Sterke en zwakke punten - eigenschappen Flashcards
get along well with others.
goed met anderen omgaan
I like working under the supervision of a boss.
onder toezicht van een baas graag werken
I always find a solution to a problem.
oplossingen voor een probleem vinden
I ask for clarification if I don’t understand something.
uitleg vragen
I work neatly and carefully.
orderlijk en met zorg (werken)
I like everything to go according to plan.
volgens plaan verlopen
I can concentrate well.
goed concentreren
I can adapt in unexpected situations.
aanpassen in onverwachte situaties
I am persistent.
doorzetter
I can handle criticism well.
opmerkingen goed verdragen
I never arrive late.
nooit te laat komen
I am a hard worker.
harde werker
I always think before I act.
Eerst nadeken voor iets te doen
You can always count on me.
op mij kunnen rekenen.
I am open to change.
open voor veranderingen
I know my limits and I dare to say ‘no’.
Grenzen kennen | Durven (nee zeggen)
I can control myself well.
goed beheersen
I am polite
beleefed
I am friendly
virendelijk
I have a lot of patience.
geduld hebben
I have good physical condition.
goede fysiske conditie
I like to learn.
Graag bijleren
I have good spatial awareness.
goed ruimtelijk inzicht
I admit my mistakes and I can learn from them.
Eruit mijn fouten leren