Steden en Staten (KA3) Flashcards

1
Q

Wat is een stad?

A

Overal anders. Afhankelijk van periode, afhankelijk van de situatie en niet vastpinnen op één variatie van het boek.

Als het een bepaalde grootte heeft wat past bij de omgeving, wat past bij andere steden om zich tegen af te zetten, en het aantal inwoners is afhankelijk van de draagkracht van een gebied of het aantal voorzieningen dat daar aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een staat?

A

Overal anders. Afhankelijk van periode, afhankelijk van de situatie en niet vastpinnen op één variatie van het boek.

Een begrenst grondgebied dat over machtsmiddelen beschikt, en dat andere gebieden en en bevolking de staat erkennen als soeverein (hoogste macht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de algemene theorie van de opkomst der steden?

A

Steden ontstaan in Mesopotamië en Egypte langs de Eufraat/Tigris en de Nijl na de neolithische revolutie als gevolg van NATUURLIJKE en CULTURELE ELEMENTEN.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vergelijking kun je maken met VUUR?

A

Natuur zorgt voor een verplichte culturele input. Je moet net als Vuur verplicht gaan samenwerken. Dwingen tot beschaving. Water is een gevaarlijk element. Heb je regels voor nodig! Irrigatie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het stappenplan met de opkomst van steden en staten?

A
  1. Natuur: Klimaatverandering warm en droog
  2. Reactie: op klimaatverandering mensen bij rivier wonen
  3. Natuur: rivieren overstromen
  4. Reactie: mensen moeten zich gedwongen organiseren om overstromingen de baas te kunnen.

Door overstromingen ontstaat hiërarchie (bv iemand doet het goed en wordt beloond).
Schriften en wetten enz. Rangen en standen.

DIT DUURT HEEL LANG!!!!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ontdekking trekt stappenplan in twijfel?

A

De ontdekking van Jericho. Stad bestond al voor de neolithische revolutie. Stad zit ook niet bij water (rivier). Zijn we ook niet gaan zitten omdat het droog was, maar waarschijnlijk omdat er ZOUT was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kun je hieruit concluderen?

A

Dat als er ergens een product is waar het leven van af kan hangen (zout), en er zit een J&V groep dan blijven die daar. Komt die groep nog een keer, dan ga je handelen. En de ruilmiddelen komen naar je toe. EN je geeft er zout voor terug. Je bouwt daar een muur omheen om het te beschermen…..en je hebt een STAD!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent anomalie?

A

Tegenspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly