Spanish 91-120 Flashcards
1
Q
de schoonbroer, de zwager
A
el cuñado
2
Q
het zeil, de dodenwake, de kaars
A
la vela
3
Q
de ondersteuning, de hulp
A
el apoyo
4
Q
de lawine, de stroom (hoeveelheid)
A
la avalancha
5
Q
doorheen, door
A
a través de
6
Q
herstellen
A
restablecer
7
Q
nabijgelegen
A
cercano
8
Q
de helikopter
A
el helicóptero
9
Q
het losraken, de vrijgevigheid
A
el desprendimiento
10
Q
voorkomen, waarschuwen
A
prevenir
11
Q
hoog, aanzienlijk, verheven
A
elevado/a
12
Q
tussenbeide komen
A
interceder
13
Q
de uittocht
A
el éxodo
14
Q
de rugleuning, de steun
A
el respaldo
15
Q
verplaatsen, overplaatsen
A
trasladar