Spelen is ontwikkelen Flashcards

1
Q

Wat zijn essentiële spelvaardigheden?

A
  • oefenen
  • de ander ontdekken
  • fantaseren
  • experimenteren
  • informatie verwerven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is oefenspel?

A
  • oefenen van grove en fijne motoriek
  • nog niet gebonden aan spelregels of winnen
  • bijv: grijpen, kruipen, lopen, woordjes schrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Spelen is informatie verwerken, wat zijn kenmerken?

A
  • denkpatronen vormen (cognitieve processen spelen een rol)
  • uiten in taal, mimiek en beweging
  • gevoelens en gedachten verwerken
  • verplaatsen in de ander
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Spelen is de ander ontdekken, wat zijn kenmerken?

A
  • samenspelen
  • rekening houden met anderen (coöperatief spel)
  • complementair spel (elkaar aanvullen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Spelen is regisseren, wat zijn kenmerken?

A
  • zelf baas zijn en keuzes maken
  • ego ontwikkelen
  • zichzelf ervaren, hun lichaam en anderen
  • macht over eigen kunnen en grip op de wereld
  • gevoel van triomf en realiteit
  • reguleren van emoties
  • uitstellen van behoeftes
  • ontwikkeling naar zelfstandigheid en autonomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Spelen is imiteren/identificeren, wat zijn kenmerken?

A
  • nadoen en doen alsof je iemand anders bent
  • tot 7 jaar belangrijk
  • gangbare rollen in maatschappij leren kennen
  • leren kennen welke rollen er zijn en de bijbehorende competenties leren kennen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Spelen is onderzoeken, wat zijn kenmerken?

A
  • uitproberen, fouten maken en mislukkingen ervaren
  • frustratie maakt weerbaar en stressbestendig
  • kind van nature op aanpassing gericht, plooibaar en veerkrachtig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spelen is fantaseren, wat zijn kenmerken?

A
  • oplossingsstrategieën toepassen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

parallel spel, kenmerken?

A
  • naast elkaar spelen, er is geen interactie tussen kinderen

- peuters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

coöperatief spel, kenmerken?

A
  • kinderen hebben een gezamenlijk doel

- maken samen regels en afspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

associatief spel, kenmerken?

A
  • speelgoed delen,

- lijkt op samenspelen, maar er is nog geen gezamenlijk doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de fasen van Piaget?

A
  1. sensomotorisch
  2. preoperationeel
  3. concreet-operationeel
  4. formeel-operationeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is spel in sensomotorische fase van Piaget?

A
  • zintuigen en bewegen bepalen het spel
  • eigen lichaam gebruiken
  • oraal georiënteerd spel
  • manipulerend spel (eigen handelen en het effect daarvan)
  • babytijd
  • coördinatie ontwikkeling
  • natuurwetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je in het eerste jaar van de sensomotorische fase?

A
  • waarnemen van de wereld en materiaal
  • structurerend manipuleren met blokken
  • oefenen van motorische functies
  • kiekeboe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zie je in het tweede jaar van de sensomotorische fase?

A
  • constructiespel verkennend experimenterend (vullen en leeggooien etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk speelmateriaal hoort bij de sensomotorische fase?

A
  • rammelaars, knisperdoekjes, bijtringen, babygym, boxactivity, knuffeltjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk speelmateriaal hoort bij de preoperationele fase?

A
  • functioneel spel zoals blokken en bal

- symbolisch spel zoals poppen, kassa

18
Q

welk speel materiaal hoort bij de concreet-operationele fase?

A
  • knutselspel
  • buitenspel
  • fantasiespel
  • structuur regels en formele principes
19
Q

Wat is spel in de preoperationele fase van Piaget?

A
  • peutertijd
  • functioneel spel (weten wat de functie van het speelgoed is)
  • nog geen vaste structuur of vorm
  • spel gaat alle kanten op
  • associatief spel: niet doelgericht maar door toevallige gebeurtenissen ingegeven
  • animistisch denken: menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze dingen
  • magisch denken: geen onderscheid tussen wat leeft en niet
  • symbolisch spel: net alsof
  • imitatiespel: nadoen
20
Q

Welk spel zie je rond 2-3 jaar (preoperationele fase)?

A
  • tweedimensionale patronen, blokken neerzetten in rijen en stapels
  • kralen rijgen
  • inlegfiguren
  • imiteren
  • geen herinneringen
  • parallelspel
21
Q

welk spel zie je rond 3-4 jaar (preoperationele fase)?

