempende elektrotherapie
- vb: galvanisatie & iontoforese - gepulseerde applicatie
1 zenuwcellen
- sensibele = pijndemping vb: TENS
- motorische = EM stimulatie vb: NMES - spiercellen
- EM stimulatie
- spierstimulatie
andere vormen van elektrotherapie
- laagfrequente wisselstroom
- diadynamsiche stromen
- faradische strome - middenfrequente wisselstoom
= interferentiële stromen - hoogfrequente wisselstrool
- ultrason
- diathermie
- lichttherapie: UV, laser, …
effecten van een elektrische prikkel
- mechanische spiercontractie
- drukveranderingen in weefsel
- verplaatsing van molecule & vorming van bepaald moleculen
- NaOH aan kathode
- HCl aan anode - eletrische polarisatie = effect op actiepotentialen
- thermische vasodilatatie (indirect) <=> directe door drukveranderingen
- placebo
voorwaarden van elektrische prikkel
- lokatisatie
- direct vs indirect - keuze van middelen
- aard weefsel
- aard pathologie
- indicaties & contra-indicaties
- keuze van patient & therapeut = shared disccion making - dosering prikkel
= prikkelsterke x prikkelduur
- subjecties
- goede communicatie & anamnese
- voorafgaand sensibiliteit onderzoek
gradaties sensibiliteit
- dosis submitis = net niet waarneembaar
- dosis mitis = juist waarneembaar
- dosis normalis = duidelijk waarneembaar
- dosis fortis = net submaximaal
bij iedereen anders
pijndemping elektrotherapie
- lokale hyperaemie
- activatie van polumodale sensoren bij galvanisatie
- drempelwaardes verleggen - prikkelen perifere sensorische zenuwvezels
- pijnpoort theorie
- endorfine release
–> endogene morfine stimuleren
- elektrische stromen
- prikkeling van A-beta-vezels = supraspinaal pijn systeem beïnvloeden
–> korte impulstijd met hoge frequentie: > 50Hz
elektriciteit & de cel
- rustpotentiaal
- membraampotentiaal normaal -70mV
- depolarisatie door Na-influx
- prikkeling van cel
- repolarisatie door K-efflux
- depolarisatie golf in zenuw normaal 50-100m/s - gelijkstroom
- galvanisatie
- bewerken van rustpotentiaal = minder pijn
- toename weefseldoorbloeding door deactivatie OS
- afname verhoogde tonus skeletspieren
structuren ivm pijn
- cerebrale cortex = pijnperceptie
- paraventriculaire kernen = downregulatie & defensief gedrag
- thalamus = relaisstation
–> verspreiding signalen - limbisch = regelcentrum van pijn & emotionele reacties
pathofysiologie van nocisensoriek
- nocireceptoren
- unimodale sensoren: mechano- & thermo-, …
- polymodale nocisensoren - vezels
- A-beta = mechanosensoren
- A-delta = mechano & thermonocisensoren
- C-vezels = polymodale nocisensoren - ontvangst in ruggenmerg
- dorsale hoorn
- laterale divisie = A-delta & C
- mediale divisie = A-beta
pijnverwerking
- pijninhibitie perifeer
- conductie blokkade bij zeer toxische prikkel
- eerste seconden niks voelen = desentisatie
- door sterke K-efflux = gehele zenuwmembraam positief geladen - spinaal niveau = pijnpoort theorie
- supraspinaal niveau
- directe endorfine-release
- enkefalines-interneuronen in SGII
- descending pain supression system
galvanisatie
- definitie
- elektrotherapie door gelijkstroom
- continue stroom met gelijke richting & intesniteit
- apparatuur = stroomomvormers
–> wisselstroom -> gelijkstroom - effecten
- chemische reacties
- elektrische reacties
- fysiologische reacties
huid als weerstand
- definitie
- 80% elektriciteit door follikels, klieren, …
–> parallelschakeling van weertsanden
- de condensator = huid = oneindig grote weerstand
- als zweetkleiren inactief & huid zelf vochtig = 70% via huid - veranderingen
- dikte van de laag
- zweettoestand = minder weerstand bij meer zweet
- ≈ vochtigheid - effecten
- dalende weerstand = toename van stroomsterkte
–> gebruiken voor motorisch punt te zoeken
