DE 11 VRAGEN VAN LUC Flashcards

1
Q

Bespreek de verschillende vormen van pijnen en vergelijk structurele en functionele pijn, schets de verschillende vormen van pijnstilling en maak hier een overzicht van

A

verschillende vormen van pijn

  1. acute pijn
    - direct na letsel
    - weg binnen 48u
    - nuttig bescherming signaal
    - goede reactie op klassieke pijnstilling
  2. chronische pijn
    - begonnen als acute pijn
    - langer dan 6maand
    - gebrek van adequate heling/behandeling
    - letsel genezen maar pijn blijft = blijvende nocicepteive input
  3. neuropathische pijn
    - brandende, elektrische, tintelende of schietende pijn
    - continu of paradoxaal
    - vb: fantoompijn & perifere neuropathie
    - minder goede reactie op klassieke pijnstilling
  4. doorbraakpijn
    - episodes van toenemende pijn
    - van pijn die eerst onder controle was
    - al dan niet gerelateerd aan gecontroleerde achtergrond pijn
    - kan seconden tot uren duren
    - meestal end-of-dose fenomeen

structurele of functionele pijn

structurele pijn = nociceptieve pijn
- aantasting van anatomische structuur
- duidelijk zichtbaar op medische beeldvorming

  1. somatische pijn
    - letsel van bot of weke delen
    - goede lokalisatie
    - knagende en scherpe pijn
    - vb: post-operatief, traumatisch geassocieerd & chronische pijn bij artitis
  2. viscerale pijn
    - vooral bij maligne aandoeningen
    - moeilijke lokalisatie
    - diepe & vage pijn

functionele pijn
- alarmsignalen = pijn
- doorblijven gaan = schade veroorzaken
- stoppen met bepaalde actie
- geen schade op medische beelvorming zichtbaar

pijnstilling
1. niet-opoïde analgetica
- niet centraal werkend
- paracetamol
- NSAID’s
- selectieve COX-2-remmers
2. opoïde analgetica = centraal werkend
3. anti-epileptica = centraal werkend
4. lokale pijnstilling
5. pijnmodulatie op spinaal niveau = pijnpoorttherapie
6. pijnmodulatie op supraspinaal niveau = endorfine release

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan je leren van de IT curve

A
  1. doel
    - info over elektrische pirkkelbaarheid van neuromusculaire apparaat
    - beeld van innervatie/denervatie van spierweefsel
    - 2 soorten curves
  2. rechthoekscurve
    - rheobase = minimum intensiteit om bij oneindiglange rechthoek impuls enige reactie te krijgen
    - chronaxie = minimale duur van rechthoek impuls met een intensiteit 2x die van de rheobase die nog enige contractie veroorzaakt
  3. driehoekcurve = accomodatie
    - verschuiving door accomodatie naar rechts & boven
    - eigenschap van weefsel om zicht te kunnen aanpassen aan impulsen met progressief stijgende intensiteit
    - gelinkt aan zenuwen = geen accomodatie van gedenerveerde spieren
  4. accomodatie coëfficient
    - accomodatie drempel/rheobase
    - hoe lager de AQ = meer gedenerveerd
    - normaal = 2+
    - totale denervatie = 1
    - partieel = hiertussen
    - cyrptotetanie = overprikkeling van weefsel 7+
  5. variabelen die IT-curve beinvloeden
    - type apparaat
    - temperatuur
    - doorbloeding
    - grootte & positie elektrode
    - oedeem
    - inspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bespreek TENS en Galvanisatie. Waarom voorkeur voor Tens en waarom soms niet. Bespreek.

A
  1. voordelen van TENS
    - lage graad aan complicaties en bijwerkingen
    - relatief goedkoop
    - geen destructieve ingreep
    - patient kan het zelf toepassen
  2. gebruik van tens
    - zowel acute als chronische pijn
    - vooral pijndemping
    - verhoogde weefseldoorbloeding
    - verhoogde OS-tonus afremmen
  3. aandachtspunten tijdens TENS
    - lichte huidirritaties bij conventionele TENS
    - allergische reactie op gel van elektroden
    - huidverbranding maar is erg zeldzaam
  4. absolute contra-indicaties = on-demand pacemaker & openhuid letsels
  5. relateive contra-indicaties
    - oogproblemen
    - zwangere vrouwen
    - hartklachten = inductie van CVA
    - psychogene pijn
    - sensibiliteitsstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bespreek de gevolgen van denervatie of zenuwschade en bespreek de elektrische eigenschappen bij denervatie

