stijlfiguren Flashcards
1
Q
vergelijking
A
als er een overeenkomst is tussen twee of meerdere personen of zaken. tussen de delen staan vaak de woorden als, zoals of gelijk
2
Q
metafoor
A
er word geen vergelijkingswoord gebruikt
3
Q
personificatie
A
dieren of levenloze voorwerpen worden voorgesteld als een persoon of krijgen menselijke eigenschappen
4
Q
tegenstelling
A
je gebruikt een tegenstelling als je een contrast wilt duidelijk maken bv duur- goedkoop, veel- weinig
5
Q
hyperbool
A
een eigenschap extra in de verf te zetten
6
Q
woordspeling
A
een combinatie van woorden die een komisch effect veroorzaakt
7
Q
eindrijm
A
rijm op het einde van twee of meer woorden
8
Q
alliteratie
A
zijn die eerste medeklinkers van twee of meer beklemtoonde woorden identiek