- dalende weerstand = gelijke spanning & daling intensiteit
chemische reacties galvaisatie
- galvanische cel
- kathode = positieve pool
- alkalische werking
–> verwekende werking = colliquatie
- anode = negatieve pool
- zuuretsende werking
–> uitdrogende werking = coagulatie - wondes
- kathode = vochtige brandwonden
–> eerst roze, later grijs
- anode = uitdrogende brandwonden = droger & korstachtig
effecten chemische reacties
- prikkeling polumodale sensoren
- neurogene onstekingsreactie door prikkeling ongemyeliniseerde zenuwverzels
- antodrome impuls
- prikkelend/branderig gevoel
- axonreflex = vrijgave substance-P
- lokale vasodilatatie - algemene inflammatie door weefselbeschadiging
elektrische reacties galvanisatie
- rustpotentiaal
- niet doel van activatie cel
- doel verleggen drempelwaarden
- kathode = hypopolarisatie = stimulerend
- anode = hyperpolarisatie = inhiberend - uiteindelijke affecten
- anode = sedatie & analgetisch = pijnstillend
- kathode = prikkelend & hyperemie
fysiologische reacties galvanisatie
- verbetering doorbloeding
- werking vasomotirsche vezels
- roodheid, hyperemie & branderig gevoel
- tot enkele uren
- vorm van elektroden
- sterkst onder kathode
- door directe prikkeling, histamine vrijgave & ph-veranderingen
- 500% in huid & 300% in musculatuur - motorische & senosrische vezels
- sensorisch = anode = pijninhiberend
- motorisch = kathode = stimulerend
neveneffecten galvanisatie
- lengte-applicatie
- sacrum - cervicaal
- afdalende stroom = totale sedering
- stijgende = totale stimulatie
- verklaring ongekend - prikkelhoest door prikkeling n. vagus
- metaalsmaak door prikkeling n. glossopharyngeus
- lichtflitsen door prikkeling n. opticus
- duizeligheid, nausea & braken door prikkeling vestibulaire orgaan
indicaties & contraindicaties galvanisatie
- chronische aandoeningen van bewegingsstelsel
- circulatoire stoornissen vb: raynaud (vingers & tenen) & bürger (volledige ledematen
- perifere zenuwaandoeningen
–> lumboischialgie, cervicobrachialgie & neuroalgieën-zona vb: herpes - contra-indicaties
- opp. geimplanteerde metalen
- huiddefecten vb: wonden
- sensibiliteitsstoornissen
- hartaandoeningen vb: hypertensie
–> stijging temperatuur = hypertermie
gebruiken van galvanisatie
- duur
- 20min
- acute aandoeningen = dagelijks
- chronische = 3x per week - elektroden
- anode proximaal
- kathode distaal
- dwarsgalcanisatie = anode op pijnpunt
- 0,2mA/cm^2 - stangerbad
- galvanische stroom in bad
- tot 4 cellen (apparte baden)
- stroom tot 300mA
etsend effect
= kans op verbranding
- contact met metaal & elektrode
- hoge intensiteiten
- sensibiliteitsstoornissen = hyposensibel
- huidletsels = snel binnendringen stroom
- punteffecten
- bepaalde medicatie vb: PG-remmers
iontoforese
- TDD transdermal drug delivery
- ionen
- nu ook non-ionische materialen
–> vb: polypeptiden & bepaalde medicijnen
- gelijkstroom
- deeltjes door elektriciteit beter laten absorberen in huid - mechanisme
- ionentransport door elektrisch veld
-> like poles repel, unlike poles attract
- flip-flopmodel
flip-flop model
- normale huid
- keratine laag = celloos buitenste laag
- ondoorlaatbaar - gelijkstroom
- flip-flop
- alfa-helixen omdraaien
- vorming kanaaltjes
–> artificiële shunts - doorlaatbaar
= verklaring niet ionaire stoffen ook
effecten van iontoforese
- lokaal effect
- lagere dosis nodig als gewoon medicament
stoffen met
- hyperemisch effect = vasodilatoren
- ontstekinsremmend effect
–> glucocorticoiden & NSAID
- pijnverminderend effect
–> anesthetica
- slecrolytisch effect = anion
- sclerotisch effect = kationen
- bacteriostatisch effect - systemisch effect
- opname in bloedbaan via huid
- vb proteïnen & peptiden
