partim Luc Flashcards
pijn
- wat is pijn
- onaangename senosrieke prikkel
- beïnvloed door emotionele ervaringen
- pijn = emotie! - pijn indeling
- acute/chonrische
- weefselstructuur
- structurele/functionele
-> vb: patellofemoraal syndroom bij jonge voruwen = pijn zonder weefselschade
- centrale sensitisatie
acute/chronische pijn
- acute pijn
- meteen na letsel -> weg na 48i
- biologische beschermende functie
- waarschuwing van actieve weefselbeschadigiing
- sterke reactie op klassieke pijnstillers - chronische pijn
- niet nuttig
- 6maand na trauma nog aanwezig & geen kanker pijn
- blijvende nociceptieve input
- is een ziekte op zich
- vaak ten gevolge van slecht behandelde acute pijnsituatie
getroffen weefselstructuur
- nociceptieve pijn
- somatisch = vanuit bot of weke delen
–> knagend & scherp
- visceraal = ingewanden
–> vaak bij maligne & vage, diepe pijn - neuropathische pijnen
- slechte reactie op klassieke pijnstillende medicatie
- te onderscheiden door verschillende pathofysiologische mechanismen
- branderig, tintelent & schieten
- continu of paroxysmaal - doorbraakpijn
- episodische toename van vorige pijn
- seconden tot uren
- end-of-dose fenomeen
- frequent bij kanker patiënten
centrale sensitisatie
- aandoening
- versterking van pijnsignaal binnen CZS
- pijn is niet in verhouding met aandoening
- gegeneraliseerde hypersensitiviteit
- fellicht, geluiden, smaken, geuren
- klachten uitloggen & toenemen - belang OS & ontregeling
- inspanningstollerantie & qpierpijn
- verlaging immuniteit
- uitputting endocrien
- slechte doorbloeding -> vb: spijsverteringsstoornissen
pijnevaluatie
- accurate evaluatie patiënt
- anamnese
- onset
- karakteristieken
- lokatie
- medicatie
- voorgeschiedenis - psychosociole factoren
- culturele factoren
- pijnschalen VAS
opletten bij pijn bij kind!
- groeien is pijnloos
- groeipijn = uisluitingsdiagnose
- adolecente meisjes = geen oorzaak
- bilateraal in rust = redflag
–> leukemie
- familiaal
- regelmatige controles
cortisol
- normale reactie of weefselschade
- fosfolipiden (weefselschade) + arachidonzuur
–> prostaglandines
- leidt tot inflammatie
- vasodilatatie & hogere permeabiliteit - cortisol
- remming reactie
- remming herstel in inflammatoire fase
aberrante oorzaken van pijn
- gebit
- granulomen = afgekapseld abcess van tandwortel
- kan oorzaak zijn van gewrichtsproblemen
- pijn kan van overal komen! - interoleranties
- dysbiose
- bacteriën normaal van moeder krijgen
- na infectie = te weinig
–> slechte opname & spierstijfheid
therapie tijdens acute fase
= preventie van chronisch worden
- therapie met voldoende pijnstilling
- soms heelkundig op hyperactue problemen op te lossen
- patient regelmatig terugzien
- patient wijzen op risico van chroniciteit
fibrose
= non-resolving chronic inflammation
- acute fase
- inflammatie toelaten
- deel van herstelprocess
- warmte, roodheid, zwelling, verlies eetlust, … - chronische fase
- niet meer nuttig
- remmen door vb: NSAID & cortisol
- NSAID ≠ pijnstiller ondanks pijnstillend effect
fractuurheling
- breuk
- hematoom, inflammatie & granulatie
- kraakbeenremoddeling
- verbeniging met callus vorming
vicieuze cirkel artrose
- kraakbeen = verdeler van druk op subcondrale bot
- kraakbeenschade vb: fissuur
- effecten
- vochtophoping
- stijging gewrichtstemperatuur van 32->37°C - vrijkomen cytotoxische lysosymen
- kraakbeen op andere plaatsen beschadigen
…. - subcondraalbot vormt oesteofyten voor breder draagvlag
neovascularisatie in pathologisch kraakbeen
–> zenuwuitlopers = ook pijn ervaren
arachidon reacties
arachidon + COX1 = thromboxaan
arachidon + COX2 = prostaglandines = inflammatie
arachidon + 5LOX = leukotrienes
–> attractie witte bloedcellen & lysosymes
farmacologische therapie
- niet-opioïde analgetica
- niet centraal werkend
- paracetamol
- NSAID
- COX2-remmers - centraal werkende
- opioïde analgetica
- anti-epileptica - niet centraal werkende
- antidepressiva
- lokale pijnbestrijding vb: manuele therapie
schema elektrotherapie
- continue applicatie = galvanisch effect creeëren
- pijndempende elektrotherapie