A

gevolgen van zenuwletsel

daling van arteriële circulatie
1. verstoring van OS = sympatische stoornissen
2. paralytische vasodilatatie in capillairen
3. daling spierpomp
4. daling veneuze & lymfatische retoir
5. stase, vochtopstapeling, adhesie, fibrose & gewrichtstijfheid
6. morfologische gevolgen
- deformaties
- ankylosen in vicieuze stand

atrofie
- histologische verschijnselen = fysiologische gevolgen
- reductie van mito
- afname BW
- SR wordt vesiculair
- degeneratie van Z-lijnen spiervezels
- myofilamenten degeneren thv de oppervlakte van spiervezels

veranderingen in tijd
1. 5-20u
- verlagen membraanspanning = drempelwaarde
- minder prikkelbaar
2. 24u = geen acethylcholine vrijstelling meer
3. 2-3 dagen = acetylcholine hypersenisitviteit
4. 1-3 weken = fibrillaties

elektrische eigenschappen
1. stimulatie plaats = motorisch punt
- meest prikkelbaar punt van spier
- normaal prox. 1/3 -> midden van spier

  1. stroomvorm = onderbroken galvanische stroom
    - driehoekstroom bij partiële denervatie
    - vierkantstroom bij volledige denercatie
  2. prikkelintensiteit = hoogste verdraagbaar
  3. pulspauze = 2x duur
  4. refractie periode neemt toe
  5. frequentie = 1-2 keer per dag & 20-30 contracties per sessie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de volgende begrippen: Gilden meister effect, enkelfalines, chronaxie, Wedensky-remming en centrale senitisatie

A
  1. Gildenmeister effect
    - hoge frequenties = 1.000 - 100.000Hz
    - prikkel interval kleiner dan refractaire periode
    - enkel onlading optreden door summatie effect van verschillende wisselstroomperiodes
  2. enkephalines
    - supraspinale pijndemping
    - door SGII
    - inhibitie van C-systeem
    - directe spinale endorphine-release
  3. chronaxie
    - minimale duur van rechthoek impuls
    - die 2x de intensiteit van de rheobase heeft
    - die nog juist een maximale contractie veroorzaakt
  4. Wedensky-remming
    - voordurende prikkeling met middenfrequente wisselstromen
    - kan een zenuwvezel niet meer reageren
    - of vermoeiing van motorische eindplaat
  5. centrale sensitisatie
    - verhoogde gevoeligheid op fel licht, pijn, smaak, geuren, geluiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek gate control therapie

A

soorten sensorische neuronen
- alfa-beta-vezels = mechanosensoren
- alfa-delta-vezels = mechano- & thermosensoren
- C-vezels = polymodale sensoren
- alfa delta & C komen toe in laterale divisie van dorsale hoorn
- alfa beta komt toe in mediale divisie van dorsale hoorn

algemeen principe
- spinaal niveau
- prikkeling van alfa-beta-vezels
- remming uit te oefenning op nocisensorische transmissie

specifieke werking
1. neurogeen transmissiesysteem van dorsale hoorn = poort
2. doorgeven van nocisensorische infro naar supraspinale centra
3. inhibitie of facilitatie
4. activiteit van alfa-beta-vezels bepaald hoeveel pijn wordt doorgelaten
5. alfa-delta-vezels & C-vezels krijgen lagere drempelwaarde = hogere gelijdingssnelheid
6. inhibitie van pijnvezels

elektrotherapie
- enkel alfa-beta-vezels alleen stimuleren
- low intensity high frequency TENS
- korte impuls tijd
- meer dan 50Hz
- onvoelbare prikkel of conventrionele tens

OOK PIJN STILLING VERMELDEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bespreek de elektrochemische eigenschappen van gelijkstroom

A

chemische effecten

  1. algemeen effect gelijkstroom
    - + geladen ionen naar kathode -
    - - geladen ionen naar anode +
  2. effecten rond kathode
    - 4Na + 4H2O -> 4NaOH + 4H2
    - NaOH -> Na + OH
  3. fysiologische effecten rond kathode
    - OH afgestoten = alkalische etsende werking op huid = stimulerend
    - H20 = meer vocht vasthouden
    - H = gasbelletjes
    - vochtighe brandwonden die eerst roze dan grijs zijn
  4. chemische effecten rond anode
    - 4Cl + 2H2O -> 4HCl + O2
    - HCl -> H+ + Cl
  5. fysiologische effecten rond anode
    - H afgestoten = zuur etsende werking op huid = uitdrogend
    - H2O
    - O2
    - uitdrogende brandwonden

verstoorde homeostase = chemisch
1. prikkeling van polymodale sensoren = pijn
2. axonen reflex = vrijgave van substance P
3. lokale vasoconstrictie
- lokale onstekingsreactie
- neurogene ontstekingsreactie door prikkeling van ongemyeliniseerde vezels

toepassing van elektrotherapei
1. gelijkstroom
- geen AP opwekken
- enkel membraamspanning beïnvloeden
2. kathode
- hypopolarisatie
- minder positieve omggeving
- meer prikkelbaar = stimulerend
3. anode
- hyperpolsartisatie
- meer positieve omgeving
- minder prikkelbaar = inhiberend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de morfologische en algemene veranderingen die ontstaan ten gevolge van een zenuwletsel

A

= eerste deel denervatie uitleggen
circulatie
atrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een dame komt langs met gordelroos. Ze heeft bandvormige pijn tot aan het sternum met kleine blaasjes. Welke stoomvormen ga je hanteren en waarom?