–> diabetes insuline
parameters iontoforese
- fysico-chemische factoren
- moleculaire grootte tot 10micrometer
- pH =ionen in juiste lading houden
- concentratie van product = 1-2%
- chemische enhancer vb: bepaalde enzymen
- ionencompetitie
–> enkel therapeutisch te buntten ionen vb: co-ionen & counter-ionen - elektrische factoren
- fysiologisch = factoren van huiddikte vb: oudere & vrouwen
- behandeltijd = 10-20min
elektrische factoren iontoforese
- stroomsterkte
- max 0,5mA/cm^2
- stroomsterke ≈ ingebrachte stof
- veranderingen in weerstand
–> constant current apparaat - stroomvorm
- direct current = continu of gepulseerd
- alternate current = polariteit wisselen
–> verlaagde kans op elektrochemische brandwonden - elektroden
- inert = Nikkels & platinum
- reversibele = beter
–> ionenwisselaar zorgt voor minimale pH veranderingen
voor & nadelen iontoforese
- voordelen
- doeltreffend & lokaal
- non-invasief
- pijnloos
- veilig - nadelen
- kans op brandwonden aan kathode
- kans op elektrische shocks
- huidirritatie
- onnauwkeurige dosage
- enkel opp. aandoeningen
indicaties & contra-indicaties iontoforese
- indicaties
- dematologische aanpassingen
- cellulities, hyperhydrosis
- nko (neus, keel, oor) - contra-indicaties
- absolute = pasemaker & opp. implantaten of osteosynthese materiaal
- relatieve
- huiddefecten & ontstekingen
- sensibiliteitsstoornissen
- koorts
- tumoren
- trombose
- zwangerschap
TENS
- transcutaneous electrical nerve stimulation
- conventionele TENS = high frequency
- acupunture-like TENS = low -
- burst TENS = tetanische contractie voor endorfine release - fysiologische effecten
- pijndemping
- toename weefseldoorbloeding door contracties & relaxaties
- invloed AZS
mechanisme TENS
- conventionele
- fysiologische blokking
- gate controlmechanisme
–> Ab-vezels prikkelen met high freq & low intensity
- remmen van prikkeles C & A-delta vezels
- remmen verhoogde OS tonus = post exitoire depressie - acupunture-like & burst
- enkefaline-afgifte
- door stimulatie A-delta = interneuronen produceren
- descending pain suppression system
parameters TENS
- duur = afh van te stimuleren vezels
- A-beta <100 microseconden
- A-delta & C >100 - pulsfrequentie
- bepalen van welke aff zenuwvezels
- verschil van conventionele/acupunctuur/burst
- low frequency & high intensity = dunne & niet gemyeliniseerde vezels
- <=> high frequency & low intesnsity
samenvatting parameters tens
- conventioneel
- 10-100 microsec
- 50-200Hz
- subtreshold = 2-3x sens grens
- 30min+ - acupuncture like
- 100-300 microsec
- 1-10Hz
- pain tolerance = 3-5x sens grens
- 20-45min - burst
- 100-300 microsec
- 1-10Hz
- subtreshold of pain tolerance
- 20-45min
voor & nadelen tens
- voordelen
- weinig complicaties
- goedkoop & zelftoepasbaar
–> zelf kopen voor eigen gebruik
- geen destructieve ingreep - nadelen
- lichte huidirritatie bij conventionele TENS
- allergie reacties op elektrode & gel
- huidverbrading
indicaties & contra- tens
- indicaties
- lage rugpijn & ischialgie
- epicondylitis
- fantoompijnen
- hoofdpijn & acut migraine
- pijn gedurende bevalling & postoperaties
- causalgie
- postherpetische neuralgie - contra-indicaties
- absoluut = on-demand pacemaker & openhuidletsel
- relatief:
- sinus-carotis
- zwangerschap
- ogen
- sensibiliteit
- hartklachten & CVA
- psychogene pijn
TENS stoppen
- geen klachten
- geen effecten
- verandering van klachten patroon
- allergie onbehandelbaar
- geen medewerking van patient
elektrostimulatie
= contractie van een spier door elektrische prikkel
- gebruik
- diagnostisch door veranding motorisch punt bij denervatie
- therapeutisch voor normale spieren & aandoeningen bepaard met functievermidnering - onderbroken galvanische stroom
