spierkneuzing Flashcards

1
Q

etiologie

A
  • Uitwendig trauma door stomp voorwerp.
  • Inwendig trauma (bv. fractuur).
  • Plotse abnormale beweging (uitglijden).
  • Overbelasting.
  • Compressie tijdens anesthesie bij GHD (M. triceps, Mm. Glutei).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen en letsels

A
  • Bloedingen tot hematomen toe (echo).
  • Vezels beschadigd of vernietigd -> traumatische ontsteking -> warmte, zwelling, pijn (beweging), stijging spierenzymen (o.a. CPK).
  • Erge zwelling -> compartimenteringssyndroom mogelijk, vooral bij stevige fascie -> compressie bloedvaten + zenuwen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prognose

A
  • Meestal geleidelijke resorptie bloeding, afname ontsteking en volledige heling.
  • Soms geringe tot ernstige fibrose en eventuele spieratrofie, soms met calcificatie.
  • Bij ernstige fibrose soms functiestoornissen (contractuur).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling

A
  • Gering: korte rustperiode.
  • Erger in acute fase: bloeding en ontsteking beperken -> ijs, rust, eventueel immobilisatie en NSAID’s lokaal of algemeen. Bij compartimentering: incisie fascie (fasciotomie).
  • Erger in subacute fase: resorptie bloeding bevorderen en organisatie fibrine beletten -> warme omslagen, massage, laser, infrarood en gecontroleerde beweging om littekenvorming te verbreken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly