de persoonsbeschrijving Flashcards
1
Q
gezet
A
zwaarlijvig, corpulent
2
Q
asymmetrisch
A
niet elkaars spiegelbeeld
3
Q
vaal
A
flets, verbleekt
4
Q
getaand
A
bruingeel, verweerd
5
Q
pokdalig
A
geschonden door puistjes
6
Q
kruin
A
bovenste deel van het hoofd
7
Q
wijnvlek
A
wijnkleurige vlek onder de huis
8
Q
gefriseerd
A
fijn gekruld, gebekt, niet sluik
9
Q
jukbeenderen
A
bot onder het oog
10
Q
bakkebaard
A
baardstrepen langs de wang
10
Q
albino
A
zonder pigment, met witte huid
11
Q
gespleten bovenlip
A
hazelip
11
Q
wijkend
A
verdwijnend, achteruitgaand
12
Q
eelt
A
hoornachtige verharding van de huid
13
Q
klam
A
vochtig door waterdamp of zweet
14
Q
frêle
A
broos, teer
14
Q
gang
A
manier van lopen
15
Q
kroeshaar
A
dicht gekruld
15
Q
ovaal
A
eivormig
16
Q
sluik
A
glad, neerliggend, zonder krullen
17
Q
profiel
A
beschrijving