- 1-1000ms
- direct op spier
- enkelvoudige prikkeling = enkelvoudige contractie
- rechthoekige, driehoekige of exponentiele stroom - faradische stroom = gelijkgerichte wisselstroom
- 1msec
- indirect op zenuw
- meervoudige prikkeling = tetanische contractie
elektrodiagnostiek
- I/T-curve
- intensiteit tov. tijd
- informaite over elektrische prikkelbaarheid
- gelijkstroom = exoponentieel afzwakken naar rechte
- diehoekspuls = naar rechte & terug stijgen - accomodatie bij diehoekspulscurve
- aanpassing van weefsel aan progessief stijgende intensiteit
- accomodatie-coëfficient = accomodatiedrempel/rheobase
- of intensiteit driehoekspuls bij 1000ms / intensiteit rechthoekspuld bij 1000ms
perifere zenuwvezels
- FES bij hemiplegiepatienten
- vb: peroneusstimulator bij voetdrop patienten
- krachttoename, inhibitie van spasmes, correctie contracutren & toename ROM - FAS bij paraplegiepatienten
- sta- & loopfunctie verbeteren
- voorkomen van complxaties = spasticiteit, contracture, osteoporose & diepe veneuze thrombose
indeling perifere zenuwletsel
- poliomyelitis anterior acute = storins motorische voorhoorncel
- radiculopathie
- plexusletsels
- perifere zenuwletsels = mono & polyneuropathie
specifieke perifere letsel
- neuropraxis = tijdelijke onderbreking zenuw
- herstel na 3 weken
- geen effectieve schaduw aan zenuw
- diagnose = faradisatie - axonotmesis
- beschadiging met intacte myeline
- partieel of totaal = walleriaanse degeneratie
- herstel na 3m-1j
- diagnose = galvanisch - neurotmesis
- volledige onderbreking van zenuw
- therapie = suturatie = alle vezels aan elkaar naaien
- gebruik van intercostaal zenuwen als vervangers
- diagnose = galvanisch
gevolgen van zenuwletsel = examen
- sympatische stoornissen
- paralyse van cappilairen
- daling arteriële circulatie
- daling spierpompwerking = daling veneuzee retoer
- stase & vochtophoping leidt tot langdurige inflammatie
- adhesie & fibrose leiden tot gewrichtstijfheid - atrofie
- degeneratie Z-lijnen & myofilamenten
- reductie mito & vesiculair SR
- afname BW
elektrodiagnositiek bij denervatie
- elektrisch
- lagere prikkelbaarheid = hogere intensie
- hogere refractaire periode
- verschuiving van motorisch punt naar midden van spier - rechtstromen
rheobase
- net na beschadiging = daling tot helft
- regerantie = stijging tot 3x
- reinnervatie = langzaam normaliseren
chronaxie
- denervatie = stijging met op 20e dag top
- reinnervatie = normaliseren - driehoekstromen
- partieel = beperkt
- totaal = geen accomodatie
elektrotherapie
- wanneer
- enkele dagen na optreden denervatie
- reele kans op reinnervatie
- bij spierkracht = minder als 3 - parameters
- intensiteit = grootste verdraagbaar
- frequentie = 1-2x per dag, 20-30x per zitting
- pulspauze = 2x pulstijd = meestal 2000msec
bespreek de klinische gevolgen van een ontregeld autonoom zenuwstelsel.
beschrijf de 3 stroomvormen dewelke een invloed uitoefenen op het autonome ZS & leg uit hoe dit werkt
- ontregeld AZS
- centrale sensitisatie
- inspanningstolerantie & spierpijn
- verlaging immuniteit
- uitputting endocriene stelsel
- slechte doorbloeding - TENS
- gate-control mechanisme door stimulatie van Ab-vezels
- enkefaline-afgifte door stimulatie van A-delta interneuronen = descending pain suppression system - iontoforese
- TTD trans dermal drug delivery
- ontstekingsremmende & pijnstillende effecten
- slecrolytisch effect aan anion
- sclerolytisch effect anion - galvanisatie
- verbeterde doorbloeding
- pijninhiberend aan anode
- motorisch stimulerend aan kathode
een dame komt langs met gordelroos. ze heeft bandvormige pijn tot aan het sternum met kleine blaasjes. welke stroomvormen kan je hier hanteren & waarom.
