Sparen Flashcards
1
Q
Welke twee spaarvormen zijn er?
A
- Spaardeposito
- Spaarrekening
2
Q
Bij welke spaarvorm is de rentepercentage vast en heeft een enkelvoudige interest?
A
Spaardeposito
3
Q
bij welke spaarvorm is de looptijd variabel?
A
Spaarrekening
4
Q
Bij welke spaarvorm kan je geld bijstorten en opnemen?
A
Spaarrekening
5
Q
Tot welk bedrag is er garantie van de bank bij bijvoorbeeld faillisement?
A
€100000
6
Q
Welke drie mogelijke pensioenvoorzieningen zijn er?
A
- Staatspensioen (AOW)
- Bedrijfspensioen (aanvullend pensioen)
- Zelf sparen of beleggen (aanvullend pensioen)
7
Q
Hoe kan je zelf sparen of beleggen?
A
Spaarrekening
Spaardeposito
Beleggen in aandelen bijvoorbeeld
8
Q
Waar staat AOW voor?
A
Algemene ouderdomswet