A
  • driedimensionale patronen, bouwt en benoemd doel
  • combineert spelmateriaal
  • ordenen
  • imitatie wordt identificatie
  • illusief spel
  • coöperatief spel
  • eenvoudige groepsspelletjes
  • functiespel
  • rijden en blijden
22
Q

Wat is spel in de concreet-operationele fase van Piaget?

A
  • spel wordt rationeel verwerkt (naast gevoel en zintuigen)
  • informatie over de wereld concretiseren
  • doel benoemen
  • combineren spelmateriaal
  • ordenen een echte situatie in spel
  • kleutertijd/jong schoolkind
23
Q

welk spel zie je in de concreet-operationele fase?

A
  • alleen spelen
  • buitenspelen
  • samenspelen
  • eenvoudige spelregels
  • ordenen materiaal
  • imitatiespel wordt fantasiespel
  • complex constructief spel
  • begin competentie
24
Q

Wat is spel in de formeel-operationele fase van Piaget?

A
  • vanaf 11/12 jaar
  • in staat perspectief van de ander te begrijpen tijdens spel
  • sociale vaardigheden groeien
  • samenspelen
  • stimuleert de zelfcontrole van kind
25
welk spel zie je in de formeel-operationele fase?
- regelbesef - samenwerken - identificatie normen en waarden - zicht en grip - sturing processen in echte wereld - abstractie - opnemen en ordenen informatie - mogelijkheden van jezelf - dieren en dingen kennen - ruimtelijk inzicht - competitie
26
wat is constructiespel?
spel waarbij het kind iets maakt en/ of bouwt. - leert waarnemen, logisch- en probleemoplossend denken
27
wat is regelspel?
- gecoördineerde groepsspellen, waarbij spelregels van toepassing zijn
28
Wat is fantasiespel?
- illusief spel - inleven in een wereld buiten de eigen ervaring - transcenderen: verplaatsen in andermans gedachten - begin vaak 1 of 2 handelingen, daarna steeds moeilijkere situaties naspelen met meer vorm, structuur en regels
29
Wat is rollenspel?
- spel waarbij een of meer kinderen tenminste één rol spelen - taal is belangrijk - oefenen sociaal gedrag - 5 a 7 jaar
30
wat is dramatische expressie?
- wisselwerking tussen taal en beweging - gaat om ordening en uiting van ervaringen en belevingen - anders dan rollenspel
31
Wat is receptief spel?
- informatie opnemen vanuit de buitenwereld en deze leren verwerken - bijv. luisteren muziek, kijken film, lezen boek - kinderen uiten indrukken in spel: vertellen, vragen, bewegen verbeelding, rijmen, zingen
32
wat is experimenteerspel?
spel waarbij kinderen spelen ontdekken en experimenteren
33
wat is oefenspel?
proberen een beweging onder de knie te krijgen (herhaaldelijk uitvoeren)
34
wat is typisch jongensspel?
- ruimte en fysieke activiteiten - grove motoriek en kracht spel - visueel georiënteerd dus meer beelden dan taal
35
wat is typisch meisjesspel?
- rustig en geconcentreerd - fijne motoriek - grote woordenschat - gevoelens in het spel
36
wat is vrij spel?
spel gemotiveerd door zichzelf en niet gestuurd door buitenaf
37
wat zijn aandachtspunten voor begeleiding van vrij spel?
- bedenk vooraf materiaal - bied verschillende materialen - creëer mogelijkheden om te bewegen - observeer en coördineer - blijf goed zichtbaar - houd de veiligheid in het oog - zorg voor voldoende ruimte - ondersteun individueel spel - geef open spel - laat kinderen zelf ontdekken en uitproberen - laat ze opgaan in fantasie - grijp in bij gevaar en ruzies.
38
wat zijn aandachtspunten voor begeleiding van geleid spel?
- indelen groep - uitleg speelruimte - vertel zo min mogelijk - zelf meedoen - materiaal uitdelen - herhalen/ aanmoedigen - gebruik trommel voor begin en eind - maakt van opruimen een spel
39
wat is leeftijdsadequaat spelgedrag?
spelgedrag dat past bij de leeftijd van een kind
40
waartoe kan niet spelen leiden?
tot het onvermogen voor creatief oplossen en samenwerken zelfs tot problem-solving disorder