Karaktereigenschappen Flashcards
1
Q
Realistisch
A
Nuchter, verstandig
2
Q
Karikatuur
A
Een bepaalde eigenschap wordt overdreven voorgesteld
3
Q
Grotesk
A
Bespottelijk, dwaas, lachwekkend
4
Q
Fijngevoelig
A
Fijnzinnig, tactvol
5
Q
Veranderlijk
A
Wisselvallig
6
Q
Standvastig
A
Overanderlijk
7
Q
Dapper, onbervreesd
A
Moedig, zonder angst
8
Q
Volhardend
A
Doorzettend, onverzettelijk
9
Q
Zelfzeker
A
Vol zelfvertrouwen
10
Q
Ambitieus
A
Hoge verwacjtigen
11
Q
Beschaafd
A
Beleefd, fatsoenlijk
12
Q
Opvliegend
A
Snel kwaad worden, een kort loontje hebben
13
Q
Opschepperig
A
Graag bluffen, snoeven
14
Q
Hulpvaardig
A
Behulpzaam, bereid te helpen
15
Q
Impulsief
A
Handelen zonder nadenken
16
Q
Marginaal
A
A) iemand dir aan de grens van de maatschappij leeft b)iemand die zich onbeschaafd gedraagt