A

aandoening
- neuropathische pijn
- indicatief voor interferente stroom
- gebruik van gate-control voor pijndemping

algemeen elektrotherapie
- zenuw apllicatie met 1 of 2 elektroden
- selectief alfa-beta-vezels gaan prikkelen
- hyperemische & antalgische werking
- opletten van openuidwonden = contra-indicatie

soorten stromen
1. assymetrische rechthoekige pulsstroom = meest gebruikte vorm van TENS pijnbestrijding
2. conventionele TENS
- daling van zenuwgeleidingsnelheid door fysiologische blokking
- gate-control mechanisme
- remming van verhoogde OS tonus
3. acupuncture-like Tens
- prikkeling van alfa-delta prikkel
- enkephaline afgifte
- blokkade van C-receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de klinische gevolgen van een ontregeld autonoom zenuwstelsel. Beschrijf de 3 stromen die een invloed hebben op het AZS en leg uit hoe ze werken.

A

ontregeld autonoom zenuwstelsel
- inspanningsintollerantie en spierpijn
- centrale sensitisatie
- verlaagde immuniteit
- uitputting van endocriene stelsel
- slechte doorbloeding ≈ slechte spijsvertering

soorten stroomen

conventionele TENS
- remming van te hoge OS-tonus
- prikkeling van alfa-beta & alfa delta vezels
- verhoogde postexcitatoire depressie van OS
- overmatige stimulatie van C-vezels voorkomen
- als overactiviteit van OS = accent op alfa-beta & alfa-delta

galvanisatie
- isomotorische invloed van onderhuid
1. rode huid
- door opp doorbloeding wordt huid sterk rood na therapie
- best waarneembaar onder kathode door alkalische werking
- kan enkele uren duren
- subjectief warmte gevoel ≠ objectieve stijging
2. mechanisme
- directe prikkeling van spier & zenuwvezels voorantwoordelijk van bloedvaten
- vrijkomen van weefselstoffen vb: histamine
- Ph veranderingen
3. gevolgen
- kan tot 5x toenemen
- 15-30min
- effect op diere weefsels vb: spier = 3x toename

interferentie
- antalgische werking
- selectief alfa-beta vezels = pijndeming
- normaliseren vegetatief evenwicht
- demping van OS
- ontspanning & betere ciruclatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij acuut Weefseltrauma is pijnstilling van belang. Waar catalogeert u het gebruik van ontstekingsremmende medicatie (via de mond of iontforese) in dit geval en leg uit.

A

revalidatie
- groot belang van pijnstilling
- beheer onderandere door ontstekingsremmende medicatie
- 2 groepen
- NSAID = niet-steroïdale anti-inflammatoide geneesmiddelen
- corticoïden = steroïdale anti-inflammatoide geneesmiddelen

  1. NSAID via mond
    - verminderen van ontsteking
    - door remming van porstaglandines
    - ook pijnstillend & koortsverlagend
    - niet helpen bij verbetering van mobiliteit & algemeen comfort
  2. lokale ontstekingsremmende medicatie via iontoforese
    - specifieker op getroffen gebied
    - minder systemische bijwerkingen
    - relevant voor specifieke gerichten of weefsels
    - maximale lokale werking
  3. keuze
    - ernst
    - lokale
    - algemene gezondheid
    - andere facotren = specifieke behoeften & omstandigheden

werking inflammatie & NSAID
1. letsel & ontsteking
2. productie van arachidon zuur
3. omzetting in prostaglandines door COX cyclo-oxygenease
4. inhibitie van COX door NSAID
5. geen prostaglandines
6. geen ontstekingsreactie

vormen van COX
1. COX1
- normale fysiologische processen
- vb: beschermen maagwand = mogelijke bijwerking: maagklachten & maagzweren
2. COX2
- vooral tijdens ontstekingsprocessen
- specifiek deze proberen blokkeren

mogelijke bijwerkingen
- bij langdurig gebruik of hoge dossisen
- vooral gasto-intstiaal
- ook nieren
- enke gebruik zoals arts zegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly