sinusitis Flashcards

paard

1
Q

definitie

A
  • Sinus = blinde eindigende ruimte in de schedel, in verbinding met de nasale holte en bekleed met ademhalingsmucosa (AH-epitheel), produceert slijm en kan ontsteken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oorzaak

A
  • Primaire bacteriële infectie: voornamelijk in de maxillaire sinussen, mogelijk na virale infectie met ontsteking van het slijmvlies en drainageproblemen.
  • Secundaire infectie: als gevolg van doorbrekende tandwortelinfecties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symptomen

A
  • Meestal normale algemene klinische toestand.
  • Unilaterale (of bilaterale) neusvloei: van sereus (waterig snot) naar uitgesproken purulent (etterig), continu of intermitterend.
  • Opgezette submandibulaire lymfeklieren.
  • Pijn bij druk of percussie (tikken of kloppen) (gedempte holle klank).
  • Mogelijk tranenvloei.
  • Abnormale stinkende ademgeur.
  • Meestal geen uitwendige zwelling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

diagnose

A
  • Endoscopie van de neusgang (voor etterdrainage).
  • Radiografie (RX), CT-scan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prognose

A
  • Zelden spontaan herstel.
  • 2-3 weken antibiotica -> geen verbetering of recidief -> chirurgie.
  • Gereserveerd bij chronische gevallen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling

A
  • Spoelen van de sinus: trepanatie onder lokale verdoving (6 mm), blijfcatheter met cuff of via naald door de huid, spoelen met NaCl 0,9% + evt antisepticum.
  • Uitruimen van de sinus: sinusotomie dmv botflap, maken van een grotere drainageopening en plaatsen van een tampon naar de neusopening. Nabehandeling: spoelen + antibiotica.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly