mankheidsonderzoek Flashcards
1
Q
manken
A
- Manken / claudicatie: Functionele stoornis in het bewegingsstelsel, afwijking van normale beweging.
- Belangrijkste oorzaak: Gewrichtsproblemen.
- Andere oorzaken: Pijn (breuk, blein), mechanische factoren (luxatie, ankylose), verlammingsverschijnselen, combinatie van factoren.
2
Q
graad mankheid
A
- Gering, matig, erg, zeer erg.
- 4 gradaties:
- 0: Geen manken.
- 1: Geen of nauwelijks manken in draf, bijkomende proeven lokken manken uit.
- 2: Geen manken in stap, duidelijk in draf.
- 3: Manken op stap en meestal duidelijker in draf.
- 4: Geen of nauwelijks steun in stap (fractuurmank).
3
Q
soort mankheid
A
- Andere indelingen: acuut, subacuut, chronisch, permanent, remitterend, intermitterend, recidiverend, erratisch, collateraal.
- Etiologie: Veranderingen in spieren, pezen, ligamenten, gewrichten, beenderen, bloedvaten en zenuwen.
4
Q
normale beweging
A
- Zweeffase en steunfase.
- Meeste trauma’s ontstaan tijdens de schokbrekende fase.
- Inwerkende kracht groter op voorbenen dan achterbenen.
5
Q
anamnese
A
- Duur van de mankheid.
- Soort mankheid.
- Omstandigheden tijdens ontstaan.
- Eerdere mankheid, behandelingen, rustperiodes.
- Opvallende houding.
6
Q
klinisch onderzoek
A
- Vaststellen of het dier mank is.
- Zo ja, op welk lidmaat?
- Localisatie op het lidmaat zelf.
- Localisatie van aangetaste structuren.
- Etiologische diagnose.
7
Q
observatie mankend lidmaat
A
- Observatie bij zowel stilstaand als bewegend dier.
- Symptomen: Kopbewegingen, gestrekte passen, bilateraal manken.
8
Q
observatie op het lidmaat zelf
A
- Zwelling, deformatie, temperatuurverschillen.
- Palpatie, percussie, temperatuur.
- Flexieproeven, lokale of regionale anesthesie, beeldvormingstechnieken.
9
Q
observatie van de beweging
A
- Zweefbeenclaudicatie, steunbeenclaudicatie.
- Effect van bodemsoort op mankheid.
- Observatie tijdens longeren, neerzetten voet.
10
Q
palpatie
A
- Pulsatie, zwelling, temperatuur.
- Grondig en systematisch onderzoek.
- Let op zwelling, aard van zwelling, temperatuurverschillen.
11
Q
percussie
A
- Bekloppen of aftasten met een hamer of hoeftang.
- Vergelijken van beide zijden.
- Let op lokale pijnreactie.
12
Q
buigproef
A
- Manken verergert na 1-3 minuten flexie.
- Testen van gewrichtsbuiging.
- Meestal positief bij gewrichtsproblemen.
13
Q
wigproef
A
- Extensieproef van de hoef.
- Testen van pijnreactie bij het plaatsen van de hoef op een helling.
14
Q
drukproef
A
- Lokale druk uitoefenen op vermoedelijke pijnpunten.
- Positief bij duidelijke toename van mankheid.
15
Q
anesthesietechnieken
A
- Intra-articulair, lokaal in peeschede of slijmbeurs.
- Lokale geleidingsanesthesie om het letsel te lokaliseren.
- Testen van huidgevoeligheid vooraf.