Sterke en zwakke punten: EN-NL Flashcards
I pay little attention to my appearance.
Ik besteed weinig aandacht aan mijn uiterlijk.
I often impose my opinion on others.
Ik dring mijn mening vaak op.
I form prejudices quickly.
Ik heb snel vooroordelen.
You cannot always count on me.
Op mij kan men niet altijd rekenen.
I act first and think later.
Ik doe eerst iets en denk dan pas na.
Sometimes I’d rather be lazy than tired.
Ik ben soms liever lui dan moe.
I am easily influenced.
Ik ben gemakkelijk te beïnvloeden.
I’m afraid of arguments and conflicts.
Ik ben bang voor ruzies en conflicten.
I tend to be selfish.
Ik ben eerder egoïstisch.
I am rather slow at learning new things.
Ik ben nogal traag om iets te leren.
I get confused when something unexpected happens.
Ik geraak in de war als er iets onverwachts gebeurt.
I am quite forgetful.
Ik ben nogal vergeetachtig.
I am nervous; in difficult situations I get restless quickly.
Ik ben nerveus, in een moeilijke situatie ben ik vlug onrustig.
I can be rather short-tempered.
Ik kan nogal opvliegend zijn.
I find it hard to say ‘no’.
Ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen.
I like to talk, and sometimes too much.
Ik praat graag en soms te veel.
I always see the negative things first.
Ik zie altijd eerst de negatieve dingen.
I’m rather clumsy.
Ik ben nogal onhandig.
I need someone to tell me what to do.
Ik heb iemand nodig die zegt wat ik moet doen.
I’m not very good at helping others.
Ik ben niet zo goed in het helpen van anderen.
I sometimes overestimate/underestimate myself.
Ik overschat/onderschat mezelf wel eens.
I just act and see what happens.
Ik doe maar en ik zie wel wat er gebeurt.
I prefer to stay silent if I don’t agree with something.
Ik zwijg liever als ik het ergens niet mee eens ben.
Sometimes I don’t understand something and I’m afraid to ask.
Soms begrijp ik iets niet en durf geen uitleg te vragen.