hypotheken Flashcards

1
Q

wat zijn de voordelen van huren

A
  • Je kunt een huurcontract op elk moment
    opzeggen
  • Je bent niet verantwoordelijk voor groot
    onderhoud van de woning
  • Je hebt geen hypotheek en / of eigen
    vermogen nodig
  • Je loopt geen risico als de waarde van
    de woning daalt
  • Je hebt soms recht op huurtoeslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nadelen huren

A
  • Je krijgt vrijwel zeker elk jaar een
    huurverhoging (bij een hypotheek zijn de
    uitgaven meestal stabiel)
  • Je mag de woning niet zonder
    toestemming verbouwen
  • Je bouwt geen vermogen op door af te
    lossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke twee soorten huurwoningen zijn er?

A
  1. sociale huurwoningen
  2. vrije sector huurwoningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sociale huurwoningen

A

Huurwoningen voor mensen met een relatief laag inkomen, meestal verhuurd door woningcorporaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vrije sector huurwoningen

A

dit zijn huurwoningen zonder subsidie en extra regels; ook
wel huren op de ‘vrije markt’. De komende jaren geldt er een maximale jaarlijkse
huurverhoging van ‘inflatie + 1%’ in de vrije sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een huurbescherming?

A

een verhuurder kan de huur niet zomaar beindigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verplichtingen huurder

A
  1. de huur op tijd betalen
  2. zich als een goed huurder gedragen dus niet onderverhuren als dat niet is toegestaan, geen overlast veroorzaken en geen schade toebrengen aan de woning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verplichtingen verhuurder

A
  1. de woning ter beschikking stellen
  2. de woning onderhouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

regels bij het opzeggen van huur voor huurder

A
  1. zich houden aan de opzegtermijn
  2. de huur per aangetekende brief opzeggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

regels bij het opzeggen van huur voor verhuuder

A
  1. de huur per aangetekende brief opzeggen
  2. er moet een wettelijke reden voor opzegging staan in de brief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke zes partijen zijn er betrokken bij een kopen of verkopen van een woning?

A
  1. de (toekomstige) eigenaar van de woning
  2. makelaar
  3. hypotheekadviseur
  4. bank
  5. notaris
  6. taxateur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet een makelaar?

A

Een makelaar bemiddelt bij de verkoop, aankoop of de verhuur van woningen, kantoren, bedrijfspanden en ander onroerend goed, zoals (Rijks)monumenten of agrarisch onroerend goed. Als je een woning wilt kopen of verkopen dan treedt de makelaar op als verkoopmakelaar of als aankoopmakelaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doet een notaris?

A

de notaris is als enige bevoegd om een woning of bedrijfspand over te dragen.
Hiervoor maakt de notaris een leveringsakte en een hypotheekakte. In de leveringsakte is
vastgelegd dat de woning en grond worden overgedragen van de verkoper naar de koper.
In de hypotheekakte staat dat de koper het recht van hypotheek aan de bank geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is de bank de hypotheekgever of nemer?

A

Nemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom is de rente bij een hypotheeklening laag?

A

Omdat het risico voor de bank laag is (ze hebben onderpand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen een lineare en annuïteitenhypotheek?

A

Bij een lineare hypotheek kos je elke maand hetzelfde bedrag af en betaal je rente over het deel van de schuld dat nog niet is afgelost. Bij een annuïteitenhypotheek is het totale bedrag aan rente plus aflossing elke maand gelijk waarbij aflossing steeds toeneemt en rente afneemt.

17
Q

Hoe bereken je netto maanduitgaven?

A

Rente+aflossing = bruto maanduitgaven
- belastingvoordeel= netto maanduitgaven

18
Q

Hoe reken je het belastingvoordeel uit?

A

Marginale belastingtarief x hypotheekrente

19
Q

Noem 2 voordelen van een lineare hypotheek

A

Je lost sneller af dan bij een annuïteitenhypotheek, daardoor heb je minder kans op een restschuld bij het verkopen van het huis en betaalt minder rente gedurende de looptijd

De bruto en netto maanduitgaven dalen gedurende de looptijd

20
Q

Noem een voordeel van een annuïteitenhypotheek

A

De netto maanduitgaven zijn aan het begin van de looptijd laag vergeleken met de lineare hypotheek. Handig als je aan het begin staat van je carriere.

21
Q

Nadeel lineare hypotheek

A

Aan het begin zijn de maanduitgaven hoger dan bij een annuïteitenhypotheek

22
Q

Nadelen annuïteitenhypotheek

A

Je lost minder snel af dan bij een lineare hypotheek, dus meer kans op restschuld.

De netto maanduitgaven nemen toe gedurende de looptijd

23
Q

Waarom nemen de netto maanduitgaven toe bij een annuïteitenhypotheek

A

Omdat het belastingvoordeel als gevolg vab de hypotheekrenteaftrek steeds kleiner wordt.