- vb: galvanisatie & iontoforese - gepulseerde applicatie
1 zenuwcellen
- sensibele = pijndemping vb: TENS
- motorische = EM stimulatie vb: NMES - spiercellen
- EM stimulatie
- spierstimulatie
andere vormen van elektrotherapie
- laagfrequente wisselstroom
- diadynamsiche stromen
- faradische strome - middenfrequente wisselstoom
= interferentiële stromen - hoogfrequente wisselstrool
- ultrason
- diathermie
- lichttherapie: UV, laser, …
effecten van een elektrische prikkel
- mechanische spiercontractie
- drukveranderingen in weefsel
- verplaatsing van molecule & vorming van bepaald moleculen
- NaOH aan kathode
- HCl aan anode - eletrische polarisatie = effect op actiepotentialen
- thermische vasodilatatie (indirect) <=> directe door drukveranderingen
- placebo
voorwaarden van elektrische prikkel
- lokatisatie
- direct vs indirect - keuze van middelen
- aard weefsel
- aard pathologie
- indicaties & contra-indicaties
- keuze van patient & therapeut = shared disccion making - dosering prikkel
= prikkelsterke x prikkelduur
- subjecties
- goede communicatie & anamnese
- voorafgaand sensibiliteit onderzoek
gradaties sensibiliteit
- dosis submitis = net niet waarneembaar
- dosis mitis = juist waarneembaar
- dosis normalis = duidelijk waarneembaar
- dosis fortis = net submaximaal
bij iedereen anders
pijndemping elektrotherapie
- lokale hyperaemie
- activatie van polumodale sensoren bij galvanisatie
- drempelwaardes verleggen - prikkelen perifere sensorische zenuwvezels
- pijnpoort theorie
- endorfine release
–> endogene morfine stimuleren
- elektrische stromen
- prikkeling van A-beta-vezels = supraspinaal pijn systeem beïnvloeden
–> korte impulstijd met hoge frequentie: > 50Hz
elektriciteit & de cel
- rustpotentiaal
- membraampotentiaal normaal -70mV
- depolarisatie door Na-influx
- prikkeling van cel
- repolarisatie door K-efflux
- depolarisatie golf in zenuw normaal 50-100m/s - gelijkstroom
- galvanisatie
- bewerken van rustpotentiaal = minder pijn
- toename weefseldoorbloeding door deactivatie OS
- afname verhoogde tonus skeletspieren
structuren ivm pijn
- cerebrale cortex = pijnperceptie
- paraventriculaire kernen = downregulatie & defensief gedrag
- thalamus = relaisstation
–> verspreiding signalen - limbisch = regelcentrum van pijn & emotionele reacties
pathofysiologie van nocisensoriek
- nocireceptoren
- unimodale sensoren: mechano- & thermo-, …
- polymodale nocisensoren - vezels
- A-beta = mechanosensoren
- A-delta = mechano & thermonocisensoren
- C-vezels = polymodale nocisensoren - ontvangst in ruggenmerg
- dorsale hoorn
- laterale divisie = A-delta & C
- mediale divisie = A-beta
pijnverwerking
- pijninhibitie perifeer
- conductie blokkade bij zeer toxische prikkel
- eerste seconden niks voelen = desentisatie
- door sterke K-efflux = gehele zenuwmembraam positief geladen - spinaal niveau = pijnpoort theorie
- supraspinaal niveau
- directe endorfine-release
- enkefalines-interneuronen in SGII
- descending pain supression system
galvanisatie
- definitie
- elektrotherapie door gelijkstroom
- continue stroom met gelijke richting & intesniteit
- apparatuur = stroomomvormers
–> wisselstroom -> gelijkstroom - effecten
- chemische reacties
- elektrische reacties
- fysiologische reacties
huid als weerstand
- definitie
- 80% elektriciteit door follikels, klieren, …
–> parallelschakeling van weertsanden
- de condensator = huid = oneindig grote weerstand
- als zweetkleiren inactief & huid zelf vochtig = 70% via huid - veranderingen
- dikte van de laag
- zweettoestand = minder weerstand bij meer zweet
- ≈ vochtigheid - effecten
- dalende weerstand = toename van stroomsterkte
–> gebruiken voor motorisch punt te zoeken
- dalende weerstand = gelijke spanning & daling intensiteit
chemische reacties galvaisatie
- galvanische cel
- kathode = positieve pool
- alkalische werking
–> verwekende werking = colliquatie
- anode = negatieve pool
- zuuretsende werking
–> uitdrogende werking = coagulatie - wondes
- kathode = vochtige brandwonden
–> eerst roze, later grijs
- anode = uitdrogende brandwonden = droger & korstachtig