figuurlijk taalgebruik Flashcards
schuldig zijn, zelf ook fouten maken
boter op zijn hoofd hebben
het regent erg hard
het regent pijpenstelen
veel geluk hebben, voorspoed hebben
de wind in de zeilen hebben
sprakeloos zijn door verbazing
nu breekt mijn klomp
iets wat je opzij legt voor later
een appeltje voor de dorst
het lijkt mooi maar er zit een gevaar achter
er schuilt een addertje onder het gras
heel hard werken
werken als een paard
feesten
de bloementjes buiten zetten
iemand vieren
iemand in de bloementjes zetten
heel enthousiast zijn over iets of iemand
waar het hart van nol is, loopt de mond van over
door en door, helemaal
in hart en nieren
helemaal alleen thuis zijn
het rijk voor zich alleen hebben
vol overgave, volledig
met hart en ziel
opzettelijk het standpunt van je tegenstander bepleiten om iets te bereiken
advocaat van de duivel spelen
er veel moeite mee hebben
een zware dobber aan iets hebben
een onbeschofte, ongemanierde man
een ongelikte beer
failliet gaan
op de fles gaan
slechte dingen over iemand vertellen om hem of haar te kwetsen
iemand zwart maken
je wilt iemand anders iets aandoen, maar het overkomt jouzelf
wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in
voor-en nadelen bekijken
wikken en wegen
erg goede vrienden zijn
2 handen op één buik
zeer snel verspreiden
als een lopend vuurtje verspreiden
iemand anders verwijten van iets terwijl die het zelf doen
de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet
te hoog van zichzelf denken
naast zijn schoenen lopen
Iemand kan heel bedreigend en boos doen, maar doet daarna meestal niets vervelends.
blaffende honden bijten niet
iemand hard terugpakken
een koekje van eigen deeg
ergens aan meehelpen
zijn steentje bijdragen
iemand oppeppen door iets aardigs of bemoedigends te zeggen
iemand een hart onder de riem steken