= geen enkele vorm
- oppassen met stromen door dat blaasjes beter geleiden
- lagere weerstand
- maar vatbaar voor joule effect = verbranding
- voor elke stroom is het voorkomen van huidletsels een contra-indicatie
bespreek de verschillende pijnvormen en vergelijk de structurele & functionele pijn. schets de verschillende manieren van pijnstilling & maak een overzicht
- vormen van pijn
- acute pijn = meteen na letsel, biologisch beschermend, goede reactie op pijnstillers
- chronische pijn = na 6 maand, niet meer nuttig
- doorbraak pijn = episodisch
- nociceptieve pijn = effectieve schade: somatisch of visceraal
- neuropathische pijn = onderliggend pathofysiologische werking = functioneel - pijnstilling
- niet-opioïde analgetica = niet centraal werkende: paracetamol, NSAID, COX2-remmers
- centraal werkende: opioïde analgetica & anti-epileptica
- andere: anti-depressiva & lokale pijnbestrijding
–> manuele therapie, elektrotherapie, …
bespreek de gevolgen van denervatie of zenuwschade en bespreek de elektrische eigenschappen bij denervaties
- sympatische gevolgen = paralyse van cappillairen
- daling arteriële circulatie
- dalingspierpompwerking & veneuze retour
- stase & vochtophoping
- langdurige inflammatie
- adhese & fibrose leiden tot gewrichtstijfheid - atrofische gevolgen
- afname BW, mitochondrion & vesiculair sarcoplasmatisch reticulum
- degeneratie van Z-lijnen & myofilamenten - elektrische eigenschappen
- verandering van motorisch punt naar midden in spier
- lagere prikkelbaarheid = stijging van rheobase
–> herstel na 20e dag
beschrijf in 2 lijnen
- glidemeistereffect ??
- enkefalines = pijnverwerking op supraspinaal niveau door SGII voor inhibitie van C-systeem
- chronaxie = de minimale intensiteit om een spiervezel te prikkelen (bij een oneindig lange puls)
- wedensky-remming = amplitude spectrum inbouwen voor gewenning van gate-control te voorkomen door interferentie stroom
- centrale sensitisatie = een versterking van alle pijnsignalen door een ontregeld CZS. kan leiden tot leiden tot ontregeling van AZS
bespreek de gate-control theorie en schets een toepassingsvoorbeeld uit het dagelijkse leven alsmede een voorbeeld uit de therapie.
- gate-control
- schets = alle toekomende signalen in ruggenmerg naar hersenen
- niet pijnlijke sensibele input kan pijnlijke input reduceren - voorbeelden
- dagelijkse leven = wrijven over pijnlijke plaats
- elektrotherapie = high frequency, low intensity
wat kan een it-curve u leren, bespreek dit uitvoerig
- parameters op I/t-curve
- chronaxie = minimale intensiteit om een spiervezel te doen activeren
- rheobase = intensiteit van chronaxie x 2 = perfecte middenweg van intensiteit & duur voor elektrostimulatie
- accomodatie coëficient = accomodatie drempel/rheobase = - veranderingen op I/t-curve
- daling van prikkelbaarheid door rechts & omhoog verschuiving
- onderste lidmaat = lagere prikkelbaarheid
- denervaties = lagere prikkelbaarheid
bespreek de elektrochemische eigenschappen van gelijkstroom
- gelijkstroom = galvanisatie
- bewerking van rustpotentiaal
- toename weefseldoorbloeding door deactivatie OS
- afname verhoogde tonus skeletspieren - elektrochemisch
- kathode = positief: hypopolarisatie = stimulerend
- anode = negatief: hyperpolarisatie = inhiberend (pijnstillend)
wat zijn de algemene en morfologische veranderingen die ontstaan ten gevolge van zenuwletsel
zelfde als vraag 4?
TENS & galvanisatie: waarom voorkeur voor TENS & waarom soms niet
- indicaties TENS
- lage rugpijn & ischialgie
- epicondylitis
- fantoompijnen
- hoofdpijn & acut migraine
- pijn gedurende bevalling & postoperaties
- causalgie
- postherpetische neuralgie - contra-indicaties TENS
- absoluut = on-demand pacemaker & openhuidletsel
- relatief:
- sinus-carotis
- zwangerschap
- ogen
- sensibiliteit
- hartklachten & CVA
- psychogene pijn
pijnstilling bij acuut weefseltrauma. waar catalogeert u het gebruik van ontstekingsremmende medicatie, via mond of iontforese, in dit geval en leg uit
- geen ontstekingsremmende medicatie
- acuut trauma met weefsel schade is inflammatie de eerste dagen een nuttige fysiologische reactie
- ontstekingen zijn een contra-indicatie voor iontoforese - pas gebruiken in chronische fase
- remming door NSAID & cortisol
- kan leiden tot fibrose